orde, dat heeft te maken met het feit dat met name uit die beide fracties die ik net noemde die vraag naar voren gekomen is. Daar heb ik verder onderzoek naar laten instellen, daar over hebben wij met vertegenwoordigers van die fracties gesproken. Raadsleden weten dat ik hen de afgelopen maanden zeer uitvoerig op de hoogte heb gehouden van de gang van zaken rond de welzijnsinstellingen. De heer Feddema geeft een heel historisch exposé, dat doet mij overigens deugd, want het is altijd goed om het verleden erbij te betrekken. Maar hij komt dan uiteindelijk materieel, na aandringen van de heer Greving, toch met een motie. Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik daar niet zo gek veel mee kan. Wij verschillen met elkaar van mening, dat is duidelijk. Het college verschilt met de WD-fractie van mening over de bevoorschotting in de overgangsperiode. Ik heb in de com missievergadering gezegd dan wij op dat ogenblik geen enkele mogelijkheid zagen om die berekeningswijze - die stelt hij nu in de motie weer een keer voor - toe te passen. Hij geeft daar een aantal voorbeelden van. Het is natuurlijk zo dat met die bezuinigingstaakstellingen van f 5 ton en later van f 1 miljoen, met name die f 5 ton, daar kan je lang en breed over praten, gezocht zou kunnen worden in meer zaken rond bijvoor beeld de overhead. Die f 1 miljoen is het geweest die ging snijden in de taken, laten wij daar geen misverstand over hebben. Dat is natuurlijk aan de orde. Wij verschillen daar over van mening. Wij hebben op dat ogenblik als college gemeend om hele pragmatische oplossing te kiezen voor een korte tijdspanne. Dat de heer Feddema uitvoering wil geven aan raadsbesluiten, kan ik mij heel wat bij voorstellen. Natuurlijk moet dat gebeuren, maar wij constateerden ook dat die datum van 1 augustus niet gehaald is en dat wij die datum moesten verleggen naar 1 oktober. De taken financieren wij vanaf 1 oktober. Het is voor ons volstrekt helder dat je in die overgangssituatie dan maar moet blijven bevoorschotten op "de oude situatie". Ik geef toe, wij anticiperen daarmee niet op de nieuwe situatie, maar het zij zo. Ik heb in de commis sie daar ook uitvoerig over gesproken, dat er ook nog wel andere alternatieven voorlagen, maar dit leek ons wat dat betreft de beste oplossing. De taken die worden genoemd zijn gebaseerd en gerelateerd aan het totstandkomen van een nieuwe welzijnsinstelling. Die nieuwe welzijnsinstelling was er niet op 1 augustus. Wij gaan ervan uit dat die er op 1 oktober is en dan financieren wij die taken zoals die door de raad vorig jaar in november zijn vastgesteld. Ik heb, dat zal u duidelijk zijn, geen enkele behoefte aan de motie die door de heer Feddema, mede-ondertekend door de NLP, is ingediend. 39 Ik ben al ingegaan op de woorden die de heer Terpstra gespro ken heeft. Ik denk dat ik daarmee wel kan volstaan. Hij heeft nog een paar andere vragen gesteld. Hij verwijst naar een brief die vanmiddag gekomen is. Ik heb die brief vanmiddag ook gekregen. Het zou zo zijn dat wij op basis van de bevoorschotting en de subsidiëring in deze periode het jongerenwerk tekort zouden hebben gedaan. Er wordt namelijk gezegd door de accountant dat het subsidie berekend zou zijn op de situatie per januari 1993. Wij hebben dat nog eens nagegaan, maar uiteraard wordt het subsidie toegekend op het subsidie van 1994 naar rato van dat bedrag, de periode 1 januari tot 1 augustus. Naar mijn opvatting klopt dus de bewering zoals die in die brief is geformuleerd niet. De heer Van Olffen heeft in soortgelijke bewoordingen gespro ken als de heer Terpstra, ik ben daar op ingegaan, met name op die onomkeerbare situatie. Ik ben het volstrekt eens met wat de heer Greving naar voren brengt. Hij zegt dat de bestuurlijke houvast die noodzakelijk is om besluiten te nemen heb je op basis van het subsidie zoals dat vast ligt. Hij haalt ook nog eens aan dat met name op eigen verzoek die datum is vastgesteld. Wij hebben toen één bezuinigingstaak stelling naar achteren gehaald en één naar voren gehaald, zodat dat bij elkaar zou komen. Moet je niet in het vervolg bij dit soort operaties heel expliciet vanuit het college fatale data noemen? Dat is natuurlijk een verantwoordelijkheid (personeelsbeleid) van de onderscheidende besturen. Als je terug kijkt op dit proces dan leer je een heleboel, dat ben ik met de heer Greving eens en dan zou je soms wel eens wensen dat je misschien zaken uitvoeriger had toegelicht. Maar laat er geen misverstand over zijn, wij hebben een en andermaal aan de diverse instel lingen duidelijk gemaakt dat het subsidie afgelopen is als er een nieuwe instelling is. Daar was men van op de hoogte en ik vind ook dat men daar zijn maatregelen op had moeten nemen. Laat ik die helderheid dan hier vanavond nog maar eens neer leggen. Ik denk dat ik daarmee alle opmerkingen en vragen beantwoord heb. (De heer Terpstra: Mijnheer de voorzitterde wethouder heeft niet geantwoord op mijn vraag omtrent de problemen die er op dit moment zijn bij de SJL met betrekking tot het betalen van de salarissenmede omdat er in hun ogen een te sterke kor ting is.) Ik ben ingegaan op het verhaal zoals dat nu voorligt van de accountant. Ik heb geen signalen ontvangen dat daar problemen 40

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 21