voorgaande rekeningen hebben gewerkt. Dat wil ik hier graag
nog een keertje herhalen en onderstrepen, want dat is een
ongelooflijke klus geweest voor die mensen. Het is goed om
daar ook in deze raad nog eens wat van te zeggen. Het is ook
een heel belangrijke klus geweest, want nu zijn de achter
standen op het gebied van financieel beheer weggewerkt. Nu
kunnen wij ook echt aan die kwaliteitsverbetering, die zo
hard nodig is, gaan werken.
Mevrouw Vlietstra (weth.Voorzitter, waardering is in de
commissie uitgesproken en hier nog een keer herhaald. Ik denk
dat dat zeer terecht is, met name in de richting van het
ambtelijk apparaat, dat het inderdaad gepresteerd heeft om in
één jaar drie rekeningen op tafel te leggen. Ik denk dat dat
een krachtsinspanning is die met waardering vanuit college en
raad beloond mag worden. Ik zal die waardering ook graag
overbrengen.
De raad is blij met de positieve uitkomst, dat waren wij ook,
met name omdat de uitkomst fors positief afweek ten opzichte
van de laatste concern-Marap 1993. Tegelijkertijd ben ik het
met mevrouw De Haan eens dat het eigenlijk te gek is dat je
zulke grote verschillen moet constateren tussen de concern-
Marap en de rekening, die niet eens zo verschrikkelijk veel
in tijd na elkaar verschijnen. Ik deel ook haar conclusie dat
dat betekent dat wij onze financiële organisatie nog steeds
niet hebben zoals wij hem zouden willen hebben en dat er dus
geen enkele reden is om nu op onze lauweren te gaan rusten.
In tegendeel, ik denk dat de noodzaak om het LIS-traject af
te ronden in het tempo dat wij ons voorgenomen hebben onom
streden is en dat wij daar met volle kracht aan zullen moeten
blijven werken.
Aandacht voor de opmerkingen van VB Accountants, ik heb dat
in de commissie ook toegezegd. Intussen is door de mensen van
concern-Financiën ook een uitvoerige reactie geschreven op de
opmerkingen van VB. Die hebben wij morgen in het college en
wat mij betreft kan die daarna ook naar de Commissie Bestuur
en Middelen worden gestuurd. Overigens is het niet zo dat er
in dat accountantrapport dingen staan die wij al niet wisten.
In die zin vraag ik mij ook af of het zin heeft om die op
merkingen van de accountant in een rekeningcommissie of in de
adviesgroep LIS te behandelen. Alle zaken waar de accountant
op wijst zijn in feite meegenomen in het verbeteringstraject.
Zij zijn ook in tijd gezet en op het moment dat dat verbete
ringstraject uitgevoerd is, zullen die opmerkingen waar
schijnlijk ook niet meer gemaakt worden, omdat wij dan de
zaken verbeterd hebben. Als er echt nieuwe dingen in zouden
staan, dan zou ik de accountant gelijk geven, maar er staan
47
geen dingen in die ook indertijd bij de analyse van het
financieel beheer al niet door onszelf ontdekt zijn.
Dan kom ik bij mijnheer Brok. Het is niet zo dat wij het
afgelopen jaar niets gedaan hebben waar het gaat om de func
tiewaardering. Voordat je de functies kan gaan waarderen moet
daar een heel stuk werk aan vooraf gaan. Dat heeft betekend
dat wij intussen een heel dik boek met ijkfuncties hebben
opgesteld in overleg met het ODRP en nog onlangs vastgesteld
door het GO. Daar is het afgelopen jaar keihard aan gewerkt.
Dat heeft betekend dat alle leidinggevenden geschoold zijn in
hoe je zo'n functiewaarderingsproces vorm geeft. Want de
leidinggevenden zullen uiteindelijk de functies moeten be
schrijven, met een voorstel voor waardering moeten komen,
etc. Die mensen hadden die vaardigheid niet, dus voordat je
echt los kan, zul je moeten zorgen dat zij die vaardigheden
krijgen. In die zin is het stadium waar wij nu in zitten, de
tweede helft van dit jaar, een afronding van het proces waar
al een jaar aan gewerkt wordt. Dus is het niet zo dat wij het
afgelopen jaar, nadat het sociaal convenant vastgesteld is,
niets gedaan hebben op dit punt.
Afrekeningsverschillen tussen diensten. Bij de rekening 1992
hebben wij geconstateerd dat het eigenlijk heel raar was dat
er zulke grote verschillen waren. In 1993 is het gelukkig een
positief verschil. Ik heb net van de heer Swint begrepen dat
er een kans is dat er in 1994 nog een verschil van f 3 ton
is, maar dat dat een positief verschil is. Daar hoeven wij
dan niet zo ongelukkig mee te zijn, denk ik. Wij hopen dat er
daarna van verschillen geen sprake meer is, maar dat de zaak
zó geconsolideerd kan worden.
Die 33 ha blijft een intrigerend gegeven. Ik heb in de com
missie aangekondigd dat wij daar diepgaand onderzoek naar
zullen doen. Of dat er toe zal leiden dat wij ook met voor
stellen zullen komen om het spelletje landjepik wat beter te
kunnen spelen, dat weet ik niet, dat wacht ik even af. Maar
op dit moment heb ik nog niet de uitkomsten van dit onder
zoek. Dus kan ik daar nog geen antwoord op geven.
Mijnheer Hoogeveen is iets te optimistisch als hij zegt dat
de achterstanden zijn weggewerkt. Dat geldt wel voor de
rekeningen, maar op een aantal andere terreinen liggen er nog
wel degelijk achterstanden. Daar zullen wij voorlopig nog wel
aan blijven werken, maar voor de rekeningen wordt wat mij
betreft nu het stramien gevolgd. De opgave voor de volgende
rekening zal ook zijn om daarbij zo weinig mogelijk gebruik
te maken van externe hulp, want dat is bij de rekening 1993
nog in behoorlijke mate gebeurd.
48