De motie kunnen wij ons in vinden.
De heer Oreving: Voorzitter, ik vind de motie nog niet vol
doende duidelijk. Als ik het hele eerste stuk van overwegende
bekijk, dan gaat het steeds over de gemeente dan wel de
Stichting Cambuur, vervolgens wordt er een onderzoek gestart
om te kijken of de opdrachtgever van de bouw aansprakelijk
gesteld kan worden. Voor mijn gevoel blijft op dit moment de
aannemer even buiten schot, terwijl het toch zo zal zijn dat
de aannemer op de hoogte was van de vervuiling, dat ook de
aannemer in de prijs die hij afgegeven heeft voor de bouw,
heeft moeten meenemen dat de grond afgevoerd moest worden en
dat om die reden het niet zeker is dat de aannemer buiten
schot kan blijven. Ik zou dit toe willen voegen, als aanvul
ling en verder zal het wel een juridische procedure worden
wie uiteindelijk daarvoor verantwoordelijk is. Ik neem aan
dat in de aanneemsom de aannemer opgenomen heeft dat er
vervuilde grond afgevoerd moest worden, alleen hij probeert
nu die bal aan ons door te spelen via de Stichting Cambuur.
Zo schat ik de situatie in en dat moet dan maar verder uit
gezocht worden. Ik wou eigenlijk voorstellen om het woord
"aannemer" hier toe te voegen. (De heer Feenstra: De aannemer
is voor ons geen partij. Als de Stichting Cambuur later naar
de aannemer toe wil gaan, dan is dat hun zaak, maar dat is
voor ons geen partij.) Daar ga ik mee akkoord.
De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, ik heb in eerste
termijn al gezegd dat de WD-fractie de verantwoording neemt
voor het bedrag en vooralsnog ook de dekking zoals die aan
gegeven wordt. Dat neemt niet weg dat ik tegen deze motie
geen bezwaar zou kunnen maken, maar ik wil wel voordat er
besluiten worden genomen over wat wij doen met de uitkomst
van dit onderzoek, dat dit duidelijk besproken wordt in de
commissie, zodat wij niet weer geconfronteerd worden met dat
is er gebeurd en dat hebben wij besloten. Ik wil eerst een
uitspraak van de commissie, misschien zelfs van de raad,
hebben of wij er iets mee doen.
Mevrouw Vlietstra (weth.Voorzitter, ik heb eerst een vraag
aan de heer Feenstra.
Wordt deze motie toegevoegd aan het raadsbesluit, moet ik er
uit afleiden dat hij instemt met het raadsbesluit, maar
overigens de tekst van de motie uitgevoerd wil zien of schort
dit ook het raadsbesluit op? Ik vraag dit even, omdat de heer
Ten Hoeve heel nadrukkelijk aangeeft dat hij wel het besluit
wil nemen, maar aansluitend daarop een nader onderzoek wil of
101
de Stichting Beheer Cambuurstadion, want dat is de partij
waar wij mee te maken hebben, nog aansprakelijk ge-steld kan
worden voor een deel van het bedrag.
(De heer Feenstra: Ik begrijp de reactie van de wethouder
wel, maar ik zeg dat als je betaalt, moet je wel een zeker
heid hebben dat de andere partij een deel terug betaalt. Daar
zal je wel een bankgarantie of iets dergelijks voor moeten
krijgenBetalen en iets op een geblokkeerde rekening zetten,
zou ook kunnen.) (De Voorzitter: Ik dacht dat u het gefor
muleerd had onder opschortende werking van het huidige voor
stel, dat u dat bedoelt had. Dat hebt u er niet in staan, dat
laat onverlet dat wij nu als raad toch een dekking en een
uitspraak doen, maar daarnaast zeggen, als deze motie wordt
overgenomen, dat juridisch uitgezocht moet worden wie uitein
delijk als wederpartij aansprakelijk gesteld kan worden.) (De
heer Feenstra: Hier kan ik mee akkoord gaan.) Dat maakt de
discussie voor mij wat gemakkelijker, omdat als de heer
Feenstra er voor gepleit zou hebben het besluit uit te stel
len, ik de motie ontraden zou hebben.
De heer Feenstra begint met te zeggen dat hij ervan uitgaat
dat alle afdelingen te goeder trouw hebben gewerkt. Het lijkt
mij terecht om daar vanuit te gaan. Er is geen enkele reden
om aan te nemen dat dat niet zo is.
De communicatie had beter gekund. Ik vraag mij dat af. Er is
een bouwvergunning aangevraagd en daar is de standaard
procedure voor gevolgd, zoals dat bij alle bouwvergunningen
gaat. Het lastige hier is dat het om onze eigen grond gaat en
dat je kunt constateren, maar dat is dan achteraf, dat het
verstandiger was geweest als de ene afdeling de andere af
deling had gemeld dat dit speelde. Maar op zich is er in de
gang van zaken zoals die heeft plaats gevonden niets anders
geweest dan in alle andere gevallen dat een bouwvergunning
wordt aangevraagd. Ik denk wel, dat heb ik in het begin ook
gezegd, dat je hiervan kunt leren dat waar het inderdaad gaat
om zaken waar wij zelf ook als eigenaar van de grond bij
betrokken zijn, er wellicht een antenne moet zijn om dat
soort zaken in de toekomst wat eerder kort te sluiten. Dat
ben ik wel met de diverse raadsleden eens, maar ik denk niet
dat wij de afdeling achteraf iets moeten verwijten.
De heer Feenstra benadrukt opnieuw dat als het allemaal
eerder gemeld was geweest, wij meer tijd hadden gehad. Dat is
waar, dat kan ik niet ontkennen.
Hij zegt ook dat achteraf moeilijk te zeggen is of dat tot
goedkopere oplossingen had geleid. Daar zit denk ik ook
meteen het zwakke punt in het verhaal, dat moet dan verder
maar uitgezocht worden. Wij hebben advies gevraagd van onze
juridische mensen en die hebben gezegd dat juist op dit punt
zij de positie van de gemeente niet zo sterk achten. Want je
102