de gemeente- en provinciegrenzen heen kijken. Ook de over
legvormen waaraan wordt deelgenomen moeten kritisch worden
bekeken. Misschien kan het met minder.
De acquisiteurs moeten actief informatie inwinnen. Ze
moeten beschikken over actuele informatie: welke bedrijven
willen uitbreiden, welke bedrijven kampen met een tekort
aan personeel enz. enz.
Acquisiteurs moeten verantwoordelijkheden en bevoegdheden
krijgen. De portefeuillehouder moet goed op de hoogte
worden gehouden van de ontwikkelingen. Hij kan dan adequaat
reageren en weten wanneer van hem een actie wordt verlangd
die ondernemers motiveert in de gemeente te blijven of zich
in de gemeente te vestigen.
Het is bekend, dat in het bedrijfsleven de burgemeester nog
zeer geacht wordt. Het is een autoriteit waar je met vragen
terecht kunt. Buit dat uit.
Als de vis eenmaal aan de haak zit, moet de ondernemer niet
zelf met alle gemeentelijke diensten te maken krijgen. Wijs
zo'n ondernemer in plaats daarvan een soort projectambte-
naar toe die bevoegd is dwars door de organisatie heen
alles te regelen voor dat nieuwe bedrijf. Het nieuwe be
drijf heeft op deze manier met één loket te maken.
Voorzitter, de CDA-fractie is van mening dat in de komende
beleidsperiode 1995 - 1998 een extra inzet nodig is om de
werkgelegenheid in de marktsector te vergroten. De gemeente
kan daartoe gebruik maken van haar acquisiteurs.
Wij willen de extra inzet de werkgelegenheid te vergroten
ook zichtbaar maken. Dat kan alleen als met het college
afspraken worden gemaakt over meetbare resultaten. Wij
willen om die reden met het college de verplichting aan
gaan in de komende beleidsperiode ten minste 200 arbeids
plaatsen (netto) bij nieuwe bedrijven in de marktsector te
realiseren. De CDA-fractie vraagt het college daarom het
volgende.
"De gemeenteraad van Leeuwarden;
in vergadering bijeen op 7 en 8 november 1994;
behandelde de Hoofdlijnennotitie 1995-1998 en de daar
bij behorende begrotingen;
overwegende dat:
- het vergroten van de werkgelegenheid in de
marktsector van groot belang is;
- dat met name de gemeentelijke acquisiteurs daar
moeten worden ingezet;
besluit
met het college de verplichting aan te gaan dat in de
periode 1995 - 1998 ten minste 200 arbeidsplaatsen bij
nieuw te vestigen bedrijven in de marktsector (netto,
18
dat wil zeggen stand 1 januari 1995 200) moeten
worden gerealiseerd;
verzoekt
het college hiertoe periodiek de raad een voortgangs
rapportage te zenden en indien nodig adequate maatre
gelen te treffen de taakstelling binnen de beleidspe
riode te realiseren;
en gaat over tot de orde van de dag
De motie is mede-ondertekend door de heer De Vries.
(De Voorzitter: Ik stel voor deze motie CDA-motle nr. 1 te
noemen
Er moet geld (meer geld) worden vrijgemaakt bedrijven te
interesseren zich te vestigen in Leeuwarden. Hiermee is in
de voorliggende begroting en meerjarenraming geen rekening
gehouden. Wij dienen daarom de volgende motie in, in aan
sluiting op de vorige, omdat wij vinden dat je als je een
afspraak aangaat en probeert zaken te regelen daar dan ook
geld bij hoort.
"De gemeenteraad van Leeuwarden;
in vergadering bijeen op 7 en 8 november 1994;
behandelde de Hoofdlijnennotitie 1995-1998 en de daar
bij behorende begrotingen;
overwegende dat
het aanbeveling verdient de werkgelegenheid in
de marktsector verder te bevorderen;
het beschikbaar hebben van een substantieel en
flexibel inzetbaar bedrag op de gemeentebegro
ting daartoe raadzaam is;
Verzoekt het college:
de mogelijkheden te onderzoeken om een extra
bedrag van 500.000,= toe te voegen aan het
structuurfonds marktsector;
hierover te rapporteren vóór de behandeling van
de Perspectief nota 1996 in het voorjaar van
1995;
en gaat over tot de orde van de dag."
De motie is mede-ondertekend door mevrouw Tiemersma.
(De Voorzitter: CDA-motle nr. 2 maakt deel uit van de
beraadslagingen
Wij gaan er van uit voorzitter dat de Dienst Economische
zaken voldoende is uitgerust al de genoemde uitdagingen aan
te kunnen. Als dat echter niet het geval is, verzoeken wij
u aan te geven wat er aan schort en wat het college hieraan
denkt te doen en op welke termijn.
19