strijding zullen door ons positief worden bekeken. Verder moet werkgelegenheid niet op de versnipperde wijze worden benaderd zoals dat thans het geval is. Sociale vernieuwing, Basiseducatie, Verslavingszorg, Maatschappelijk Werk, JWG, Banenpool en uitvoering van de Algemene Bijstandswet hebben allemaal met elkaar te maken. Zonder nu meteen om een allesomvattende en vooral integrale nota te vragen, vinden wij wel dat dat de samenhang tussen deze aspecten gestroom lijnd moet worden. De verschillende instrumenten die de gemeente, arbeidsbureau, scholen en hulpverleningsinstan ties ten dienste staan, moeten op elkaar worden afgestemd en ingezet bij een individuele benadering van de werkloze. Alleen dan wordt de harde kern van de werkloosheid bereikt. Wij realiseren ons daarbij ten volle dat er ook mensen zijn voor wie de Algemene Bijstandswet nu juist dat noodzakelij ke vangnet vormt. Het voorgaande, voorzitter, is geredeneerd vanuit de posi tie van de werkzoekende. Er moet dan natuurlijk wel werk zijn. Terecht geeft het college aan dat uitbreiding van de werk gelegenheid vooral in de marktsector plaats moet vinden. De verschillende arbeidsplaatsenregelingen zijn toch niet meer dan een aanvulling hierop. In de huidige situatie moeten deze regelingen echter zo breed mogelijk kunnen worden ingezet. Bij een eerdere gelegenheid hebben wij gepleit voor het uitbreiden van de JWG tot de marktsector. Daarom dienen wij de volgende motie in: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 7 november 1994, constaterende dat het JWG erin voorziet dat jongeren werker varing op kunnen doen; - dat de minister van Sociale Zaken en Werkgele genheid zich onlangs meerdere malen heeft uit gelaten dat hij voorstander is van het open stellen van de marktsector voor de JWG; overwegende - dat toekomstige banen, zeker voor de doelgroep, vooral in het bedrijfsleven te vinden zijn; dat het bedrijfsleven zeer goed in staat is jongeren goed op te leiden; voorts constaterende: dat er binnen het RBA tussen de verschillend partners nog geen overeenstemming is over het openstellen van de marktsector voor de JWG; voorts overwegende: 44 dat zolang de marktsector voor de JWG nog niet open is er veel kansen voor JWG-ers blijven liggen; roept het college op: bij het tweede 1000-banenplan ook de marktsec tor te benutten; - de gemeentelijke afvaardiging in het RBA dui delijk te maken dat het van groot belang is dat zij de andere groeperingen in het RBA weten te overtuigen tot openstelling van de marktsector over te gaan (daarbij moeten wel waarborgen worden opgenomen om verdringingseffecten zoveel mogelijk tegen te gaan); de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegen heid schriftelijk te verzoeken, mede gezien zijn uitlatingen op dit punt, zo spoedig moge lijk centraal de JWG voor de marktsector open te stellen; en gaat over tot de orde van de dag. Deze motie is ondertekend door de heer Brok en mij zelf. (De Voorzitter: WD-motie nr. 3) Voorzitter, bij de werkgelegenheid in de marktsector wordt naar de mening van de WD nogal sterk de nadruk gelegd op het binnenhalen van nieuwvestigers en te weinig op de bestaande bedrijven in de stad. Wat een acquisiteur binnen haalt kan op hetzelfde moment op een andere plaats door bijvoorbeeld een minder doordachte toepassing van de mi- lieuregelegeving weer teniet worden gedaan. De WD bedoelt hiermee niet dat er maar de hand moet worden gelicht met allerlei regels. We vinden wel dat er bij de werksoorten die direct met de zittende bedrijven te maken hebben, behoefte is aan een "meedenken met de klant, een groot probleemoplossend vermogen en een klantgerichte houding". U hebt dat zelf tijdens een recente lezing een verandering van toonhoogte genoemd. De WD onderschrijft de noodzaak om tot deze verandering te komen. Bij de werving en acquisitie is er daarbij minder noodzaak om algemene kaders en per spectieven te schetsen terwijl de individuele ondersteuning en benadering van bedrijven meer de nadruk moet krijgen. Daarnaast zijn er dan de projecten die meer in algemene zin de voorwaarden moeten scheppen om Leeuwarden meer werkgele genheid te bezorgen. Ik denk dan aan verbetering van de infrastructuur en de andere projecten die in het kader van onze knooppuntstatus op touw zijn gezet. De WD vindt dat deze projecten zinvol zijn. Wij zullen 45

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 34