zoeken voor de periode tussen nu en het moment van
invoering;
en gaat over tot de orde van de dag
Deze motie is ondertekend door de heer De Beer en mijzelf.
(De Voorzitter: Motie nr. 6 van de WD-fractie.
Voordat ik mijn betoog afsluit wil ik nog een actueel
onderwerp aanroeren.
De laatste maanden heeft de fusie van welzijnsinstellingen
zijn sporen getrokken door de politiek van onze stad en de
zaak is nog niet definitief tot een goed einde gebracht. De
hele gang van zaken heeft bij onze fractie vragen opgeroe
pen. Ten eerste de meer algemene vraag of bij dit soort
operaties de strategie en de regievoering op voorhand goed
wordt uitgedokterd. Ik denk dan ook aan de gang van zaken
bij de inwerkingtreding van de WVG. Ten tweede de specifie
ke vraag of de gemeente weer voor extra kosten zal worden
gesteld. Het bestuur van HWL heeft in de pers gemeld dat
zij hiertoe een verzoek zal indienen. Als het antwoord op
de laatste vraag bevestigend is, dan is hierover voor de
WD het laatste woord nog niet gesproken. Die discussie
moet op een ander moment worden gevoerd, maar een signaal
op voorhand kan nooit kwaad. Er is namelijk continue naar
commissie en raad toe gesteld dat "de besturen verantwoor
delijk zijn en dat de gemeente hier buiten staat etc. etc."
In de praktijk zou dan blijken dat elke tegenvaller bij de
gemeente gedeclareerd kan worden. We zijn niet eens partij
in een kort geding en moeten in zo'n geval eventueel dan
toch voor de kosten opdraaien. Eigenlijk een situatie
waarbij iemand anders over jouw portemonnee kan beschikken.
Als dit dan inderdaad de situatie is, dan had de regie van
meet af aan in gemeentelijke handen moeten zijn. "Wie
betaalt, bepaalt!" De verschillende besturen hadden dan
minder vrijblijvend, met minder kansen op onderlinge strub
belingen moeten onderhandelen dan dat er nu is gebeurd.
Over dit onderwerp wil ik het hier voorlopig bij laten.
Voorzitter, ik kom aan het eind van mijn betoog waarin de
werkgelegenheid het Leitmotiv was. We hebben eigenlijk bij
alle punten die zijn aangesneden de koppeling gelegd met de
werkgelegenheid. Dat is natuurlijk niet voor niets. Onze
stad heeft een probleem en er moet alles aan gedaan worden
om dit probleem aan te pakken. Onconventionele middelen
moeten daarbij niet worden geschuwd.
Tot ons grote genoegen hebben wij gemerkt dat ook het
50
college het onconventionele niet schuwt om zich breder
inzetbaar en aanspreekbaar te maken. Zo probeert u, voor
zitter, zich het Fries eigen te maken. U bent tenminste
laatst gesignaleerd bij een voorstelling van Rients Grate-
ma. Daarnaast hebben we kunnen lezen dat wethouder Bilker
als portefeuillehouder werkgelegenheid Engels zal gaan
leren. Een loffelijk streven, zonder meer! De WD heeft
waardering voor deze oriëntatie van onze bestuurders op
andere culturen.
Wij willen wethouder Bilker daarom voor het nieuwe begro
tingsjaar graag een steuntje in de rug geven waarbij we
tevens aangeven dat er bij elke uitgave ook terdege op de
kleintjes moet worden gelet.
(Overhandigt wethouder Bilker cursus Engels.)
Ik dank u voor uw aandacht.
De heer Brinks: Voorzitter, de algemene beschouwingen van
PAL/GroenLinks zullen een thema behandelen aan de hand
waarvan we twee beleidsterreinen, namelijk bestrijding van
werkloosheid en anti-discriminatiebeleid, nader onder de
loep nemen. Voor deze vorm is gekozen, omdat we vinden dat
dit ene thema belangrijk genoeg is om eens wat verder uit
te diepen.
Het thema van de algemene beschouwingen van PAL/GroenLinks
is het ontstaan van een 'uitgesloten onderklasse'. Deze
term leen ik van John Kenneth Galbraith, de emeritus-hoog
leraar economie. Is het zo, dat er een 'uitgesloten onder
klasse' in onze samenleving dreigt te ontstaan of reeds
aanwezig is? We behandelen een paar ontwikkelingen van de
afgelopen periode.
Als eerste ontwikkeling een rapport van Entzinger en van
der Zwan. Zij stellen in hun rapport over inburgering van
allochtonen, dat de regering zich moet richten op de nieuw
komers. Voor hen dient er extra geld uitgetrokken te wor
den. Zij dienen, middels een inburgeringscontract, ver
plicht in te burgeren in onze samenleving. Voor de zoge
naamde 'oudkomers' - een term van Van Thijn, die slaat op
de eerste generatie allochtonen - kan niets meer gedaan
worden, omdat de financiën dat niet toelaten. Zij worden
aan hun lot overgelaten. De kans, dat deze groep mensen
niet deel kan nemen aan onze samenleving, is groot. Zo
groot zelfs, dat er sprake is van een 'uitgesloten onder
klasse'. Het lijkt op de oer-Hollandse properheid. We vegen
elke dag ons straatje schoon, maar kom niet binnen kijken,
want daar is het een puinhoop.
51