De heer Bilker (weth.Voorzitter, de heer Krol zegt namens
de CDA-fractie akkoord te zijn. Hij heeft toch een drietal
opmerkingen. Hij pleit ervoor, ik denk terecht, dat de ge
meente Leeuwarden in ieder geval één commissaris dient te
leveren. Als je ziet dat een 15% aandeel door Leeuwarden
wordt geleverd, dan betekent dat, ook in de ogen van het
college, wij ervan uit moeten gaan dat Leeuwarden een commis
saris levert. In het begeleidend schrijven, waar ik straks
nog op terug zal komen, zullen wij dat ook melden. Bij de
standpuntbepaling op 4 november 1994 in het algemeen bestuur
van OLAF zal dat ook door uw vertegenwoordiger bepleit wor
den.
De tweede opmerking van de heer Krol is dat OLAF zich dient
te beperken tot kerntaken. Dat klopt, want op 17 december
1993 is een serie besluiten genomen door het algemeen bestuur
van OLAF waaruit blijkt dat OLAF terug zal gaan naar de
primaire taken, zoals dat staat omschreven. Het eerste be
sluit luidt dan dat de primaire taak van het OLAF betreft
preventie en hergebruik, transport en overslag en verwerken
dan wel laten verwerken van huishoudelijk afval. Ik ben erg
blij met de toevoeging van de heer Krol dat er overal gespro
ken wordt over afval, maar dat het beter is te spreken van
huishoudelijk afval. Ik zeg hem toe dat die toevoeging door
Leeuwarden bepleit zal worden.
De derde opmerking die de heer Krol maakte was een soort
waarschuwing: geen escapades. Soms is het best aardig om
escapades te doen, maar wat OLAF betreft begrijp ik de waar
schuwing. U zult ook gemerkt hebben dat sinds 17 december
1993 OLAF in een gans ander vaarwater terecht is gekomen.
Alle zaken worden successievelijk opgelost, lijken worden uit
de kast gehaald. Zo nu en dan merkt men wel reacties uit
diverse gemeenteraden daarop. Maar op zichzelf ziet u dat
OLAF op dit moment zeker niet meer escapades, zoals de heer
Krol dat noemt, doet. En zeker een structuur NV, wat OLAF nu
gaat worden, kan natuurlijk zich niet veroorloven escapades
te doen en dit is zakelijk ook niet verstandig.
Mevrouw Inberg heeft gepleit voor een tweetal zaken, waar zij
in de commissievergadering ook naar gevraagd heeft en waarbij
ik een toezegging heb gedaan. Die toezegging luidt: dat in
het begeleidend schrijven komt te staan en de standpuntbepa
ling van het algemeen bestuur op 4 november a.s., dat betreft
een commissaris die deskundig is op het gebied van milieu en
afvalstromen en de belangenverstengeling van een commissaris.
Dat komt bij de standpuntbepaling en in het begeleid schrij
ven vanuit de gemeente Leeuwarden.
89
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.met inachtneming van de toezeggingen
van de wethouder.
Punt 20 (bijlage nr. 193).
De Voorzitter: Aan de orde is Vaststelling Huisvestingsover
zicht voor het jaar 1996 betreffende de scholen voor openbaar
en bijzonder basisonderwijs.
Mevrouw Dikken: Normaal gesproken is dit een hamerstuk en
vindt er weinig discussie over plaats, maar ook gezien de
behandeling in de commissie wil ik hier toch nog het een en
ander over zeggen.
Het gaat dan met name over de status van het huisvestings
overzicht. De discussie in de commissie ging over de aanvraag
voor uitbreiding van de lokatie Keizerskroon. De vraag werd
gesteld of je op voorhand een aanvraag moet doen, terwijl je
nog niet zeker weet of je ook in een later stadium kiest voor
een uitbreiding op die lokatie. Uit het antwoord van de
wethouder heb ik opgemaakt dat het een taktische keuze is,
als je nu niet via het huisvestingsoverzicht een aanvraag
doet, kun je dat later ook niet meer doen. Ik hoop dat de
wethouder nogmaals onderstreept dat deze aanvraag voor het
gebied Aldlan nog niet inhoudt dat er nu al een keuze is
gemaakt voor een hoofdlokatie, want daar ging in wezen wel
een beetje de discussie over.
Verder zou ik aan de wethouder willen vragen, naar aanleiding
van dit punt, om zo snel mogelijk de aanwijzing van de hoofd
lokatie in de Commissie Welzijn te bespreken. Dit geeft
namelijk duidelijkheid voor de ouders en ook voor de scholen.
De heer De Jong (weth.): Mevrouw Dikken heeft gelijk dat de
discussie in de commissie een beetje een andere dimensie
kreeg dan waar wij het eigenlijk over zouden moeten hebben.
Die discussie hoef ik verder niet te herhalen. Waar het om
gaat is op welke termijn de hoofdlokatie van de fusieschool
wordt aangewezen. Dat geldt niet alleen voor deze fusie-
school, dat geldt voor de overige vier situaties in deze
gemeente natuurlijk ook. Op dit ogenblik wordt in ambtelijk
overleg met de betrokken scholen daarover gesproken in de
zogenaamde beleidsgroep. Daar zijn de directeuren bij betrok-
90