Op basis van het indicatief bodemonderzoek was in ieder geval bij de bouwer (en ik neem aan ook bij de opdrachtgever van de bouwer waar het ging om het aanvragen van de bouwvergunning, dat was de Betaald Voetbal Organisatie) bekend - althans zou bekend kunnen zijn - dat er met die grond in die zin iets mis zou kunnen zijn dat als het afgevoerd zou moeten worden dat niet zo maar kon en dat je dat volgens bepaalde regels zou moeten doen. Theoretisch zou je daar de conclusie aan kunnen verbinden dat als het toen bekend was gemaakt aan het col lege, je meer tijd zou hebben gehad om naar andere oplos singen te zoeken. Overigens als het op dat moment gemeld was, had dit waarschijnlijk geleid tot een hogere kredietaanvraag aan de gemeenteraad. Wij waren eigenaar van de grond, wij zijn dat nog steeds, de vervuiling is ook veroorzaakt door de gemeente en niet door de gebruikers. Wij hebben destijds het stadion aangelegd, wij hebben het zestig jaar beheerd, dus in die zin dragen wij verantwoordelijkheid voor de vervuiling op die plek. Als het tijdig gesignaleerd was, dan had het denk ik geleid tot een aanvraag niet alleen voor een bijdrage in de bouw van het stadion, maar ook toen al een aanvraag voor de kosten die gemaakt zouden moeten worden voor het schoonma ken van de bodem en het afvoeren van de grond. Maar dat is niet gebeurd. Theoretisch zou je kunnen zeggen, als dat wel gebeurd was, dan hadden wij de gelegenheid gehad om naar alternatieven te zoeken. De vraag is, voorzitter, ik vraag mij dat in gemoede af, of dat gebeurd zou zijn. Ik denk dat wij daarmee als gemeente niet een al te sterke positie heb ben, want wij zullen dan aan moeten tonen dat wij inderdaad alternatieven zouden hebben ontwikkeld. Er zijn hier door een aantal raadsleden net al opmerkingen gemaakt in de trant van dat het vaak verrekte moeilijk is om grond ergens te brengen tegen een zo laag mogelijke prijs. Wij leuren vaak met grond. Mevrouw Inberg heeft daarnet nog een voorbeeld van genoemd. Lokaties om licht vervuilde grond, want daar gaat het dan om, neer te leggen zijn in onze gemeente eigenlijk niet voorhan den. Op het moment dat dit speelde was dat alleen Schenken schans. In die zin heeft de tijd in ons voordeel gewerkt, want toen de grond uiteindelijk afgevoerd moest worden, was net de stort in Sneek heropend. Later is er zelfs een deel naar de Wierde gegaan en er is uiteindelijk nog een deel naar het Leeuwarder Bos gegaan. Maar of wij hard kunnen maken dat wij de tijd, die ons theoretisch gezien gegund was geweest als het eerder gemeld was, ook inderdaad hadden gebruikt om naar alternatieve lokaties te zoeken, dat waag ik sterk te betwijfelen. In ieder geval denk ik dat het heel moeilijk is voor ons om dat in eventuele procedures hard te maken. Dat laat onverlet - in de commissie is ook niemand geweest die dat anders vond - dat wij als vervuiler uiteindelijk de verantwoordelijkheid dragen voor de kosten die hiermee ge 95 moeid zijn. Een aantal partijen, met name de CDA-fractie, zegt dat men het had kunnen weten, men wist het, althans de voorganger van de Stichting Beheer Cambuurstadion wist het. Wij hebben niet met de BVO te maken maar met de stichting, de BVO is geen partij in dit geheel. De CDA-fractie zegt dat dat reden zou kunnen zijn om ook die voorganger voor een deel verwijtbaar gedrag aan te wrijven en ze daarmee ook in de kosten te laten delen. Dat zou misschien een voor de hand liggende conclusie kunnen zijn, maar het lijkt mij geen terechte conclusie, omdat hoe je het ook wendt of keert, wij verantwoordelijk zijn voor de vervuiling die daar in de loop van de jaren terecht is gekomen. Die verantwoordelijkheid kunnen wij niet ontlopen. Ik denk dat wij ook niet hard kunnen maken dat wij de tijd benut hebben voor het zoeken naar alternatieven. Want laten wij wel zijn op dit moment hebben wij ze nog steeds niet. Ik ben het overigens wel eens met de sprekers, wij hebben dat in het college ook tegen elkaar gezegd, die gezegd hebben dat het goed zou zijn om eens systematisch de gemeente af te stropen om te kijken of er niet plekken zijn waar je toch wellicht grond van deze categorie tijdelijk of misschien wat meer permanent neer zou kunnen leggen. Wat mij betreft is er aanleiding om dat wel na te gaan, omdat wij denk ik niet voor de laatste keer geconfronteerd worden met licht veront reinigde grond. Hoe goedkoper wij die grond kunnen afvoeren, hoe liever ons dat allemaal is. Dit verdient geen schoonheidsprijs, zegt de heer Feenstra. Dat ben ik met hem eens. Het heeft ook erg lang geduurd. Dat heeft voor een deel ook te maken met in mijn ogen zeer onhan dig opereren van de stichting. Het feit dat zij het af hebben laten voeren is hen, denk ik, niet te verwijten, omdat op dat moment het bouwproces verder moest gaan. Hadden zij het bouwproces stil gelegd, dan was de schade nog veel groter geweest. Ik ben het wel met de heer Ten Hoeve eens dat het een beetje raar is dat, waar wij maanden hebben zitten wach ten op gegevens over wat nu uiteindelijk de hele zaak heeft gekost, er van de advocaat van de stichting een brief komt waarin ook nog eens een renteclaim wordt gelegd. Wij hebben ze dat ook laten weten, omdat dit een move is die van onze kant niet op prijs wordt gesteld. U heeft mij niet horen zeggen dat dit proces de schoon heidsprijs verdient, misschien kan dat ook wel niet als het om vuile grond gaat. Mevrouw Inberg heeft gepleit voor een onderzoek om dergelijke situaties te voorkomen. Misschien dat college Bilker daar nog iets over wil zeggen, maar het lijkt mij heel verstandig om dat te doen. 96

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 7