maar een jaartje verder en nu zegt de wethouderik denk dat onze systematiek nu zodanig is dat wij daar wel zonder kun nen. Dat vind ik wat te optimistisch.In dat jaar is er natuurlijk wel het nodige gebeurd. Als wij een jaar lang niets gedaan hadden, zou ik de heer Greving gelijk geven, maar in dat jaar werd er keihard gewerkt om de zaak op orde te brengen. (De heer Qreving: Om de rekeningsachterstanden ook in te lopen, maar op dit moment hebben wij nog geen produktbegroting en wij kunnen nog niet die nauwkeurige inschatting maken die wij in de toekomst graag willen heb ben.) Maar daar zijn wij hard mee bezig. Wij hebben ook gezegd dat wij bij de Perspectief nota volgend jaar exact willen weten waar wij staan, op basis daarvan moeten wij ook kunnen aangeven waar wij willen bezuinigen. Daaraan vooraf gaat een nauwkeurig onderzoek naar wat onze risico's zijn, hoe wij die kwantificeren. Ik ga ervan uit dat wij op dat moment ook weten waar wij financieel staan, wat ons te wach ten staat de komende jaren en dat wij dan bovendien een aantal instrumenten hebben om ook tijdig te kunnen signaleren of wij uit de bocht vliegen. Wij hebben intussen ook besloten, althans wij stellen u dat voor en ik heb begrepen dat de commissie daarmee instemt, om de post onderuitputting te schrappen. Dat betekent dat je wat ruimte creëert om eventuele incidentele tegenvallers voor de korte termijn op te vangen. Ik denk dat in een systematiek waarbij wij het gevoel hebben de zaak in de vingers te krij gen, een post perspectivische vertekening eigenlijk niet past. (De heer Brinks: Betekent dit dat het college zegt: mochten wij bij de Perspectiefnota niet helemaal goed kunnen inschatten wat de risico's zijn, dat het college dan weer een perspectivische vertekening gaat invoeren? Zou dat kunnen?) Op dit moment zit die er nog in, maar de opvatting van mijn heer Greving is dat die nu al gebruikt wordt om de tegenval lers, die wij een aantal maanden geleden met z'n allen hebben geïnventariseerd, daarmee af te dekken. De heer Greving zegt dat je daarmee geen ruimte meer houdt voor mogelijke toekom stige tegenvallers die er ook nog aan zouden kunnen komen. Overigens was dat de reden om te besluiten in ieder geval een bezuinigingsoperatie in gang te zetten. Ik zou die motie dus af willen raden, voorzitter. Als u al vindt dat het wel zou moeten, dan lijkt mij dat wij deze discussie moeten voeren bij de Perspectiefnota en daar niet nu al zo'n vergaand besluit over moeten nemen. Er ligt ook niet eenzelfde motie om dat te doen bijvoorbeeld waar het gaat om nieuw beleid of om andere zaken. Laten wij in het kader van de Perspectiefnota opnieuw kijken of het nodig is om een post perspectivische vertekening in de meerjarenraming op te nemen. (De heer Greving: Maar voor de discussie van volgende week is het wel van belang, want dan moet de hoogte 106 van het bedrag dat bezuinigd gaat worden in grote lijnen bekend zijn.) Maar wij stellen het vast op het moment dat de Perspectiefnota aan de orde is. Ik kom dan bij de tarieven. Er is door de NLP-fractie een motie ingediend over de hoogte van de onroerend zaakbelasting. Ik zou voor willen stellen om die motie te betrekken bij agendapunt 6. Ik heb de heer Krol een schot voor de boeg horen lossen over ditzelfde punt. Ik denk dat het correct is om de discussie te betrekken bij agendapunt 6 en niet bij deze algemene beschouwingen. Eén opmerking in de richting van de heer Greving. Ik wil hem graag toezeggen dat wij de opbouw van onze tarie ven nog eens onder de loep nemen. Ik denk dat hij het uit gangspunt 100% kostendekkendheid onderschrijft, maar vervol gens hebben burgers en bedrijven wel het recht om ook een zo efficiënt mogelijk werkende overheid te hebben om daarmee de tarieven ook op een redelijk peil te houden. Ik denk dat het goed is om eens te kijken hoe die tarieven precies opgebouwd zijn, ook in relatie tot andere gemeenten. Ik kom dan bij de motie die door de heer Jacobse is inge diend, want die ligt in het verlengde daarvan. Ik wil graag toezeggen dat wij daar wat uitvoeriger op in zullen gaan. Eén opmerking waar het gaat om lastenverlichting. Lastenverlichting is een politieke keuze. Als je zegt dat je naar lastenverlaging wilt, dan heb je het in feite over nieuw beleid, dan praat je over zaken die genoemd zijn als herin richting Nieuwestad en extra geld voor de promotie en acqui sitie, maar dan praat je ook over lastenverlaging. Dat bete kent dus dat dat geld kost, dat je andere zaken niet kunt doen. Ik denk dat je een discussie over lastenverlaging dan ook zult moeten voeren op hetzelfde moment dat je praat over andere voorstellen nieuw beleid, namelijk op het moment dat besloten wordt daar geld voor uit te trekken, bij de Perspec tiefnota, en ook duidelijk is wat er meer aan zaken ligt waar de raad middelen nieuw beleid aan zou willen besteden. Ik zou er dus voor willen pleiten om in dat kader ook die discussie te voeren en de discussie over lastenverlaging niet te isoleren van andere zaken. Ten slotte nog een opmerking in de richting van de heer Hoogeveen. Hij heeft nog een stukje toegevoegd aan zijn algemene beschouwingen, ontwikkelingen Gemeentefonds. Hij zegt dat hij zich wat zorgen gaat maken, want er is nogal wat verzet tegen de wijzigingen van de verdeelmaatstaven. Dat klopt, ik las dit weekend in de tijdschriften dat er weer een nieuw onderzoek gedaan is door de gemeenten die er op achter- 107

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 12