effectbereik; 2maatregelen die te maken hebben met duurzaam bouwen (collega Timmermans is daarop ingegaan); 3. Energie Beleidsplan overal binnen de gemeentelijke orga nisatie, onder andere als bijdrage in de doelstelling C02-uitstoot te verminderen; 4. de actiepunten van de broeikasconferentie in een be leidsnota onderbrengen. Op 24 november a.s. zal deze nota in de overlegcommissie Milieu worden behandeld, vervolgens komt hij en b. en w.commissie en de raad; 5. de lokale agenda 21. Ook al weer in het licht van hoe gaan we gezamenlijk naar de 21ste eeuw, als we spreken over het milieubeleid en de leefbaarheid qua schone omgeving. De lokale agenda-21 behelst diverse maatrege len om ook de burgers erbij te betrekken, een van die middelen is voorlichting en preventie. Daartoe is recen telijk de nota Milieucommunicatie aangenomen. Dit zijn zo enkele zaken waar de PvdA-fractie concreet naar vroeg voor de korte termijn. Daarnaast, zowel voor de korte als de lange termijn, blijven zaken als riolering en het baggerbeleid van het grootste belang. Als wij spreken over de rioleringsproblematiek dan worden de gemeenten geconfronteerd met ingrijpende kostbare maatregelen. Ik denk dat wij daar in de komende maanden nog het een en ander van zullen vernemen. Het milieubeleid moet gedragen worden, geaccepteerd worden, anders schiet je het doel voorbij, zo zeggen PvdA- en CDA- fractie. Burgers en instellingen erbij betrekken, kijk ook naar de geslaagde broeikasconferentie, zo wordt gezegd. Dat klopt en dat willen wij blijven doen, al is het alleen al via de overlegcommissie voor het milieu waar de meest betrokkenen aan tafel zitten. Het bedrijfsleven zal binnenkort ook met een of meerdere vertegenwoordigers deel gaan uitmaken van deze commissie. Milieuvergunningen, waar de CDA-fractie naar vroeg. Inderdaad een belangrijk middel voor de uitvoering van het milieubeleid. Dat mag beslist niet worden vergeten. Via de nieuwe Wet milieubeheer is er gelukkig meer sprake van een milieuvergunning die meer maatwerk is als het gaat om milieu bescherming. Bovendien wordt het Alara-principe steeds meer toegepast (as low as reasonable archievable) en dat schept ruimte. Er is sprake van een integrale milieuvergunning, dat bete kent: kijk naar het bedrijf, kijk naar je eigen milieubeleid, kijk naar de wensen en ambities van het bedrijf en maak dan een vergunning die aansluit bij de eigen bedrijfsmilieuzorg. Het milieubeleid heeft meer kans van slagen als het bedrijf 120 zichzelf daarin herkent en dus meewerkt. Er wordt door de afdeling Milieu veel zorg besteed aan de contacten met het bedrijfsleven over de milieuvergunning, een goede zaak. Het gaat inderdaad om draagvlak van het milieubeleid, althans om de wederzijdse zorg voor het milieu. Dat is ook tegelijk mijn antwoord op de opmerking van de WD- fractie over minder doordachte toepassing van de milieuregel geving ten aanzien van het bedrijfsleven. Het zal duidelijk zijn dat het college dat standpunt niet deelt, in tegendeel uit mijn betoog moge blijken dat het tegenovergestelde het geval is. De GPV/RPF/SGP-fractie spreekt over de milieuzorg die een diepere zin kent, dat het namelijk gaat over het conserveren van de natuur voor onze nakomelingen, maar dat wij ook tege lijk rentmeester zijn van de Schepper. Genoemde fractie verwoordt dat vanuit de overtuiging dat de aarde ons in bruikleen is gegeven. Ik ben ervan overtuigd dat velen, weliswaar weer vanuit een andere achtergrond, met dezelfde betrokkenheid bij het milieu daaraan gestalte geven. En dat wordt op deze wijze neergelegd in ons milieubeleid. De CDA-fractie heeft gesproken over het bodemsaneringsbeleid in het algemeen. Het bodemsaneringsprogramma wordt jaarlijks vastgesteld en ingediend bij de provincie. Die stelt dan de prioriteit vast voor de jaarlijkse uitvoering, criteria voor volksgezondheid en milieuhygiëne zijn bepalend voor de prio riteit. Dat dat in kan houden dat jarenlang bouwgrond braak ligt, daarvan kunnen wij allemaal wel voorbeelden noemen. Het is overigens wel zo dat er al heel wat aanpassingen gepleegd zijn, kijk naar de oplossing bij het Hoeksterend. Dat is niet meer puur afgraven, wij kijken ook naar isolatie, een leef- laag, drainage en temporiseringHet rijk zegt dus daarmee in wezen dat je er wat soepeler mee om kunt gaan. Dit betekent wel volgens het college dat wij erg attent moeten zijn dat er nu geen vervuiling meer ontstaat, dus ook in de actieve sfeer preventieve maatregelen treffen. Dan kom ik weer bij het grote belang van het vergunningenbeleid. Dat brengt mij bij het portefeuilleonderdeel Stadsbeheer. Daar zijn vijf hele concrete vragen over gesteld. 1Het selectief spuiten van ongewenst groen De CDA-fractie heeft daar kortgeleden schriftelijk vragen over gesteld. Het college heeft daarop geantwoord dat er geen aanleiding bestaat om het beleid van het niet gebruiken van chemische middelen bij bestrijding ongewenst kruid te verla ten. Eigenlijk om een heel eenvoudige maar heldere reden. Er 121

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 19