gehad en ik zou het erg jammer vinden als het voorstel van de Partij van de Arbeid ons voorstel in de wielen rijdt. Als het aanvullend is, kunnen wij hier volledig mee instemmen, want een onderzoek naar verbetering van het minimabeleid kunnen wij alleen maar ondersteunen. (Mevrouw De Haan: Als de heer Brinks moet kiezen tussen de twee onderwerpen?Dat vind ik erg lastig, want ik weet ook niet wat het college antwoordt op ons voorstel. Wat mij betreft vind ik die herstructurering ook van wezenlijk belang om dat proces te onderzoeken, omdat er nog meer van dat soort zaken aan staan te komen. (Mevrouw De Haan: Er liggen op dit moment twee voorstellen voor een evaluatiecommissieWij hebben als raad afgesproken dat wij meteen aan de gang zouden gaan. Als de raad kiest voor twee commissies dan vind ik dat best. Maar ik vraag de heer Brinks: als hij moet kiezen, welke vindt hij dan op dit moment het belangrijkst? Daar moeten wij dan toch een keuze uit maken?) Wij hebben zelf gezegd dat wij vinden dat ons voorstel in ieder geval eerst behandeld moet worden, voordat de motie van de PvdA in behandeling genomen wordt. Als wij dan moeten kiezen, kiezen wij voor ons eigen voorstel en tegen deze evaluatiecommissie. Motie nr. 1 van de CDA-fractie, 200 arbeidsplaatsen extra in de marktsector. Wat wij graag zouden willen is, als je dan toch aan acquisitie denkt, dat je dan een contract afsluit met de acquisiteurs, dat die in ieder geval een taakstelling moeten halen om een aantal banen binnen te halen. Wat dat betreft zijn wij tegen deze motie, omdat die op deze manier geformuleerd is. De raad sluit een contract af met b. en w. dat vinden wij wat raar. Motie nr. 2 van de CDA-fractie over het onderzoek naar de f 5 ton extra in het structuurfonds. Het onderzoek is uitstekend, de heer Krol heeft ook al gezegd dat wij dat verder meenemen met de Perspectiefnota Motie nr. 3 van de CDA-fractie over de oproep aan de regering zijn wij voor. Motie nr. 1 van de WD-fractie, een nieuwe kerntakendiscussie zouden wij heel graag willen voeren voordat wij verder gaan met bezuinigingen. Motie nr. 2 van de WD-fractie tegen het voorkeursbeleid. Het zal iedereen duidelijk zijn dat wij tegen die motie zijn. De uitleg van de wethouder vonden wij heel helder en duide lijk. Motie nr. 3 van de WD-fractie, JWG open stellen voor de marktsector. In onze eerste termijn hebben wij al gezegd dat wij het een bezwaar vinden dat je toch tweederangs werkenden creëert, dus zullen wij tegen deze motie zijn. Als er gega randeerd zou kunnen worden dat vanuit de JWG-banen mensen 130 doorstromen naar regulier via een CAO betaalde banen, dan zouden wij wel akkoord kunnen gaan. Maar dat zou dan wel de voorwaarde zijn. Motie nr. 4 van de WD-fractie, overlegplatform studenten zijn wij voor. Motie nr. 5 van de WD-fractie, toerisme naar Dienst Economi sche en Sociale Zaken zijn wij tegen. Wij denken dat je Toerisme eerder bij Stadsbeheer onder zou moeten brengen vanwege het groentoerisme wat wij voorstaan. Motie nr. 6 van de WD-fractie, over onkruidbestrijding is overbodig. Wij zouden trouwens ook tegen stemmen, want de meest milieuvriendelijke manier van ongewenst kruid verwijde ren is schoffelen en onkruid bestaat niet, hebben wij gezegd. Motie nr. 2 van de NLP-fractie over de concurrentiepositie. Ik heb begrepen dat dat al meegenomen wordt in een nota van het college, dus is die overbodig. Motie nr. 1 van de GPV/RPF/SGP-fractie, perspectivische vertekening. De wethouder heeft gezegd: laten wij daar een besluit over nemen als wij dat willen bij de Perspectiefnota. Ik ben het daarmee eens. Motie nr. 2 van de GPV/RPF/SGP-fractie over de Frigemgelden is denk ik overbodig, omdat de heer Greving op zijn wenken bediend wordt. Motie nr. 3 van de GPV/RPF/SGP-f ractie over het maken van notulen van commissievergaderingen zijn wij voor. Mevrouw De Haan: Mijnheer de voorzitter, ik begin met de manier waarop wij als raad algemene beschouwingen houden. Naar ik aanneem voor de laatste keer in deze vorm, omdat wij met elkaar afgesproken hebben dit voortaan bij de Perspec tiefnota te doen. Dat is besloten voor zover ik weet. U weet dat ik me net nogal ergerde, daarom heb ik mevrouw Visser daar ook op aangesproken, dat zij als raadslid bij een zo belangrijke vergadering van de raad wegloopt. Nu zijn er in tweede instantie drie moties ingediend, waarbij ik denk dat als mevrouw Visser vanmiddag was blijven zitten, deze moties overbodig waren geweest. In de eerste plaats is er denk ik geen enkele fractie die uitgesproken heeft dat wij behoefte hebben aan twee algemene beschouwingen in één jaar. Ik heb dat in mijn algemene beschouwingen ook nog eens na drukkelijk gezegd. Als zij was blijven zitten, had die motie niet meer ingediend hoeven te worden. Vervolgens komt zij met een aantal voorstellen voor de alge mene beschouwingen terwijl wij nu juist hier in de raad, ik proef dat ook bij andere fracties, afgesproken hebben dat wij 131

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 24