vergaderingen worden gehouden en later wordt gezegd dat in
die brainstormende vergaderingen besluiten zijn genomen of
adviezen zijn gegeven, dan komt dat op mij warrig en rommelig
over. Is het niet warrig en rommelig, dan moeten wij op z'n
minst over de status en rol van brainstormende vergaderingen
praten met elkaar. Daarnaast denk ik dat het verstandig is om
elke keer wanneer wij een nieuw ruimtelijk plan in behande
ling nemen, direct bij het begin een duidelijke procedure
afspraak met elkaar te maken, een overzicht met momenten
waarop welke beslissing wordt genomen, waarop welke stap in
de procedure wordt genomen. Wat mij betreft blijft dat voor
beeld van de procedure rond het Hofsingelproject een voor
beeld van wat in ieder geval op mijn fractie nog steeds
warrig en rommelig overkomt. Het zal wel complex zijn, dat
ben ik met de wethouder eens, maar het komt nu eenmaal zo
over, ik kan daar niets aan doen.
Dat Hofsingelproject wordt uitgelegd in een recente pagina in
Aan de grote Klok. Op zichzelf inhoudelijk een uitstekende
uitleg, heel duidelijk. Er wordt ook prima in aangegeven wat
er op de rit staat. Maar ook daar staat niet bij op welk
moment welke inspraak zinnig is en op welk moment welke
plannen beschikbaar komen. Er staat wel dat op de plaats van
de oude Arendstuinschool een jachthaven komt, er staat ook
dat nog van alles onderzocht wordt rond woningbebouwing bij
die haven in het Arendstuinplantsoen en hoe het Gymnasium in
de planvorming kan worden betrokken. Er staat niet bij wan
neer al die onderzoeken gereed komen, er staat ook niet bij
wanneer wij over die onderzoeken kunnen praten. Ik zou mij
kunnen voorstellen dat de burgers die deze krant lezen dat
best interessant zouden vinden. Dat is precies wat ik bedoel
met het komt warrig en rommelig over. Ik kan mij best voor
stellen dat het college het allemaal prima bedoelt, maar een
reactie van: wij doen het zo prima, maar u begrijpt het niet,
is nou net niet wat wij bedoelen met bestuurlijke vernieu
wing. Wanneer de wethouder het signaal krijgt dat mensen de
procedure niet begrijpen, dan moet hij niet zo reageren, maar
dan moet hij reageren met van hoe kunnen wij het beter uit
leggen zodat de burger het wel begrijpt. Dat is de bedoeling
van bestuurlijke vernieuwing, voorzitter.
Dan ging mevrouw Vlietstra in op mijn vragen rond de ijshal.
Zij zegt in feite dat het college die inspanningsverplichting
niet op zich heeft genomen, dat is een afspraak tussen drie
politieke partijen die een collegeprogramma met elkaar afge
sproken hebben. Zo gemakkelijk komt zij er natuurlijk niet
vanaf. Zij is wel een van de vertegenwoordigers die door die
politieke partijen naar voren is geschoven om dat Collegepro
gramma ook te gaan uitvoeren. Wat mij betreft ligt die in
spanningsverplichting met name ook op haar schouders. Zij
148
zegt dat ze er druk mee bezig is, dat ze een onderzoekje
willen laten gaan uitvoeren, daar komt binnenkort een voor
stel voor, alleen de houding van het bestuur van Trias is
niet zo erg coöperatief. Wanneer ik iets hoor over een extern
onderzoekje; dat is aan de ene kant prima, de wethouder is er
mee bezig, aan de andere kant bekruipt mij ook wat twijfel,
is dit niet een gemakkelijke manier om een ander te laten
vertellen dat het gewoon niet kan? Misschien ben ik wat
wantrouwend, maar die indruk die kreeg ik eventjes. (Mevrouw
VlietBtra: Heeft de heer Hoogeveen er aanleiding toe om
wantrouwend te zijn, want dan zou ik dat graag willen horen.)
Door de eerste opmerking van de wethouder dat zij vond dat
het Collegeprogramma niet iets was wat het college op zich
heeft genomen, maar wat drie partijen met elkaar hebben afge
sproken werd ik wat wantrouwend.
Vervolgens de houding van Trias. Ik kan natuurlijk niet
helemaal overzien wat er in de gesprekken tussen college en
het bestuur gebeurt, aan de ander kant verbaast mij dit
signaal wel een beetje omdat ik weet dat Trias overal in de
stad druk bezig is met het werven van fondsen en andere
middelen om in ieder geval die exploitatie-opzet mogelijk te
maken. Onze indruk is dat de club ontzettend actief is.
Wanneer de samenwerking met de gemeente kennelijk niet uit de
verf komt, dan kan dat aan de houding van Trias liggen, het
kan ook aan de houding van beide partijen liggen. Dat weet ik
niet, wij zitten er niet bij, maar wij willen daar graag als
fractie binnenkort een afspraak met Trias over maken om ook
hun kant van het verhaal te horen.
Ik wil nog even alle moties van de verschillende fracties
langslopen. Ik wilde niet alle volledige bijdragen van alle
fracties langslopen, daarvoor is de tijd denk ik te beperkt.
Motie nr. 1 van de PvdA-fractie over het openbaar stadsdebat
gekoppeld aan de enquête. Het idee om de enquête uit te
breiden met ook vragen over een breder onderwerp komt heel
dicht bij wat wij vorig jaar al hebben besproken in het kader
van het gemeentepanel. Ik denk dat het een prima idee is om
dat te doen. Het openbaar stadsdebat kan een prima vervolg
zijn op de resultaten van die enquête, maar ik ben het met
wethouder Vlietstra eens wanneer zij zegt dat je dat wel goed
moet voorbereiden en zij wel graag zou willen dat de raad dat
doet. Want juist als je zo'n breed scala aan vragen stelt,
loop je het risico dat een openbaar debat over al die vragen
die gesteld zijn, in een spraakverwarring eindigt. Dus je zal
wel duidelijk met elkaar vraagpunten voor dat debat moeten
formuleren. Als dat de werkwijze wordt, dan denk ik dat het
een goede toevoeging kan zijn en een goed vervolg op die
enquête. (Mevrouw De Baan: Het college zegt dat het een hele
149