kosten van scholen kijkt. In het verleden hebben wij te maken gehad met een andere wijze van afrekening en was het helaas niet altijd mogelijk om binnen de rijksvergoeding te blijven. Wat betreft de opmerking over de bestuurlijke vormgeving, de heer Krol refereerde naar een positie die ik voor 12 april j.l. innam, van het basisonderwijs het volgende. Na het Schevenings beraad zijn in principe de gemeenten vrij in de keuze. Er zijn verschillende varianten, die zijn destijds in de commissie ook wel eens opgevoerd. Ik kan u in ieder geval wel zeggen dat in de loop van deze raadsperiode het college met voorstellen naar de raad zal komen. Als u zegt dat op 1 augustus 1995 de fusies in het basisonderwijs zijn afgerond en wij daarna snel daarmee aan de slag kunnen, dan denk ik dat ik daar toch een paar relativerende opmerkingen bij moet maken. Het is niet zo dat op 1 augustus 1995 alles geïmple menteerd is van de fusies, daar hebben wij nog wel een tijd voor nodig, daar zit ook nogal wat werk aan vast, maar in de tweede helft van deze periode zullen wij zeker naar de raad toekomen als wij het hebben over de bestuursvorm van het openbaar onderwijs. Sociale Zaken De PvdA-fractie komt met een motie waarin zij vraagt om een beleidsevaluatie met betrekking tot het minimabeleid. De D66-fractie sluit zich daar in feite bij aan, refereert ook aan het rapport "Armoede uit de stilte" en stelt dat dat nodig geactualiseerd moet worden. Het college wil op het verzoek uiteraard positief insteken. Ik denk dat het ook vanuit de Dienst Economische en Sociale Zaken goed is - laat ik dat ook maar eens noemen - om na een periode van allerlei herstelacties op een vernieuwende wijze met u naar buiten te treden. Dat is ook een argument dat wel eens genoemd mag worden. Ik denk dat wij heel snel in de Commissie Economische en Sociale Zaken met elkaar om de tafel moeten om daar helde re procedures voor af te spreken. Er spelen op dit ogenblik nog een aantal zaken. Wij zijn bezig met het vormen van een minimabeleid, dat zouden wij dan misschien kunnen koppelen aan de beleidsevaluatie van het minimabeleid. U weet dat dit jaar het Fonds Maatschappelijke Activiteiten ook een nieuwe injectie is gegeven. Er zijn voorstellen gaande rond de schuldhulpverlening. Dat kan wat mij betreft goed op elkaar afgestemd worden. Dan denk ik dat het helder is dat wij in de Commissie Economische en Sociale Zaken zo snel mogelijk om de tafel gaan en ook met elkaar afspreken en u als raad af spreekt, wat exact de bedoeling is van de evaluatie. De CDA-fractie herinnert mij nog een keer aan een toezegging over strafkortingen. Over de periode 1992 hebben wij inder 90 daad een sanctie gehad van het rijk. Wij hebben toen gezegd dat wij ervan uitgaan, daar is ook een voorziening voor getroffen, dat ook in 1993 dat nog aan de orde zou komen. Ik ben daar in de commissievergadering op ingegaan. Wij weten op dit ogenblik niet of die sanctie eraan zit te komen over 1993. Wat wel duidelijk is, is dat wij van de rijksconsulent bericht hebben gekregen (dat is ook schriftelijk bevestigd) dat de zaak met betrekking tot die herstelacties nu op orde is. Diverse sprekers zijn ingegaan, de CDA-fractie heeft daar ook iets over gezegd, op de herinrichting van de nieuwe Bijstandswet, die op zoek is, zo zou je kunnen zeggen, naar een nieuwe evenwicht. De heer Krol heeft wat gezegd over de financiële verhouding 70:30. Ik help hem er aan herinneren dat de herinrichting van de Bijstandswet overigens niet door het paarse kabinet is aangekondigd, maar al door een vorig kabinet waarvan het CDA ook deel uitmaakte. Maar er komt nu een motie. Ik denk dat collega Bilker het beste kan ingaan op het eerste gedeelte van de motie, voor zover het gaat over de Dienst Sociale Werkvoorziening. Ik zal mijn bijdrage wat dat betreft beperken tot het tweede besluit van de motie waarin gesteld wordt dat de regering moet worden opgeroepen ofwel af te zien van het effectueren van voornemens inzake herverde ling van de aandelen in de bijstandsuitkering, ofwel volledi ge compensatie moet bieden via het Gemeentefonds. Wat mij betreft mag die tekst wel blijven staan. Ik wijs op het volgende, op dit ogenblik zitten wij in de finale besluitvor ming in de Tweede Kamer, vorige week is daar ook iets over in de publiciteit gekomen. De VNG, dat is ons lobby-orgaan, is uiteindelijk akkoord gegaan met de verdeling zoals die voor gesteld wordt. Het is niet 70:30, het zal materieel 77:23 worden, althans zoals het er op dit ogenblik uitziet. Later heeft de VNG dat weer wat teruggetrokken, omdat zij vond dat er te weinig beleidsruimte voor de gemeente was. Waar ik op wil wijzen is dat landelijk afgesproken is dat er f 380 miljoen aan taakstelling binnengehaald moet worden. Wat mij betreft zal de beleidsruimte die de wet geeft in relatie met de korting op de bijstandsuitgaven eerst moeten worden geëva lueerd alvorens bedragen geheel voor rekening van de gemeente komen. Ik denk dat vooral het tweede gedeelte van de zin: "ofwel volledige compensatie te bieden via het Gemeentefonds" wat dat betreft een actuelere insteek is. Ik geef u in over weging om de eerste bijzin weg te strepen. Ik heb er op zich geen probleem mee, maar ik constateer dat wij wat dat betreft toch wel in finale besluitvorming zitten. Ter zijde merkt de WD-fractie in zijn bijdrage op dat de strategie- en regievoering op voorhand goed uitgedokterd moet 91

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 4