worden en zij verwijst daarbij naar de Wvg. Wat wij hebben opgemerkt in maart van dit jaar is dat er een hele heftige discussie heeft plaatsgevonden en dat wij achteraf met elkaar kunnen constateren dat het een hele goede discussie was. U hebt wellicht gezien dat er in andere gemeenten minder hefti ge discussie heeft plaatsgehad, maar daar lopen zij nu vooral tegen een aantal problemen aan. Wat wij constateren is dat de Wet voorzieningen gehandicapten, ook in de contacten die het college heeft met het platform WVG, op zich redelijk tot goed wordt uitgevoerd. Daar is ook bij het WVG-platform geen enkel misverstand over. Natuurlijk loop je tegen een aantal "schoonheidsfoutjes" aan. Waar wij nu voorstaan - dan kom ik even terug op de regievoering waar mevrouw Van Ammers het over had - is dat nu een Europese aanbesteding heeft plaats gevonden, tegelijkertijd loopt er een evaluatie. Het gun ningsadvies wordt voor ons geschreven door het Centrale Inkoopbureau uit Den Haag; dat komt naar het college toe. Ik heb in de commissie ook gezegd dat het mij een hele belang rijke zaak toelijkt, gezien de politiek gevoelige discussie die wij gehad hebben en die wij opnieuw verwachten, om daar in een zeer vroeg stadium ook de politiek bij te betrekken. Je kunt daar diverse varianten bij maken, dat je de commissie onmiddellijk betrekt bij die discussie, je zou eerst ook kunnen denken aan een soort resonantsgroep uit de commissie, maar daar moeten wij maar eens over praten in de commissie. Ik denk dat het de eerstvolgende vergadering wel zou kunnen. Het is zeer nadrukkelijk de intentie om de raad in een zeer vroegtijdig stadium te betrekken bij wat er nu staat te gebeuren. De PAL/GroenLinks-fractie houdt een heel bewogen verhaal over de tendensen die zij signaleert in de samenleving. Het colle ge sluit de ogen niet voor die tendensen, zoals de heer Brinks die naar voren heeft gebracht, absoluut niet, maar ik denk dat het belangrijk is dat je naast zoeken naar mogelijk heden tot uitbreiding van werkgelegenheid in de ruimste zin van het woord, ook al het andere moet doen om die onderklasse tegen te gaan. Ik wijs hem er op dat wij actief bezig zijn met minimabeleid - de PvdA- en D66-fractie hebben er over gesproken - met sociale vernieuwing, dat wij bezig zijn met maatwerk in bijstandsverlening en dat wij bezig zijn met grote stedenbeleid. Collega Bilker zal daar straks ongetwij feld op terug komen. Een hele concrete vraag is gesteld door de heer Brinks om bepaalde groepen uitkeringsgerechtigden van hun sollicitatie plicht te ontheffen. Ik wou daar een paar reacties op geven, voorzitter. De bedoeling van de nieuwe Bijstandswet is dat vooral indivi 92 dueel maatwerk moet worden geleverd en dat beoordeeld zal moeten worden of een bijstandsgerechtigde voldoende inspan ningen pleegt om weer aan de slag te komen. Dat is mijn eerste opmerking die ik daarbij wil maken, dus individueel en maatwerk leveren. Een tweede reactie is dat het bij bepaalde personen denkbaar is om genoegen te nemen met het feit dat zij geen inspanning meer leveren om aan de slag te komen vanwege - dat is heel belangrijk - een eigen specifiek arbeidsmarktverleden in individuele omstandigheden. Een derde reactie die ik zou willen geven is dat het werken met behoud van uitkering een instrument zal worden, wat mij betreft, om werkloosheid tegen te gaan. Alleen als vrijwillig gekozen activiteiten daarin passen is ontheffing van sollici tatieplicht aan de orde. Wanneer vrijwilligerswerk past in een traject kan in individuele gevallen worden overgegaan tot ontheffing. Ik wou dat in reactie op de bijdrage van de heer Brinks naar voren brengen. De fracties van CDA, de D66 en de NLP zijn ingegaan op met name aspecten van sociaal-cultureel werk en dan hebben zij het vooral over het bekende onderzoek van het buurt- en wijkwerk, het ICS-onderzoek. Dat rapport is voor de zomer ter bespreking aangeboden in de Commissie Welzijn waarbij het ging om onderzoek te doen naar de mogelijkheid om te komen tot vermindering van het aantal accommodaties. Ik denk dat dit onderwerp zich bij uitstek leent voor een hele open discussie, dat heeft het college ook gemeend te moeten doen, om bij voorbaat dus geen standpunt in te nemen. De ironie van het verhaal is dat juist in de bespreking met de buurten en wijken het college gevergd werd op het innemen van een stand punt. Het college heeft daar dus bewust niet voor gekozen. Er zijn in de commissie in de brainstormvergadering allerlei signalen afgegeven over handhaving van het aantal accommoda ties, ik heb zelfs gehoord over uitbreiding van het aantal accommodaties binnen een bepaalde wijk. Duidelijk is dat het ICS-onderzoek zich richt op een financiële analyse en het college heeft heel goed begrepen in die discussie dat er meer criteria zijn waaraan je zo'n beleid moet ophangen. Daar is het college het mee eens. De D66-fractie neemt vast een voorschot op de uiteindelijke discussie door te zeggen - ook de NLP heeft dat gedaan - dat je daarbij in ieder geval de sociale vernieuwingswij ken moet ontzien op grond van een aantal argumenten. Ik denk dat dat hele valide argumenten zijn. Op dit ogenblik zijn wij bezig, wat betreft het ICS-onderzoek en de inspraakreacties, om een antwoordnota te formuleren en in breder kader in ieder geval ook te kijken naar de functie 93

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 5