ook heel nadrukkelijk maatregelen op het terrein van sociaal
beheer en sociaal isolement onderdeel van uitmaken. Oe bedoe
ling van die wijkplannen is dat alle partijen die een rol
spelen in de uitvoering van die wijkplannen (dan moet u
opnieuw denken aan de corporaties, de welzijnsinstelling,
scholen, de Stichting Jeugd en Gezin, de gemeentelijk dien
sten, politie, etc.) ook in feite hun handtekening zetten
onder dat wijkplan, waarmee zij zich ook verantwoordelijk
maken voor een gezamenlijke uitvoering van dat wijkplan.
In die zin denk ik dat waar het gaat om afstemmen en coördi
natie wij een flinke stap vooruit gezet hebben de afgelopen
jaren. Dat blijkt bijvoorbeeld ook het wijkbeheeroverleg dat
wij hebben in de sociale vernieuwingswijken, het spreekuur,
ook daar zijn verschillende partijen bij betrokken. Uiteinde
lijk worden al deze zaken ook vastgesteld in het College van
B. en W. en vindt ook daar de afstemming plaats.
Spil in het geheel is onze wijkcoördinator Peter van Wees,
hij speelt daar een cruciale rol in samen met de projectlei
der sociale vernieuwing mevrouw Cerini.
Ik ben daar dus niet somber over, ik denk dat het steeds
beter gaat.
Ten slotte in het kader van Sociale Vernieuwing één opmerking
in de richting van de heer Brinks.
Ik wil tegen hem zeggen dat wij absoluut niet willen suggere
ren dat wij met allerlei activiteiten om sociaal isolement te
voorkomen, het ontstaan van een uitgesloten onderklasse,
zoals hij dat noemt, kunnen tegengaan. Zo pretentieus zijn
wij niet. Aan de andere kant trof mij een beetje in zijn
verhaal het gevoel van bij de pakken neer gaan zitten. Dat is
wat wij absoluut niet willen. Wij zitten er bovenop, het
sombere beeld dat hij schetst is in ieder geval niet een
beeld dat ik vanuit mijn verantwoordelijkheid sociale ver
nieuwing zou willen ondersteunen. Wij proberen juist in dat
kader voortdurend weer maatregelen te ontwikkelen om dat
beeld tegen te gaan. Ik denk dat je ook niet zoveel opschiet
met zo'n somber verhaal, je kan beter kijken hoe je problemen
in kaart brengt en daar ook goede oplossingen bij verzinnen.
IJshal
Daar heeft mijnheer Hoogeveen over gesproken.
Het is overigens niet zo dat het college iets beloofd heeft,
het Collegeprogramma is een overeenkomst tussen drie partij
en, waaronder D66, die hebben zich iets voorgenomen ook waar
het gaat om de ijshal. Daar zijn twee zaken over te melden.
De korte termijn, dan heb ik het over dit seizoen waarin de
ijshal nog open is. Wij hebben met name een bemiddelende rol
gespeeld om te zorgen dat er een goede afstemming plaatsvindt
tussen aan de ene kant de activiteiten van het FEC en aan de
100
andere kant de activiteiten van de ijshal. Ik heb de indruk
dat dat nu naar tevredenheid is geregeld.
Het tweede punt is het lange termijn verhaal. Daar hebben wij
de mogelijkheden globaal verkend. Die mogelijkheden bewegen
zich van sluiten en stoppen met de ijssport in Leeuwarden tot
kijken of er een mogelijkheid is om die ijssport hier te
blijven realiseren, binnen de randvoorwaarden die wij gesteld
hebben ofwel binnen het FEC ofwel elders. Ik denk dat binnen
het FEC niet echt een reële mogelijkheid is en dat je dus
zult moeten kijken of er binnen de gegeven financiële moge
lijkheden of onmogelijkheden elders in de stad een plek te
vinden is. Om dat echt goed in kaart te brengen, ik heb dat
ook in de commissie gezegd, zal je er dieper in moeten dui
ken, heb je ook een specialisme nodig, moet je verstand
hebben van hoe het gaat om zo'n ijshal te bouwen en te ex
ploiteren. Ik heb ook in de commissie gezegd dat ik denk dat
wij binnenkort zullen komen met een voorstel om daar toch
extern een onderzoekje naar te doen om op basis daarvan ook
echt te kunnen kijken of het reëel is om een ijshal in Leeu
warden te exploiteren, dan wel dat je de conclusie moet trek
ken dat het er niet in zit.
Overigens is wel heel belangrijk in dit kader de houding en
opstelling van de ijsclub Trias. Ik denk dat wij de zaken
alleen maar echt goed op tafel krijgen als Trias ook bereid
is om daar coöperatief aan mee te werken. Ik heb zelf de
behoefte om daar nog eens wat nadrukkelijker met hen over te
praten, omdat ik het gevoel heb dat zij de verantwoordelijk
heid toch erg sterk leggen op het bordje van de gemeente,
terwijl onze inzet juist een gezamenlijke zou moeten zijn.
Financiën
Daar zijn diverse opmerkingen over gemaakt.
Om te beginnen is er een aantal opmerkingen gemaakt over de
wijze van bezuinigen. De PvdA-, de WD-fractie en ook de heer
Greving hebben daar opmerkingen over gemaakt.
Vanuit de PvdA-fractie wordt gezegd dat de raad nauw betrok
ken zou moeten zijn bij het formuleren van de richting en de
uiteindelijke bezuinigingsvoorstellen. Ik ten het daar van
harte mee eens. Dat is ook de lijn die wij uitgezet hebben,
want bij de Perspectiefnota is afgesproken dat wij in het
najaar een werkconferentie zouden houden met de raad. In de
Commissie Bestuur en Middelen is vervolgens besloten dat dat
de fractievoorzitters zouden zijn met college en directie
raad. De eerste bijeenkomst is geweest en u weet dat wij zeer
binnenkort, ik dacht eind volgende week, een tweede bijeen
komst hebben waarbij dan ook aangegeven zal worden in welke
richting wij de bezuinigingen zullen gaan zoeken. De uitein
delijke besluitvorming vindt plaats in de gemeenteraad, bij
101