(Mevrouw De Haan: Voorzitternog even dat ene puntje over
het krante-artikel over bedrijfsonvriendelijke tarieven.)
Wij hebben vanochtend in het college van b. en w. niet alleen
de nota vastgesteld die zal dienen voor 28 november a.s.,
maar ook reeds een bijlage waarin een eerste aanzet wordt
gegeven over de tarieven die bij het ondernemersklimaat van
belang zijn. Wij hebben besloten die notitie als onderdeel
van de acquisitienota mee te zenden voor die commissieverga
dering. Waarmee wij dan kunnen zien in hoeverre dat voldoet
aan de discussie en of die moet worden uitgebreid aan de hand
van de bewoordingen vanuit de portefeuille Financiën algemeen
als het gaat om tarieven burgers zoals ook de vorige avond
besproken. (Mevrouw De Baan: Is er ook aanleiding om naar
buiten toe dat beeld te corrigeren?) Er is aanleiding om te
verhelderen dat het beeld dat wij langs alle lijnen te duur
zouden zijn volstrekt onjuist is. Er is eigenlijk maar één
belasting, maar dit is een algemene, de onroerend zaakbelas
ting waarvan je zou kunnen zeggen dat die wat bovengemiddeld
is, maar dat is bekend. Bij veel andere zaken is dat vol
strekt niet het geval. Aangezien deze nota ook nog wat aan
vullende gegevens bevat om het beeld te completeren, stelt
het college zich voor na bespreking in de commissie een
balans te maken wat nu het beeld zou kunnen zijn om uit te
stralen naar het bedrijfsleven, omdat wij dan niet alleen
over de tarieven iets te melden hebben naar ons zittende
bedrijfsleven, maar ook de wijze waarop je de acquisitie wilt
versterken, zodat je een compleet verhaal hebt hoe het nieuw
jaar ingegaan kan worden met een bijgesteld instrumentarium.
Mevrouw Vliatatra: Voorzitter, ik loop de verschillende
fracties langs.
Ik kan het toch niet laten om nog één opmerking te maken in
de richting van de PAL/GL-fractie. Zij zegt: de realiteit
lijkt niet alleen somber, de realiteit is somber. Ik wil best
aannemen dat voor een aantal mensen, misschien zelfs een
groot aantal mensen, de realiteit inderdaad somber is. De
vrê.ag is vervolgens wat je daarmee doet, onder andere in het
kader van sociale vernieuwing. Wat mij betreft, daar zijn wij
ook voor ingehuurd, voeren wij op dat punt een heel offensief
beleid. Wij zijn voortdurend bezig om maatregelen te verzin
nen en uit te voeren. Het allerlaatste wat wij zouden moeten
doen, dat heb ik gisteren ook gezegd, is bij de pakken neer
gaan zitten. Ik nodig de PAL/GL-fractie graag uit om een
bijdrage te blijven leveren aan dat offensieve beleid en niet
te verzanden in sombere bespiegelingen. Ik denk dat wij
daarmee niemand helpen.
Ik wou alleen nog op de moties van de PvdA-fractie ingaan.
184
Verder heeft mevrouw De Haan mij geen vragen meer gesteld.
Ik heb gisteren gezegd dat de eerste motie waar het gaat over
een debat over de uitkomsten van de enquête die nu wordt
gehouden, ons aanspreekt. Ik heb daar bij gezegd dat wij op
dat punt, zeker waar het gaat om de voorbereiding en de idee
vorming, een grote inbreng ook van de raad verwachten. Ik zou
willen voorstellen om in een van de eerstvolgende vergaderin
gen van de Commissie Bestuur en Middelen te kijken hoe wij
zo'n debat vorm kunnen geven en wie daar vanuit de raad ook
een rol in zullen spelen.
Hetzelfde geldt voor de tweede motie. Mevrouw De Haan heeft
gezegd dat zij graag een start zou willen maken met de invul
ling van de evaluatiecommissie. Ook daarvan hebben wij als
college gezegd dat ons dat een goed idee lijkt. Hetzelfde
geldt voor het onderwerp dat zij daaraan wil koppelen. Maar
voordat je met dat onderwerp aan de gang kunt denk ik dat het
goed is om in de Commissie Bestuur en Middelen een werkwijze
af te spreken en na te denken over hoe zo'n evaluatiecommis
sie aan de gang zou moeten. Op het moment dat wij daarover
afspraken gemaakt hebben, is het een kwestie van wellicht de
Commissie Economische en Sociale Zaken om te kijken wie daar
dan in gaan participeren.
Dus ook dat punt zou ik graag willen agenderen voor een van
de eerstvolgende vergaderingen van de Commissie Bestuur en
Middelen.
De heer Krol zegt terecht, ik heb dat ook erkend, dat de
notitie over de vermogenspositie er nog niet is. Ik heb even
overlegd met de ambtenaren van concern-Financiën wanneer dat
eventueel zou kunnen. Mijn voorstel is om dat te betrekken
bij de rekening 1994, omdat in dat kader ook de afsplitsing
wordt gemaakt in wat fondsen zijn, wat voorzieningen zijn en
wat reserves zijn. Het is een logisch moment om in dat kader
ook de wat bredere vermogenspositie van de gemeente een keer
afzonderlijk in een notitie aan de orde te stellen. Wat mij
betreft is dat op dit moment een harde toezegging.
Dan wou ik even ingaan op de tweede motie van de CDA-fractie.
Gisteren hebben wij gezegd dat dit in feite een motie is die
vooruit loopt op de discussie over nieuw beleid. U stelt voor
om nu al te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om f 5
ton extra te storten in het Structuurfonds Werkgelegenheid
Marktsector. Ons voorstel zou zijn om dit voorstel te betrek
ken bij de discussie over nieuw beleid en daar niet al voor
uitlopend uitspraken over te doen. Ik zie eerlijk gezegd ook
niet zo goed in wat wij daar aan onderzoek vooruitlopend aan
zouden moeten doen. Uiteindelijk is de vraag hoeveel je extra
wilt storten in dat fonds. Dat is een discussie die gevoerd
185