om een integraal veiligheidsbeleid te kunnen voeren.
U heeft die uitspraken gedaan zonder dat voor ons in ieder
geval duidelijk is wat precies de voor- en nadelen ook in het
kader van het project Bestuurlijke Vernieuwing zullen zijn.
Ik wil u eigenlijk vragen wat u precies bedoeld heeft met
deze uitspraken en zou u voor ons de consequenties van een
dergelijke optie eens op een rij willen zetten, zodat wij
daar in de Commissie Openbare Orde over kunnen spreken?
De Voorzitter: Dat wil ik graag doen.
Allereerst was ik ook verrast dat het Friesch Dagblad blijk
baar in het bezit was van een ambtelijke notitie waarin een
aantal aandachtspunten staan vermeld die te maken hebben met
de discussie over die aspecten die te maken hebben met hulp
verlening en veiligheid wat op de schaal van de provincie
Friesland gebeurt. Zoals bekend voor degenen die het project
Bestuurlijke Vernieuwing volgen, is het wel zo dat één taak
groep bezig is dat hele cluster van zaken op een rij te
zetten. Gaandeweg dat ambtelijke proces werd mij medegedeeld
dat men er aan twijfelde of men, nog steeds ambtelijk, het
punt korpsbeheerderschap ook via het project Bestuurlijke
Vernieuwing aan de orde moest stellen. Dat heb ik geheel
onder die figuur gezegd: schroomt u niet om dit punt ook mee
te nemen in uw ambtelijke bespiegelingen ten behoeve van het
stuk dat u voor een van de taakgroepen moet maken om het
korpsbeheerderschap als aandachtspunt mee te nemen, omdat -
en op zichzelf is dat niet nieuw - het hulpverleningscluster
dat omvat regionale brandweer, districts Gezondheidsdienst,
politie en veiligheid en dus ook de aansturing daarvan, aan
de orde komt bij het project Bestuurlijke Vernieuwing. Ik heb
dus zelf gemeend de open mind-houding die wij in dit project
hebben zo te vertalen dat ik het er graag mee eens was en ben
om het aandachtspunt regionale aansturing - los van het feit
of je daar nu al een vaststaand idee over hebt, dat heb ik
niet dat blijkt ook uit de laatste bewoording - toch als te
bestuderen punt mee te nemen. Niet alleen omdat het bij de
stadsprovincie Rijnmond al in de lex speciales?daar is
opgenomen, want de Friese situatie is een geheel andere, maar
de gelijkenis met het project is dat het ook nu in het pro
ject Bestuurlijke Vernieuwing Friesland een zaak is om op een
rij te zetten wat speelt op de schaal van.
Dat is niet meer en niet minder mijn rol geweest. Het is in
nog geen enkele taakgroep binnen het project Bestuurlijke
Vernieuwing aan de orde geweest, laat staan in de stuurgroep.
Het zal nu zo zijn dat het ambtelijk rapport, dat rondom
hulpverlening en veiligheid in de maak is, binnenkort in een
van de deelgroepen zal worden aangeboden. Dan lijkt het mij
ook het juiste moment, dat geldt overigens ook voor het
4
A
regionaal college wat ik voorzit en dat uiteraard ook die
vraag stelde, om aan de hand van dat stuk ook in onze com
missie, los van het feit of het ook niet in al die andere 30
gemeenten evenzeer in termen van sterkte en positie burge
meester aan de orde zou kunnen komen, aan de orde te stellen,
maar dan wel nadat ik ook zelf heb gelezen hoe de ambtelijke
voorbereiders hebben gemeend met dit aandachtspunt om te
gaan.
Mevrouw De Haan: U koppelt in ieder geval tijdig terug.
De Voorzitter: Uiteraard, zodra er iets over op papier staat
en dat is nu ongeveer wel het geval, want het Friesch Dagblad
schijnt zelfs in het bezit van een voorconcept te zijn. Reden
waarom zij vroegen hoe het zat. En om nu niet de indruk te
wekken dat andere gremia bezig zouden zijn iets weg te halen
bij een andere persoon heb ik ook openlijk gezegd hoe dit
punt op het aandachtspuntenlijstje is terecht gekomen. Het
beeld dreigde te ontstaan dat anderen bezig waren dat onge
vraagd van je af te nemen. Dat is de reden dat ik gemeend heb
bij intermezzo te moeten zeggen waarom het zo in het Friesch
Dagblad terecht is gekomen. Maar ik zeg u graag toe dat zodra
het stuk er is, zoals het ook met een ander stuk in Bestuur
lijke Vernieuwing geweest is, dit in de desbetreffende com
missie aan de orde komt.
Overigens spoort dat ook een beetje met de beantwoording op
de vragen van de heer Brok, die gevraagd heeft in algemene
zin eens in de commissie te mogen praten over een eerste
bespiegeling van wat die regiopolitie Friesland tot nu toe
opgeleverd heeft, valt daar iets evaluerends over te zeggen.
Ik neem aan dat hij ook ongetwijfeld de aansturing mede in
zijn vraag destijds heeft betrokken. Dit zou daar dus goed
mee kunnen sporen.
Punt 3
De notulen van de vergaderingen van 13 juni 1994 en 11 juli
1994 worden ongewijzigd vastgesteld.
Punt 4 (bijlage nr. 214).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
advies van de Commissie van advies voor de bezwaar- en be-
5