De kapitaallasten van de nog te financieren f 3 miljoen, die
onder andere nodig zijn voor de verbouwing van het pand,
vinden wij tussen haakjes wel een erg hoog bedrag. Wij zouden
graag van de wethouder willen weten waarom voor deze finan-
cieringsvorm is gekozen en waarom niet voor een lineaire
financiering en waarom er gekozen is voor een termijn van 40
jaar voor de afschrijving van een verbouwing. Zijn er wel
andere mogelijkheden onderzocht om de dekking rond te krij
gen?
Ik wil hierbij van de gelegenheid gebruik maken om aan het
college te vragen op korte termijn te komen met richtlijnen
over afschrijvingstermijnen en gewenste financieringsvormen
voor bepaalde projecten waaraan alle diensten zich zullen
moeten houden. Onduidelijkheid over welke termijnen gehan
teerd moeten worden en welke financieringsvormen, zoals die
zich bij dit project hebben voorgedaan, kan dan niet meer
voorkomen
De heer Gros: Mijnheer de voorzitter, in de commissievergade
ring hebben wij ons zonder voorbehoud akkoord verklaard met
het voorstel. Dit standpunt zullen wij thans bevestigen.
Voor wat betreft de nadere uitleg van de financiële onderbou
wing van het een en ander willen wij ons aansluiten bij
vragen gesteld door mevrouw Tiemersma.
De heer Tiueraans (weth. Voorzitter, ik denk dat het een
goede zaak is dat, naar ik ook begrepen heb, dat de hele raad
voor wat betreft het inhoudelijke voorstel graag instemt met
het voorliggende voorstel. Ik ben het geheel met de sprekers
eens als er met lof wordt gesproken over met name de inzet
van de betreffende stichtingen, directies en ook de afdeling
SACUdie hier een erg bepalende rol in heeft gespeeld. Ik
zou die complimenten dan ook graag in hun richting willen
doorgeven.
Ik wou over het belang van één huisvesting en het belang van
één gezamenlijk bestuursstructuur niet teveel meer opmerken.
Er is wel het een en ander gezegd over de financieringscon
structie en met name de onderbouwing van het totale dekkings
plaatje zoals het hier voorligt. Ik loop de sprekers langs.
De heer Greving heeft aangegeven dat hij zorg heeft over de
vraag of de f 2,25 miljoen verbouwingskosten wel afdoende
zijn. De omvang van het bedrag van tussen de f 2,25 en f 2,5
miljoen is aan de hand van een aantal besprekingen tussen de
meest betrokken partijen globaal tot stand gekomen. Dat wil
niet zeggen dat wij daarmee precies het besteksklare plan
14
hebben. Maar zoals dat wel meer geldt voor deze hele aanpak,
is er zoiets van een gemeenschappelijke inspanningsverplich
ting. Wij hebben gezegd: wat zijn onze mogelijkheden en
willen wij het daarvoor doen. Dat betekent dat binnen dit
raambedrag, die f 2,25 miljoen, wij ongetwijfeld niet in
staat zullen zijn om een volledig geoutilleerd en helemaal
afgewerkt tot in de puntjes verzorgd centrum voor kunstzin
nige vorming te krijgen, maar wel één waarmee wij kunnen gaan
werken. Dat is de inzet van iedereen, voor dit bedrag gaan
wij het in dat gebouw doen, daar hoeven ook geen misverstan
den over te bestaan, dat is waar wij elkaar toe verplichten.
Vervolgens is gesproken over de vraag of je nu op basis van
annuïteitsleningen gaat handelen of moet je lineair af gaan
schrijven. Die vraag is in de commissie ook al door de heer
Greving aan de orde gesteld. Een aantal fracties heeft ook
een voorbehoud gemaakt. Ik heb zelf vrij snel daarna een
toelichting gekregen van de afdeling waarin nog eens aangege
ven is de stand van zaken, de afspraken en hoe er in het
algemeen gewerkt wordt. Ik leefde in de veronderstelling dat
u die notitie ook allemaal toegezonden zou zijn. Dat is
blijkbaar niet gebeurd. Ik denk dat het in ieder geval goed
is de argumenten hier nog even naar voren te brengen.
Zonder dat het voor zover mij bekend definitief in de commis
sie ooit afgesproken is, is het gebruikelijk dat wij in deze
gemeente lineair afschrijven, zij het dat wij voor grotere
complexen zoals de Harmonie, de Blauwe Golf, het Stadskan
toor, maar ook voor alle scholen die wij gebouwd hebben op
annuïteitsbasis afschrijven. Ik wil overigens toezeggen, de
laatste sprekers hebben daar ook naar gevraagd, in de Commis
sie Bestuur en Middelen nog eens preciezer te formuleren over
welke financieringstechnieken wij het beste in welke gevallen
kunnen hanteren. Er wordt nu al gewerkt aan een notitie in
deze.
Het tweede argument waarom wij toch gekozen hebben, ook in
dit geval, voor de annuïteitsmethode is het feit dat als je
dat niet doet het betekent dat je het eerste jaar hogere
kosten hebt dan de nakomende jaren. Met name de eerste jaren
zijn de problemen toch het grootst en dan haal je de proble
matiek naar je toe en komt het een en ander nog zwaarder
onder druk te staan.
Het derde argument is dat de subsidierelatie in de zin van
annuïtaire afschrijving wat gemakkelijker is omdat je van een
vast bedrag kunt uitgaan en dat niet ieder jaar hoeft te
wijzigen op basis van de lineaire methodiek.
Dat zijn de drie motieven voor ons geweest waarom wij daar-
15