Mevrouw Van Aaaers: Voordat ik, mijnheer de voorzitter, in
tweede termijn verder wil gaan, wil ik graag antwoord van de
wethouder hebben op een vraag die ik gesteld heb in het
eerste termijn. (Mevrouw Vlietatra: Als Ik het goed genoteerd
heb, heeft mevrouw Ammers gevraagd wat er wordt bedoeld met
aard en omvang. Zij heeft bedoeld wat in februari het signaal
was dat in het college afgegeven is. Is het niet?
Dim heb ik het verkeerd begrepen, dan moet mevrouw Van Ammers
het nog even herhalen.) De wethouder heeft gezegd dat zij de
overschrijdingen niet gemeld heeft en dat de aard en de
omvang niet duidelijk was. Wat bedoelt zij daarmee? (Mevrouw
Vlietatra: Met zoals ik het gezegd heb, de aard van de over
schrijding, waar bestaan die overschrijdingen uit, dat is de
aard en de omvang dat is het bedrag.) Maar wil de wethouder
het exacte bedrag weten op de gulden, op de ton, hoe moet ik
dat interpreteren? (mevrouw Vlietatra: Op de gulden is wat
teveel gevraagd. Ik heb gezegd in de commissie welk signaal
wij in februari hebben gekregen, dat heb ik een aantal keren
gezegd. Ik heb ook gezegd dat dat bedrag ook ver af lag van
het bedrag dat uiteindelijk op tafel is gekomen en dat boven
dien onduidelijkheid was over dit bedrag, want er werd nog
onderhandeld etc. Ik heb gezegd dat wij vervolgens als colle
ge gezegd hebben: wij hebben de behoefte aan een zo snel
mogelijke eindrapportage. Men heeft ook in het laatste ver
slag van de stuurgroep kunnen lezen dat wij daarop aange
drongen hebben, er zijn daarover nog afspraken gemaakt, omdat
we dan ook echt tegen de raad kunnen zeggen wat er aan de
hand is. Dim heb ik het zowel over de aard als over de om
vang.) Goed, dat is duidelijk. Dan vind ik dat bijzonder
jammer. Net in de pauze zei de wethouder tegen mij: wat heb
jij nou met de aard. Ik dacht aan een miljoen, anderhalf
miljoen. Ik neem aan dat de wethouder daaraan dacht in de
periode dat zij zelf portefeuillehouder was van middelen, dus
in ieder geval in april. Dan verbaast het mij toch wel dat ik
naar de stukken van de stuurgroepvergadering, de financiële
verslagen, kijk, dan ligt daar een verslag van 8 maart waarin
ik toch snel overschrijdingen zie in de orde van grootte van
f 3 4 miljoen. Dan begrijp ik niet dat zij dat in april
niet kan noemen, dat zij zegt: die omvang zegt mij dan niets
of in ieder geval zo weinig, daar kan ik op dat moment nog
niets over melden.
Bij de behandeling van de Perspectiefnota, mijnheer de voor
zitter, enkele maanden geleden in deze raad, heb ik gezegd
dat ik het bijzonder waardeerde dat de wethouder schoon schip
wilde maken, door onder andere het noemen van toekomstige
tegenvallers, door toekomstige lijken uit de kast te halen.
Helaas, moet ik nu zeggen dat mijn conclusie destijds te
voorbarig was. Zij was op dat moment op de hoogte van deze
overschrijdingen. Zij heeft dat niet gemeld. Integendeel
26
zelfs tot bijna december heeft zij dit verzwegen.
Ik begrijp niet waarom het college en sommige partijen hier
aanwezig, een onderzoek nodig hebben om te kunnen oordelen
welke politieke consequenties getrokken moeten worden omtrent
de zaak van de informatievoorziening. Dit is toch duidelijk.
In februari wordt er een melding in het college gedaan van
forse overschrijdingen, financiële verslagen vanaf 8 maart
duiden op overschrijdingen van f 3 4 miljoen, in juni wordt
officieel de centrale directieraad op de hoogte gesteld van
enorme overschrijdingen, eind november wordt de raad geïnfor
meerd. Iedereen spreekt hier ach en wee over. Wie politiek
verantwoordelijk is, is duidelijk. Dat niet de motie van de
WD-, NLP- en PAL/GroenLinks-fractie wordt ondersteund, vind
ik jammer, maar dat kan. Maar dat de wethouder de motie
prematuur noemt, lijkt nergens naar. Ik ga absoluut niet
zeggen dat wij een onderzoek af moeten wachten. Ik heb ook in
de commissie al genoemd dat een van de uitgangspunten van
LIS, Leeuwarden In Stelling, onze reorganisatie, is dat het
belangrijk is dat je mensen wijst op eigen verantwoordelijk
heid en dat ze ook eigen verantwoordelijkheid nemen.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw Vlietatra heeft informatie
achtergehouden de afgelopen maanden, bewust. Mevrouw Vliet-
stra heeft kunnen constateren hoe erg de raad dat vindt.
Financiële overschrijdingen hadden onmiddellijk gemeld moeten
worden bij de commissie Middelen. Daar zijn afspraken over
gemaakt. Het is nu zelfs zo ver gekomen dat er een motie is
ingediend. Zij heeft niet de overschrijdingen gemeld. Bijna
acht maanden lang heeft zij dat voor zich gehouden. Hoe kan
ik haar nog anders wijzen op haar verantwoordelijkheid op dit
moment
De heer Hoogeveen: Voorzitter, naast het initiatiefvoorstel
voor een onderzoekscommissie dat door mijzelf mede-onderte
kend is, ligt vanavond een motie ter tafel. De motie heeft
met name betrekking op het feit dat er te laat informatie
verstrekt is. Ik stel vast dat ik in mijn eerste termijn al
heb gezegd dat de wijze en het moment van informatieverstrek
king onderdeel dient te zijn van het onderzoek, omdat ook de
reden van de late informatieverstrekking wel eens iets te
maken zou kunnen hebben met de oorzaken van de overschrij
ding. Er is dus een verschil van opvatting tussen indieners
van de motie en mijn fractie. Wellicht is dat verschil van
opvatting het best te illustreren aan de hand van de woorden
van de heer Jacobse, die ons uitlegde dat in zijn ogen het
college de uitvoerende macht is en de raad de wetgevende en
controlerende macht. Wat mij betreft is dat niet in overeen
stemming met het voor mij geldende en voor ons geldende
gemeenterecht. Deze moderne vorm van trias politica geldt
27