Te behandelen:
Punt omschrijving bijlage blz.
1. Instellen Commissie van onderzoek
Stadskantoor. 247 2
De Voorzitter: De vergadering is geopend.
Dit is een vervolg van de commissievergadering van woensdag
j.l. met als enig agendapunt Instelling commissie van onder
zoek Stadskantoor.
Mevrouw De Haan: Mijnheer de voorzitter, bij mijn weten is
het voor het eerst dat een initiatiefvoorstel van een vijftal
fracties op tafel ligt. De reden is dan ook een hele bijzon
dere. Wij voelen ons overvallen en ontzettend verrast door de
berichten die vorige maand naar buiten kwamen over de over
schrijding van het budget voor het Stadskantoor. De eerste
vraag die je jezelf dan stelt is: "Hoe was dit mogelijk, zijn
er fouten gemaakt, welke, door wie, welke rol hebben stuur
groepen, college, bouwcoördinator enz. gespeeld?". Normaal
gesproken ligt het op de weg van het college van B. en W. om
daar een compleet overzicht over te geven. Voor zover moge
lijk heeft het college die feiten dan ook op tafel gelegd.
Tegelijkertijd bleek dat er bij het college ook zelf legio
vragen zijn over het hoe en het waarom. Onder deze omstandig
heden zijn er voor de raad, als controlerend orgaan, drie
mogelijkheden om te reageren. Of je neemt kennis van de
achtergrondinformatie voor zover die nu bekend is en gaat
onder het mom van "eens en nooit meer" over tot de orde van
de dag öf je spreekt je uit over het politieke lot van het
zittende college, öf je zegt als raad: "We willen dit tot op
de bodem uitzoeken, we willen weten wat precies de bepalende
oorzaken en factoren waren en wat de verantwoordelijkheid was
van elke betrokkene in het proces om op basis daarvan een
verantwoorde beslissing te nemen, zowel over de betreffende
organisatorische als bestuurlijke maatregelen". Vanuit een
oogpunt van zorgvuldigheid heeft de Partij van de Arbeid
niet gekozen voor de eerste twee, in onze ogen wat gemakke
lijke varianten. De variant om zonder inzicht in de feiten te
roepen dat het college, of zoals sommigen zeggen de wethouder
maar naar huis moet, is even gemakkelijk en goedkoop en
ongefundeerd als de variant om deze zaak met de mantel der
liefde te bedekken en dus maar toe te dekken.
Het is voor de PvdA-fractie van het eerste begin af duidelijk
geweest dat we een onderzoekscommissie willen belasten met
het boven water brengen van de feiten. Een commissie met
2
gezaghebbende mensen die in volkomen onafhankelijkheid het
onderzoek verrichten. Dat vereist niet alleen het belang van
de zaak, de mogelijke precedentwerking, maar vooral ook de
zorgvuldigheid die de gemeenteraad in acht hoort te nemen.
Een nog belangrijker reden misschien is voor ons dat de Leeu
warder burgers er simpelweg recht op hebben te weten hoe de
vork precies in de steel zit. Het zal u dan ook niet verbazen
dat de Partij van de Arbeid-fractie zich geheel kan verenigen
met het initiatiefvoorstel, zoals dat er ligt. Een voorstel
dat inhoudelijk overeenkomt met de voorstellen die wij al in
het begin bij de eerste commissievergadering hebben inge
bracht. Wij willen van deze kant de heer Greving bedanken
voor het feit dat hij de eindredactie namens de indieners op
zich heeft genomen.
Ik zou hiermee kunnen volstaan, maar ik wil nog nadrukkelijk
op een ander punt ingaan.
De periode waar de onderzoeksopdracht zich op richt, loopt
vanaf het eerste raadsvoorstel tot de openbaarmaking van de
overschrijding. Dat betekent dus dat de commissie ook zal
nagaan in welk stadium het college concreet zicht had op de
aard en de hoogte van de budgetoverschrijding en op het
stadium waarin de raad hierover werd ingelicht.
Het is voor ons dan ook onbegrijpelijk en inconsequent dat er
fracties zijn die dit procedurele punt er uit lichten, het
onder een vergrootglas leggen en daaraan zelfs politieke
consequenties willen verbinden, zonder de rapportage van de
commissie af te wachten. Gezien de toonzetting leek het er in
de laatste commissievergadering zelfs op dat deze fracties de
procedure nog belangrijker vinden dan de zaak zelf. Hiermee
wekken zij op zijn minst de schijn het onderzoek op dit punt
niet erg serieus te nemen. Dat begrijp ik zeker niet van
fracties als de WD en GPV/RPF/SGP, omdat deze fracties
immers het initiatiefvoorstel op dit punt ondertekend hebben.
Ik vind dat deze fracties zich op deze wijze er niet geloof
waardiger op maken. Dat PAL en de NLP geen boodschap hebben
aan het onderzoek en blijkbaar dus ook geen behoefte hebben
aan de zorgvuldigheid waar de rest van de raad aan hecht, dat
wisten we. Dat zij zelfs de integriteit van de nu verantwoor
delijke wethouder Middelen ter discussie stellen, vindt de
PvdA-fractie kwalijk en stuitend. Ze geloven de wethouder
blijkbaar niet op haar woord dat het college na intensieve en
herhaaldelijke vragen pas in september j.l. de cijfers op
tafel had en wekken voortdurend de indruk dat dat al in
februari het geval was. De term minachting van de raad, die
de WD-fractie vorige week bezigde, associëren wij wel dege
lijk met de ter discussiestelling van de integriteit van
mensen. Terwijl iedereen weet dat het college voor het dilem
ma stond te kiezen tussen twee gezichtspunten: moeten wij de
3