TiemeramaHet verslag dus ter kennis gebracht aan de inspre
ker.) Dat verstaat u onder ter kennis brengen? Dat is dus
niet toezenden aan in dit geval bij dit soort insprekers.
(Mevrouw Tiemersma: Dat zou het kunnen zijn, het is een
algemene zin die je opneemt.) Ik stel u voor het amendement
onder deze toelichting, dat kunnen wij desnoods verhelderen
in de notitie die er nog komt, over te nemen en in de notitie
een praktische paragraaf op te nemen wat dit nu betekent. Dat
het ook helder wordt voor het ambtelijk apparaat dat er twee
categorieën zijn.
De heer Graving; Er bestaat van mijn kant helemaal geen
bezwaar tegen een dergelijk voorstel, maar ik vind wel dat
duidelijk moet zijn wat wij nu willen.
De Voorzitter: Mag ik voor de helderheid dan samenvatten dat
er geen bezwaar is tegen het amendement en dat in de notitie
zal worden uitgelegd wat het betekent ter zake van mondelinge
insprekers.
Het amendement is overgenomen.
Aan de orde is de stemming over punt 10.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.met inachtneming van de overgenomen
motie, met inachtneming van de toezegging van de wethouder.
Punt 11 (bijlage nr. 239).
De Voorzitter; Aan de orde is Verordening winkelsluiting
Leeuwarden.
De heer Gros: De D66-fractie is voorstander van een verre
gaande liberalisering van de winkelsluitingswet. Wij moeten
af van een overbodige betutteling door de overheid. Het
bedrijfsleven is zeer wel in staat tot een juiste afweging
van belangen. De verruiming van de winkelsluitingstijden
creëert de mogelijkheid tot concurrentie-onderscheid. Er is
sprake van recht op opening en geen verplichting daartoe. Wij
verwachten een gunstige invloed op de ontwikkeling van de
werkgelegenheid. De plaatsbepaling van Leeuwarden als kernge
meente en stedelijke knooppunt wordt nader geaccentueerd. De
omliggende gemeenten hebben vooralsnog geen plannen om hun
20
winkelsluitingsverordening aan te passen aan de wet. De
meerwaarde van Leeuwarden als winkelhart voor de regio wordt
hierdoor versterkt. De drukte in de stad afgelopen zondag
maakt eens te meer duidelijk dat de verruiming van de zon- en
feestdagenregeling blijkbaar voorziet in een maatschappelijke
behoefte. In de naaste toekomst is een verdere verruiming van
de winkelsluitingstijden te verwachten. De verordening thans
niet aannemen spoort niet met dit beleidsvoornemen. De par
tijen die zich met deze verordening niet kunnen verenigen
voeren onzes inziens een achterhoedegevecht.
Dit alles overwegende is voor ons reden om akkoord te gaan
met de voorliggende verordening.
De heer Feddema: Voorzitter, door de verdere liberalisering,
die blijkt uit dit raadsvoorstel is dit nagenoeg landelijk
beleid. Zo moet het ook volgens ons zijn, wij leven per slot
niet op een eilandje apart. Het is wat de WD-fractie betreft
van groot belang dat heel Nederland in grote lijnen een goede
winkelsluitingswet heeft. Bij het overleg met het MKB was er
een grote instemming, dat heeft ons in ieder geval deugd
gedaan. Wij blijven ervan uitgaan dat iedereen vrij is zijn
eigen keuze te bepalen, vooral wat de uitbreiding van de
zondagsopening betreft. Van vier naar zes plus twee bijzonde
re zondagen moet volgens ons ook aanvaardbaar zijn. De perso
neelsbelangen moeten volgens de WD-fractie in de CAO's
worden geregeld.
De WD-fractie gaat akkoord met deze evenwichtige Verordening
winkelsluiting Leeuwarden.
De heer Feenztra: De CDA-fractie is uiteraard tegen uitbrei
ding van het aantal te verstrekken ontheffingsmogelijkheden
op de zondagen. Vanuit de bijbel hebben wij geleerd dat wij
zes dagen hebben om te werken en wij kregen een zevende dag
om te rusten. Voor ons blijft dus de zondag een rustdag. Ook
voor hen die wellicht niet om principiële redenen de zondag
als rustdag zien, zal er veel verloren gaan. Velen geven er
op die dag de voorkeur aan om op familiebezoek te gaan, het
opzoeken van een alleenstaande, er op uit te trekken in de
natuur, anderen vullen deze dag met vrienden of om te gaan
sporten. Al deze zaken komen in het gedrang door zonodig te
moeten winkelen. Dit veroorzaakt een steeds jachtiger wordend
leven en geen tijd meer over voor bezinning en rust of te
genieten van stilte in de natuur. Ook komen er mensen in
gewetensbezwaar. Kunnen wij als werkende met bijvoorbeeld een
jaarcontract het werk weigeren of lokt ons het dubbele loon
welke de CAO geeft? En de winkeliers, staan deze te popelen?
Waren de opmerkingen vandaag in de krant over de dag van
21