ritme tot uitdrukking mag komen in zes dagen werken en één
dag rusten. Dat is zo in de christelijke beschaving, maar ook
in verschillende andere wereldgodsdiensten het geval. Ten
aanzien van dit punt vind ik het van belang er nog eens op te
wijzen dat wanneer wij ons niet willen houden aan de regels
die God in zijn woord heeft gegeven, ook in de universele wet
van God die voor heel de schepping geldt, dan maak ik mij
zorgen ook voor de toekomst van dit land, als wij daar niet
naar willen luisteren. De Bijbel is er ook duidelijk in dat
daar waar wij in Gods wegen willen gaan, God daar ook zegen
aan wil geven.
Om die reden steun ik van harte het amendement dat van CDA-
zijde naar voren is gebracht en wat ook mede door mij is
ondertekend en wil ik de raad van harte oproepen om niet mee
te gaan met deze verdere verruiming, omdat er voldoende moge
lijkheden zijn en die zelfs in zekere zin nog worden verruimd
om op die manier de zondagsrust te handhaven in onze samenle
ving.
De heer Jacobse: Voorzitter, ook ik wil eerst mijn afkeuring
uitspreken over het door u en het openbaar genomen besluit om
niet op te treden tegen de overtreding van de Verordening op
de winkelsluiting gisteren door een aantal winkelketens. Het
geeft een verkeerd signaal aan de burgers, het grootkapitaal
staat blijkbaar boven de wet. De redenatie achter het besluit
klopt onzes inziens ook niet. Hoewel het aantal dagen dat de
winkel op zondag open mag, indien de raad daartoe vandaag
besluit, wordt vergroot, is het nog altijd de raad die de
data van deze dagen vaststelt en niet de winkelier zelf.
Voorzitter, mijn fractie heeft er een hekel aan verordeningen
vast te stellen die niet gehandhaafd worden door diegenen die
daarmee zijn belast. Mag mijn fractie van de voorzitter van
deze raad vernemen of de verordening die wij thans wellicht
gaan vaststellen wel gehandhaafd zal worden?
Voorzitter, wij willen thans, net als anderen, vooral stil
staan bij het aantal koopzondagen. In de commissie hebben wij
ons verzet hiertegen gestoeld op drie argumenten:
1. de economische noodzaak is voor ons niet vast komen te
staan;
2. indien een relevante minderheid ernstige principiële
bezwaren tegen zo'n voorstel heeft, siert het een demo
cratie dat de meerderheid rekening houdt met de gevoe
lens van de minderheid;
3. een van de grootste problemen van deze tijd is de gevol
gen van de ver doorgevoerde individualisering, het zoge
naamde ik-tijdperk, vereenzaming, gebrek aan solidari
teit. Gebrek aan sociale vaardigheden om in groeps- en
gemeenschapsactiviteiten te kunnen en te willen functio-
26
neren zijn het gevolg. Men behoort tot geen enkele groep
en heeft met de waarde en normen van anderen niets te
maken en wordt als dusdanig ook niet gecorrigeerd.
De gevolgen zien wij thans al dagelijks om ons heen. In ons
tijdperk lijkt geen tijd weggelegd voor gezinsactiviteiten,
groepsactiviteiten en gemeenschapsactiviteiten. Momenten
waarop iedereen tegelijkertijd vrij heeft van zijn dagelijkse
beslommeringen zijn al schaars, het enig moment is tot heden
de zondag. Gezinsactiviteiten, sportactiviteiten, religieuze
activiteiten, deze vinden alle voor een groot gedeelte ook op
de zondag plaats.
Voorzitter, mijn fractie wil niet roomser dan de Paus of
strenger dan de gereformeerde bond zijn, maar zij vindt wel
dat iedereen recht moet hebben op een moment van rust, een
moment voor zichzelf, voor zijn gezin en voor zijn geloof.
Zijn de economische belangen van de groot-winkelbedrijven dan
zo groot dat wij dat allemaal bereid zijn op te offeren? Dit
is weer een stap op de weg tot afschaffing van de zondag als
dag van rust en iedereen weet dat ook. Het kapitaal wint. Wie
had gedacht dat in een raad die als links-socialistisch wordt
betiteld het kapitaal zou zegevieren?
Voorzitter, de NLP is geen christelijke partij, maar ook voor
niet-christelijke partijen zijn er in het christelijk gedach
tegoed dingen te vinden die voor de hele maatschappij, chris
telijk of niet, goed zijn. Het is goed om bij deze dingen
stil te staan en ze niet bij voorbaat te verwerpen omdat ze
nog stammen uit een oud christelijk verleden volgens sommi
gen. Het zal duidelijk zijn dat mijn fractie geen voorstander
is van het uitbreiden van het aantal koopzondagen en dat wij
tegen dat gedeelte van dit voorstel zullen zijn.
De Voorzitter: Ik wil namens het college reageren op de
ingebrachte stellingen en opmerkingen.
De fracties van D66 en WD hebben in grote lijnen heel duide
lijk het voorstel ondersteund, daarbij regionale koopkracht
en stedelijk knooppunt benadrukkend als extra argument, los
van de landelijke argumentatie. Daar ben ik blij mee, dat is
ook een overweging die bij het college heeft gegolden.
De heer Koops van de PvdA-fractie heeft gelijk dat de tekst
niet is veranderd op basis van de commissiebespreking. Ik wil
graag namens het college toezeggen met de VW en de Kamer van
Koophandel in contact te gaan of dat nu waar is. Dat punt is
nog onduidelijk, ook bij de ambtelijke advisering zijn wij er
niet geheel uit gekomen en ook bij de VNG niet of dat artikel
nu al bedoeld is voor een Leeuwarder situatie of dat dat
eerst uitgezocht zou moeten worden. Ik zeg u graag toe langs
die lijn er achter te komen in hoeverre wij toch redenen
27