deze functie moeilijk exploitabel zou zijn. Dan heb je een relatief lage marktwaarde tegenover een relatieve hoge inves- teringswaarde, want het zal duidelijk zijn dat het complex zeer grondig op de nieuwe functie moet worden afgestemd. Dat betekent dat wij in ieder geval een kwalitatief goed complex zouden terug krijgen. Ik stel mij ook voor dat het mogelijk is, ik zeg u toe dat wij dat heel nadrukkelijk zullen proberen vast te leggen, om te kijken voor welk bedrag de bank nu feitelijk garanties wil hebben, met andere woorden hoe hoog is de lening die de bank wil verstrekken op dit hele complex. Ik maak mij sterk dat het lager is dan f 1,5 miljoen. In de lijn van de opmerkingen die hier gemaakt zijn zou het voor de bank voldoende moeten zijn om dat bedrag als maximum verkoopbedrag vast te leggen. Dan is hun lening volledig altijd gegarandeerd en dan kunnen wij voor een dan relatief laag bedrag dit complex, als het onverhoopt allemaal fout mocht gaan, weer terug krijgen. Dan ben ik ingegaan op de voorstellen zoals die door ver schillende fracties naar voren zijn gebracht, van kijken of je een vast bedrag kunt vaststellen bij terugkoop, mijn indruk is dat dat nog wel eens lager zou kunnen zijn dan die f 1,5 miljoen waar sommige fracties als maximum over hebben gesproken. Mevrouw Tiemersma heeft nog gevraagd hoe het komt dat de bijdrage van de provincie lager is dan geraamd. Ik moet vaststellen dat in de oorspronkelijke beeldvorming wij ervan uitgingen dat er binnen de provincie gecommuniceerd was met betrekking tot de toen toegedachte 5B-subsidie. Achteraf is ons gebleken dat dat helaas niet het geval geweest is. Nu kunnen wij hier een analyse op tafel leggen waardoor dat allemaal is gebeurd, maar het feit is dat er een situatie ontstond dat de 5B, de provinciale bijdrage, nul zou worden. Op dat moment is er nadrukkelijk overleg geweest en is er het maximale uitgestreept wat er op dat moment nog in zat, dat is het bedrag waar wij hier over spreken. Ik denk dat dank zij die nadere bijdrage van de provincie wij van een rendabel project kunnen spreken. De heer Ten Hoeve is ook akkoord gegaan. Over het kettingbeding heb ik gesproken, de zekerheidsstel ling naar de toekomst. Hij heeft daarna nog gesproken over de plaats waar de wethou ders al dan niet tijdelijk zullen worden gehuisvest. Morgen krijgen wij in het college daarvoor een voorstel. De stellingname zoals die door de heer Ten Hoeve naar voren is gebracht met betrekking tot tijdelijkheid, passende bestem ming voor de toekomst, multi-functionele aanwendig is een nieuw element maar zullen wij ook zeker betrekken bij de voorbereiding van de nieuwe plannen. Wij zullen volstaan met 42 buitengewoon simpele aanpassingen, wij kunnen pas echt kwali teit gaan maken of eventueel permanent inrichtingseisen gaan stellen op het moment dat duidelijk wordt dat het college al of niet hier gehuisvest blijft. Wij komen gehoord de opmer kingen daar op terug. Gratis trouwen. De heer Ten Hoeve heeft zelf al aangegeven dat het gaat om geringe aantallen, bovendien is het vrijwel altijd zo dat het mensen zijn die helemaal geen behoefte hebben aan decorum en alleen maar de formaliteit zo snel mogelijk willen afdoen. Dat is het beeld dat wij hebben, die mensen hebben geen behoefte om dan in het Hof te trouwen. In die gevallen dat het toch wel op prijs wordt gesteld, dus uitsluitend financiële motieven maar wel met groot gevolg (om zo maar eens uit te drukken) getrouwd wenst te worden, ben ik bereid om nog eens met de initiatiefnemers voor die specifie ke categorie een uitzondering te bepleiten. Ik kan daar nu geen toezegging over doen, maar ik kom daar op terug om daar uitsluitsel over te geven. Interieurstukken. Het is de gedachte dat alle interieurstuk ken die daar staan, zo de gebruikgevers (dat kunnen de orga nisaties zijn die de heer Ten Hoeve noemt, maar ook de ge meente) zeggen dat zij er zelf geen belang bij hebben, zelf weer aan te wenden. Zo zal het interieur van de wethouderka mers voor een deel zeker aangewend worden voor bijvoorbeeld de tijdelijke huisvesting hier dan wel in het Stadskantoor. Er wordt op dit moment een analyse gemaakt van welke spullen nodig zijn om mee te nemen en welke spullen door de bruik leengevers geacht worden dat men ze niet in die nieuwe con stellatie wil houden, dan gaan ze terug naar de bruikleenge vers. Maar met de eigenaren zal keurig worden bezien wat wel of niet blijft dan wel overgaat. Het meubilair van de Gele Zaal past in dat betoog. De redena tie van de heer Ten Hoeve is dat het hoorde bij de Nieuwe Zaal, ik zal dat niet ontkennen, aan de andere kant is het zo dat er aan de andere kant getrouwd blijft. Je kunt ook zeggen dat het meubilair functioneel is voor de trouwpartijen die daar worden gehouden. Dat is een punt waar wij nog eens over moeten nadenken wat uiteindelijk het beste is, maar daar komen wij nog wel op terug. De kasteleinswoning. Wij hebben heel lang geprobeerd, ook vanuit het college, om onder andere uit het oogpunt van sociale controle die woonfunctie daar te behouden. Er zijn al een aantal argumenten genoemd. Het pand kan niet gemist worden in het concept zoals dat hier voorligt. Wij hebben met betrekking tot de sociale controle de illusie dat ten gevolge van het ander gebruik, met name de appartementen, 's avonds 43

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 22