De Voorzitter schorst om 22.10 uur de vergadering.
De Voorzitter heropent om 22.25 uur de vergadering.
De heer De Beer: Voorzitter, wij hebben in de fractie deze
zaak besproken en zijn tot de conclusie gekomen dat de uitleg
van wethouder Bilker ook de onze is. Dat wil dus zeggen dat
wij akkoord gaan met het voorstel zoals door het college is
gedaan om zo snel mogelijk met het onderzoek te beginnen,
uiterlijk 1 februari de resultaten op tafel te hebben en zo
spoedig mogelijk daarna via de betrokken commissie de raad de
gelegenheid te geven om nog in februari een besluit te nemen.
De heer Jacobse: Voorzitter, een goed verstaander heeft maar
een half woord nodig. In de pauze hebben wij ook gesproken
over hoe de andere fracties er over denken. Hoewel wij blij
ven volhouden dat het wel eens zo zou kunnen zijn dat die
besluitvorming niet in februari zal plaatsvinden, omdat dan
de uitkomst van het onderzoek pas zal komen, hebben wij
geconstateerd dat deze motie het niet zal halen. Wij trekken
daarom deze motie in.
De heer Bilker (weth.Voorzitter, er zijn mij verder geen
vragen meer gesteld.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 24 (bijlage nr. 227).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 25 (bijlage nr. 229).
De Voorzitter: Aan de orde is Beleidskader en Verdeelbesluit
Sociale Vernieuwing 1995.
52
De heer Brok: Voorzitter, bij een klein onderdeel heeft mijn
fractie bij de behandeling in de commissie van het Beleidska
der Sociale Vernieuwing 1995 een voorbehoud gemaakt en wel
bij de toevoeging van het surplus bijzondere bijstand A
f 241.000,aan het Fonds Sociale Vernieuwing. Alhoewel het
een buitengewoon sympathiek gebaar lijkt om overgebleven
gelden van de bijzondere bijstand toe te voegen aan het fonds
waaruit innemende zaken gefinancierd worden, is mijn fractie
van mening dat het principieel onjuist is als een surplus van
pot X naar pot Y wordt doorgesluisd. Als er een surplus is,
in dit geval bij de bijzondere bijstand, dan dient het geld,
als de beschikbare gelden niet te besteden zijn voor de groep
mensen die aanspraak kunnen maken op de bijzondere bijstand,
terug te vloeien naar de algemene reserve. Ook in dit geval,
al was het alleen maar omdat mensen die gebruik maken van
gelden uit het Fonds Sociale Vernieuwing niet of wellicht
slechts ten dele behoren tot de doelgroep van de bijzondere
bijstand. Het gaat om twee verschillende groepen. Echter
gezien het feit dat er binnen niet al te lange termijn ge
start zal gaan worden met de evaluatie van het gemeentelijk
minimabeleid, dan leg ik even de link naar de bijzondere
bijstand, lijkt het ons op dit moment verstandiger als wij
eerst die evaluatie afwachten en vervolgens kijken of een
eventueel surplus binnen een wellicht nieuw op te zetten
beleidskader voor gemeentelijk minimabeleid ingevuld kan of
moet worden. Als wij volgend jaar constateren dat een nieuw
beleidskader voor dat minimabeleid achterwege dient te blij
ven, waardoor een eventueel surplus in dat geval niet meer
nodig is. En als er al sprake mocht zijn van een surplus, dan
zal mijn fractie met een wijzigingsvoorstel komen om het
surplus niet weer te laten afvloeien naar het Fonds Sociale
Vernieuwing
Voor dit jaar gaat de WD-fractie dus vooralsnog akkoord met
de storting van het surplus bijzondere bijstand in het Fonds
Sociale Vernieuwing.
Rest mij alleen nog nogmaals de welgemeende complimenten te
geven aan mevrouw Cerini en de hare over de verschillende
stukken die wij in de commissie hebben besproken.
De heer De Jong (weth): Voorzitter, de heer Brok herinnert
aan de discussie die in de Commissie Economische en Sociale
Zaken heeft plaatsgevonden. Ik herinner hem er nog eens aan
dat het storten van het surplus bijzondere bijstand naar het
Fonds Sociale Vernieuwing gebaseerd is op een raadsuitspraak.
Ik constateer nu dat hij op zich principiële bezwaren heeft,
maar dat hij toch zo pragmatisch is dat hij in ieder geval
wat betreft dit beleidskader akkoord kan gaan. Ik neem daar
53