De heer Roekiaan: Voorzitter, ik wil toch even wat zeggen
voordat de tweede termijn ingaat. Waarom wil ik wat zeggen?
Ik wil zeggen dat ik hier misselijk van wordt, ik wil zeggen
dat ik mij totaal distantieer van de houding die de raad op
dit moment tot nu toe heeft aangegeven. Ik sta nog altijd
achter het standpunt van de PAL/GroenLinks-fractie, het
initiatief is positief en een van de initiatieven tot nu toe
gedaan door de raad. Wat ik nu hier hoor is hoe het niet
moet, wat ik niet hoor is hoe het wel moet. Ik denk dat ik
hiermee voldoende heb aangegeven, ik distantieer mij van de
totale discussie hier. Jullie zoeken het wat dat betreft maar
uit en komen maar met een beter initiatief en dan praat ik
verder.
De Voorzitter: Misschien is het wel goed om de tussenbalans
van de conclusie ook waar te nemen dat iedere fractie hier
heeft gezegd met dit onderwerp graag verder te willen.
(De heer Roekiman verlaat de vergadering.
Mevrouw De Bruin: Ik wou toch nog op een paar dingen reage
ren, omdat er natuurlijk wel wat dingen in onze richting
gezegd zijn.
Volgens mij ging het met name bij de meeste partijen om de
criteria en de mate waarin wij daar aandacht aan besteed
hebben in de nota. Er is duidelijk het verzoek gekomen van:
hadden jullie maar wat uitgebreider aandacht besteed aan hoe
het vorm zou moeten krijgen. Ik zou daarbij willen zeggen dat
het belangrijkste criterium wel in de nota staat vermeld,
namelijk dat de activiteit die ontwikkeld zou moeten worden
een positief effect heeft op de bestrijding van racisme en de
beeldvorming ten aanzien van de multi-culturele samenleving.
Maar ik zag het nu juist als taak van de Commissie Welzijn om
in gezamenlijkheid te praten over hoe je daar precies invul
ling aan geeft. Natuurlijk hebben wij zelf wel ideeën hoe je
dit zou kunnen doen, maar ik zag dat juist, bij de voorberei
ding van dit initiatiefvoorstel, toch ook als een verantwoor
delijkheid van ons allemaal, omdat wij dat ook uitgesproken
hebben denk ik in het Collegeprogramma. Dat met betrekking
tot de criteria.
De dekking.
Ik ben het met mevrouw Schaafsma eens, op het moment dat zij
zegt er blijft geld over bij de projectenpot etnische groepen
moet je natuurlijk kijken hoe dat komt en hoe je in de toe
komst kunt zorgen hoe dat geld opgemaakt wordt of beter
besteed wordt, dat is ook wat wij in de commissie aangegeven
76
hebben. Wij hebben alleen op dit moment gemeend met een
voorstel en een dekkingsvoorstel te moeten komen en daar zit
op dit moment geld, dat is voor ons de dekking. Natuurlijk
ben ik heel erg blij dat er nu door het bureau nieuwkomers
Leeuwarden alsnog een verzoek ingediend is en dat dat ten
laste van die pot komt.
Ik heb begrepen dat er op dit moment niet een erg groot
draagvlak bestaat om dit voorstel in stemming te brengen. Wel
hebben een aantal fracties aangegeven dat zij er op zich
positief tegenover zouden staan om het in de commissie te
behandelen. Mijn voorstel op dit moment zal dan ook zijn om
in de Commissie Welzijn dit uitgebreid te behandelen en een
invulling hiervoor te gaan bedenken en daar verder plannen op
ontwikkelen.
De heer Van Olffen: Ik wil toch even reageren op wat ik toch
als een vrij emotionele reactie van de heer Roekiman ervaar.
Ik ben mij in die zin als woordvoerder van mijn fractie van
geen kwaad bewust omdat ik nadrukkelijk heb aangegeven dat
wij voor goede concrete plannen geld over hebben. Wij hebben
gevraagd om een discussie in de Commissie Welzijn te voeren.
Ik heb gerelateerd aan het Collegeprogramma, ik heb gerela
teerd aan de nota Hoofdlijnen waarin stelling wordt genomen
tegen, ik heb alleen gevraagd aan de PAL/GL-fractie en ik wil
dat nog nadrukkelijker formuleren, om samen met hen en met
andere fracties analoog aan het manifest dat wij met elkaar
ondertekend hebben te onderzoeken op welke wijze wij een
krachtig anti-racisme- en dicriminatiebeleid kunnen voeren.
Ik heb alleen enigszins bezwaar gemaakt tegen het gemak
waarbij de PAL/GroenLinks-fractie aan het college vraagt
criteria te formuleren. Ik heb alleen gezegd: ik had het
voorstel sterker gevonden om het eerst in de Commissie Wel
zijn te bespreken. In die zin kan ik mij die reactie niet
voorstellen. Laten wij spoed maken met het vorm geven aan een
krachtig anti-discriminatie- en racismebeleid.
De heer Terpstra: Ik vind dat emotie moeten kunnen, maar ik
denk toch dat ik er even op moet reageren.
Ik vind het jammer dat de heer Roekiman zo gereageerd heeft,
hij heeft dan blijkbaar toch niet goed geluisterd, want wij
zijn het inhoudelijk in belangrijke mate met elkaar eens dat
er wat gebeuren moet, dat het voldoende aandacht verdient,
dat er ook geld voor uitgetrokken moet worden. Wij hebben
alleen gezegd: laten wij er in de commissie over praten, dan
kunnen wij daar met z'n allen de discussie gaan voeren over
wat precies nodig is, hoeveel geld er uitgetrokken moet
77