ring van voorzitters en secretarissen blijkt, als ik ten
minste goed ben ingelicht, dat er daaromtrent nog wat proble
men zijn. De vraag is of de CDA-fractie er op kan rekenen -
en dus ook de raad dat er vanaf 1 januari 1995 weer een
deugdelijk verslag wordt gemaakt van raadsadviescommissies
Mochten er problemen zijn, zou u dan op korte termijn het
seniorenconvent bij elkaar willen roepen om hierover van
gedachten te wisselen?
De Voorzitter: Het antwoord op uw vraag is: ja, u kunt hier
op rekenen. Het seniorenconvent zal wat dat betreft dus ook
niet bijeen hoeven te komen, indachtig de helderheid dat uw
raad vindt en wij dus ook als college dat er vanaf 1 januari
1995 genotuleerd wordt. Er moet nog wel een voorstel ter zake
van de dekking met u worden besproken. Maar dat is onverlet
het ingaan per 1 januari 1995 van de notulering zoals afge
sproken.
De heer Krol: Vorige week dinsdag heeft het college nogmaals
besloten of herbevestigd dat de winkels afgelopen zondag niet
open zouden gaan. Tijdens de wekelijkse persconferentie was
de woordvoerder namens het college daar ook duidelijk over,
ook ten aanzien van te nemen maatregelen. Middels een persbe
richt van 16 december j.l. naar aanleiding van het zogenaamde
Driehoeksoverleg is "in goed overleg afgesproken dat er door
de politie niet zal worden opgetreden". Daarmee wordt de
indruk gewekt dat ook de vertegenwoordiger van de gemeente
het eens was met het niet-optreden.
Voorzitter, kan het college duidelijk maken wat precies haar
standpunt is of is geweest in deze zaak en dan met name het
standpunt ten aanzien van het vervolgen. Is het college met
ons van mening dat een en ander niet bevorderlijk is voor het
rechtsgevoel? Hoe kan men nu in de toekomst ongewilde winkel
openingen voorkomen met dit voorbeeld voor ogen.
De Voorzitter: Ik heb in de gauwigheid vier aspecten als
vragen gedestilleerd uit uw uiteenzetting. Als dat niet klopt
of meer of minder is, hoor ik dat straks wel.
In de eerste plaats is dit in het college vorige week dinsdag
in die zin aan de orde geweest dat de avond daarvoor in de
Commissie Economische en Sociale Zaken vragen zijn gesteld
over de situatie ter zake van die eventuele extra zondag.
Toen hebben wij herbevestigd dat wij als bestuursorgaan b. en
w. twee keer een verzoek daartoe strekkend hadden en hebben
geweigerd en dat zouden blijven doen. Dus geen redenen zagen
4
om die tweeledige weigering in te trekken, c.q. aan te vullen
met eventueel wel een vijfde - en die zou dan illegaal zijn -
winkelzondag. Over de maatregelen hebben wij in het college
niet gesproken.
De tweede vraag is of wij het eens zijn met het politie
optreden. De competentie daartoe ligt niet bij het bestuurs
orgaan b. en w. en hebben wij ook niet als zodanig aan de
orde gehad. Wel, wat wij altijd doen bij verzoeken voor
vergunningen of afwijzingen, het besluit is wat dat betreft
als zodanig hetzelfde, wordt het besluit doorgegeven aan de
politie. Dat is de lijn die wij als bestuursorgaan hebben met
het handhavingsapparaatWij hebben herbevestigd ook aan de
politie dat wij niet voornemens waren een extra vergunning te
verlenen. Toen evenwel bleek dat door onder andere ook onder
nemers contact was gezocht met justitie en van ambtelijke
zijde ook was gebleken dat justitie met dit probleem bezig
was, is er een afstemmingsoverleg geregeld op donderdagmid
dag, het zogenaamde Driehoeksoverleg, tussen burgemeester,
Officier van Justitie en politie. Nadat toegelicht was dat er
vanaf 1 april a.s. een landelijk regeling bestaat, een wette
lijke basis bestaat om tot meer zondagen winkelopening over
te gaan en toegelicht was dat er een raadscommissie was
geweest met een bepaalde duidelijkheid ter zake van een
mogelijke aannemen door de raad ja dan nee van de nu voorlig
gende verordening vanavond en duidelijk was gemaakt dat dat
dus maandagavond aanstaande al aan de orde was - al die drie
aspecten waren niet geheel duidelijk tot dan toe bij justitie
bleek mij - toen heeft justitie heel duidelijk als lijn naar
voren gebracht dat zij ook daarvoor al aan het ontwikkelen
was dat anticiperend op mogelijke strafvervolging, die in hun
ogen niet of maximaal tot sepot zou leiden, het niet zinvol
was om het politie-apparaat te vragen dat het niet dienstig
zou zijn om met zware middelen deze eventuele openstelling
tegen te gaan. Die lijn wordt dan de lijn van het Driehoeks
overleg. Het is gebruikelijk om dan middels een kort en
helder bericht die lijn naar buiten te brengen.
Wat betreft het vierde punt, als er een uitbreiding - maar
ook al zou dan niet gebeuren - van de regel is, blijft het
aantal zondagen dat wij in de verordening hebben staan maat
gevend voor het aantal vergunningen dat het college afgeeft.
Daarover mag en kan geen onduidelijkheid bestaan. Maar het is
altijd zo dat bij het samenwerken tussen bestuursorganen
binnen het staatsrecht, enerzijds justitie anderzijds een
bevoegd orgaan zoals b. en w.er in de uitwerking van de
justitiële aanpak een lijn kan worden gekozen die niet spoort
met de gemeentelijke regelgeving. Dat is nu eenmaal inherent
aan het dualisme bij het aansturen van de politie.
5