punt 10 (bijlage nr. 224).
De Voorzitter: Aan de orde is Vaststellen algemene Inspraak
verordening.
Mevrouw Tieaersaa: Voorzitter, tijdens de algemene beschou
wingen en in de Commissie Bestuur en Middelen heeft de CDA-
fractie meerdere malen benadrukt dat zij veel belang hecht
aan goede en duidelijke inspraakprocedures. Inspraak is een
van de belangrijkste en meest rechtstreekse middelen om
burgers meer te betrekken bij de politiek en dat vinden wij
immers allemaal zo belangrijk. Maar dan moet het wel goed
gebeuren. Wij slagen er helaas nog lang niet altijd in om
duidelijk te zijn naar burgers toe. Het komt nog te vaak voor
dat burgers, met name burgers die bijna nooit inspreken, niet
goed weten wat er nu uiteindelijk met hun inspraakreactie is
gebeurd en welk besluit de gemeenteraad heeft genomen. Het
college heeft toegezegd in het voorjaar te zullen komen met
een uitgewerkte notitie waarin mogelijkheden zullen worden
aangedragen voor een experiment met een vernieuwende vorm van
inspraak en participatie van burgers. Dat klinkt volgens mijn
fractie veelbelovend. Wij gaan er dan ook vanuit dat dit stuk
in het voorjaar klaar is, zodat wij daarmee aan het werk
kunnen, want voordat je het weet is iets vernieuwends immers
al weer achterhaald. Kan het college ons al iets meer vertel
len over de concrete ideeën die hierover leven?
In de commissie heeft het college gezegd dat deze verordening
daarom beperkt kan blijven en dat de uitwerking aan de orde
komt in de toegezegde notitie. Alleen onder deze voorwaarde
kunnen wij op dit moment in principe akkoord gaan met het
vaststellen van deze verordening. Wij willen nu echter wel al
één wijziging, een amendement voorstellen. Dit punt is vol
gens mijn fractie zo belangrijk dat het apart in de verorde
ning moet worden opgenomen. Ik ben hiervoor al ingegaan op
het feit dat het voor burgers vaak niet duidelijk is wat er
gebeurt met de inspraak. Wij vinden dan ook dat dit bekend
moet worden gemaakt aan de inspreker en willen daarom het
volgende amendement indienen:
"Amendement op de inspraakverordening,
artikel 7.3 (oud)
"Het eindverslag wordt zo snel mogelijk ter kennis ge
bracht van het betrokken bestuursorgaan"
wordt
artikel 7.3 (nieuw)
"Het eindverslag wordt zo snel mogelijk ter kennis ge
bracht aan:
16
a. het betrokken bestuursorgaan
b. de insprekers".
Dit amendement is ondertekend door mijzelf en door mevrouw
Schaafsma van de D66-fractie.
De uitwerking van hoe dit concreet zal moeten gebeuren kan
wat ons betreft worden meegenomen in de notitie.
Eén mogelijkheid is dat de insprekers al tijdens de vergade
ring schriftelijk wordt meegedeeld wanneer de reactie op de
inspraak ter inzage ligt.
Mevrouw Schaafsaa: Voorzitter, in de vergadering van de
Commissie Bestuur en Middelen heeft de D66-fractie al aange
geven dat een passage over de afhandeling van de inspraak
naar alle insprekers in de inspraakverordening wenselijk is.
Mevrouw Tiemersma heeft al een aantal argumenten daarvoor
aangedragen. Onze fractie krijgt namelijk regelmatig signalen
dat bij veel insprekers niet bekend is of er wat met de
inspraak gebeurd is en hoe de inspraak in beleidsvoornemens
is verwerkt. De reactie van het college was toen dat deze
verordening een algemene inspraakverordening is en dat diver
se mogelijkheden voor een vernieuwende vorm van inspraak en
participatie van burgers in een aparte notitie uitgewerkt
zullen worden. Dat is zeker een positieve zaak en daar staan
wij dan ook volledig achter. Maar ondanks de algemeenheid van
deze verordening vinden wij de duidelijkheid en helderheid
met betrekking tot die inspraakprocedure voor burgers en
instellingen die inspreken dan wel schriftelijk reageren
dermate belangrijk dat wij toch een passage over de afhande
ling naar degene die van de inspraak gebruik hebben gemaakt
in de verordening artikel 7.3 opgenomen wensen te zien.
Daarom zal mijn fractie het amendement van de CDA-fractie
steunen.
Mevrouw De Haan: Misschien kan ik gelijk reageren, wij hebben
dit in de commissie ook gedaan.
Wij hebben formeel de inspraak geregeld op een manier dat
iedereen kan inspreken op ieder punt. Dat betekent niet dat
wij zo tevreden zijn op de manier waarop het altijd gebeurt
en wij vinden ook dat wij moeten streven naar vernieuwende
vormen. Ik vind zelf dat daar nog weinig beweging in zit,
moet ik eerlijk zeggen. Ik zou graag zien dat daar wat meer
ideeën over kwamen. Wij wachten op dat punt de notitie af en
denken ondertussen zelf na, ik denk dat dat heel belangrijk
is.
Mevrouw Tiemersma zegt dat de mensen die in de commissie
komen een schriftelijk verslag zouden moeten hebben van wat
17