Ik heb een groot aantal van de opmerkingen van mevrouw Inberg reeds beantwoord. De heer Beers is akkoord namens zijn fractie en vraagt waar het rijk en de provincie hun spullen voor elkaar hebben in planologisch opzicht, hoe het met de gemeentelijke structuur visie is. Er circuleert in het diepste van de gemeente thans een ontwerp daarvoor. Ik ga ervan uit dat komende maand ook de raad bij de eerste brainstormende discussies daarover zal worden betrokken. De heer Greving lijkt in eerste instantie geheel tevreden over het feit dat zijn inbreng in de commissie thans al van een stukje zekerheid is voorzien. Hij pleit voor de hoge brug, ik denk dat dat beeld helder is, maar de discussie moeten wij daar nog over voeren. De eilandjes. Het is juist dat als de route verplaatst wordt dan ook de hele stedebouwkundige opbouw en dus ook de lokatie van eventuele eilandjes aan de oostkant van het plan aan de orde is. De gedachte van het ophogen ligt natuurlijk vrij snel want daar waar water gemaakt moet worden zal er gegraven moeten worden en dan komt er over het algemeen iets vrij, dus lijkt de ophoging in dit geval niet zo'n probleem. Over de feitelijk lokatie en dergelijke komen wij bij de verdere uitwerking van het plan op terug. De heer De Vries brengt het punt van de gestapelde woningen nog eens naar voren, mevrouw De Jong is daar ook op ingegaan. Het gaat hier niet om een wand langs het Van Harinxmakanaal, dat is het beeld dat toch wat opgeroepen lijkt te worden, het gaat om bebouwing die loodrecht als straten op het kanaal staat. Je praat in feite over op regelmatige afstand een blokje ter grootte van een wat groter woonhuis van negen meter hoog op een afstand van ruim honderd meter van andere woningen. Ik wil niet gezegd hebben dat, zoals het plan hier staat, dat type woningen er altijd komt. Er zijn overigens wel motieven waarom op die specifieke plekken toch een wat bijzondere bebouwing zou kunnen komen, ik denk niet dat wij die discussie hier hoeven te voeren. Het is niet zo dat met dit beleidsvoornemen dus ook vaststaat dat dit type bebouwing op die plaatsen komt, maar als uitgangspunt denk ik dat er nu onvoldoende argumenten zijn om op voorhand, gelet op de omvang van het bezwaar daar, al op in te spelen en dit te schrappen. Maar bij de uitwerking zal aan de gemaakte bezwa ren wel degelijk aandacht worden geschonken. De pijlerbrug heeft samen met het uitzicht, ook te maken met die hele ecologische verbindingszone, een grotere doorgang onder de weg door. 20 Mevrouw Inberg: Ik had gevraagd of de wethouder de MER-studie wou inbrengen in die tracéstudie, omdat ik heb begrepen dat met name daarin de kostenaspecten en dergelijke goed worden bekeken. In die studie zouden wij met name graag die varian ten ingebracht zien. De heer Timmermans (weth.Onderdeel van de tracéstudie is die MER-studie en het zal duidelijk zijn dat wanneer er sprake is van verschillende varianten dat ook de kosten daarmee gemoeid zijn. Een pijlerbrug is zowel vanuit land schappelijk als uit ecologisch opzicht te bepleiten ten opzichten van een smalle doorgang met hele lange hoge taluds. Maar de kosten zullen bij de verschillende varianten wel degelijk op het kleed moeten komen en dan zal blijken wat onze mogelijkheden zijn. De voor- en nadelen lijken mij al snel op tafel te komen. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 11 (bijlage nr. 7). De Voorzitter: Aan de orde is Vaststelling Programma Infra structuur 1995/kredietaanvraag voor de uitvoering van civiel technische werken. De heer Brinks: In de commissie hebben wij een voorbehoud gemaakt ten aanzien van de reconstructie van het Vliet. Wij meenden dat in voorgaande jaren het Vliet in 1996 opgenomen was en dat wij ook een motie dienaangaande ingediend hadden. In mijn beleving was die zelfs ook aangenomen, maar wij hebben die motie weer ingetrokken. In die motie stond dat in ieder geval in 1997 het Vliet aangepakt zou worden. In het meerjarenprogramma staat nu dat het in 1997 en 1998 aangepakt wordt. In die zin is onze motie al uitgevoerd zonder dat die in stemming is gebracht geworden. Wat dat betreft kunnen wij er mee akkoord gaan. Nog een korte opmerking. In de beschrijving van de plannen per wijk en per gebied staat opgenomen dat het Vliet in 1996 al gereconstrueerd zal worden, ik denk dat dat soort verschil van jaartallen gebruiken niet echt bevorderlijk is voor de 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 11