fertsjintwurdigje. It antwurd fan de wethalder yn de kommisje
op in fraach dêrnei wie wat faach. Us foarstel is dan ek de
leden fan de kommisje, dy't foar in grut part it kulturele
byld fan Ljouwert bepale sille yn de takomst, troch de ried
te beneamen. Dêrom haw ik hjir de folgjende moasje:
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 16 januari 1995;
besluit
dat de leden van de adviesgroep cultuur uit ver
schillende geledingen van de Leeuwarder maat
schappij afkomstig zijn;
- dat de leden van de adviesgroep cultuur benoemd
worden door de raad;
en gaat over tot de orde van de dag"
(De Voorzitter: De motie maakt onderdeel uit van de beraad
slagingen.
De heer Gros: Mijnheer de voorzitter, ik zou willen beginnen
met het uitdelen van een compliment aan de opstellers van het
Evaluatierapport. Kort samengevat, een heldere analyse, goed
geschreven en nuttige aanbevelingen en conclusies. In de
commissievergadering van 22 december j.l. zijn door de diver
se partijen vragen gesteld omtrent de delegatie en mandate
ring betreffende het afsluiten van subsidiecontracten. Wij
zijn het eens met het adagium "de raad dient te besturen op
hoofdlijnen, dan wel politieke sturing op afstand". De be
voegdheid tot het afsluiten van subsidiecontracten ligt bij
het college van b. en w. en hieraan willen wij vasthouden.
Een correctie achteraf van een eenmaal gesloten subsidiecon
tract door de raad of commissie lijkt mij bestuurlijk niet
verstandig. Tevens ondergraaft deze mogelijkheid van correc
tie de onderhandelingspositie van het college, het doet
afbreuk aan de gelijkwaardigheid van de contractpartijen.
Problemen in het verleden zijn niet maatgevend voor de toe
komst
De heer Graving: Voorzitter, ook voor mijn fractie geldt dat
er in het hele welzijnsbeleid een aantal onderdelen zitten,
dat zal u bekend zijn, die niet onze prioriteit hebben, maar
dat is op dit moment niet in eerste instantie aan de orde,
het gaat er nu om of wij met de subsidieregelingen zoals die
nu voorliggen kunnen instemmen. Dat kunnen wij in grote
lijnen wel.
Over de mandatering zou ik ook heel kort kunnen zijn. Ik kan
40
mij volledig aansluiten bij wat mevrouw Dikken daarover naar
voren heeft gebracht als het gaat om wat de functie van de
raad zou kunnen zijn in het geval er een concept-contract
ligt. Ik denk dat het juist in de experimentele fase van
groot belang is dat ook de raad nog kan verifiëren of de
afspraken die in de commissie gemaakt zijn voldoende verwoord
zijn. Dat is niet een kwestie van wantrouwen, maar als het
gaat om onderhandelingen is het altijd een kwestie van geven
en nemen en bij een dergelijke situatie kan het voorkomen dat
accenten anders komen te liggen dan dat die in de commissie
bedoeld zijn geweest. Om dan naderhand niet voor verrassingen
te komen te staan, lijkt het mij verstandig om de optie te
kiezen dat de contracten pas definitief worden nadat zij ter
inzage hebben gelegen en niet aan de agenda van een commis
sievergadering Welzijn zijn toegevoegd. Ik kan het standpunt
van de PvdA-fractie, zoals dat ook door andere fracties hier
is verwoord, van harte ondersteunen.
Mevrouw De Bruin: Voorzitter, de fractie van PAL/GroenLinks
kan zich vinden in de conclusies en aanbevelingen zoals die
verbonden worden aan de evaluatie deregulering subsidiebe
leid. Grote moeite hebben wij echter met datgene wat in de
raadsbrief gesteld wordt over het Fonds Cultuur en de Subsi
dieverordening van het Fonds Cultuur. Wij hebben de indruk
dat de wethouder in een eerder stadium aangegeven heeft dat
hij een Fonds Cultuur voor ogen heeft waaruit alleen het
Filmfestival, Straatfestival en het Middelzeejazzfestival
structureel gesubsidieerd worden. Deze opzet betekent dat
clubs zoals de Opzet, de Ooievaar en Hothouse Redbad geen
garantiesubsidie meer krijgen. Voor de fractie van PAL/Groen
Links zijn eerdergenoemde clubs van groot belang voor het
culturele klimaat in Leeuwarden, juist omdat zij zo vernieu
wend zijn. Wij zijn van mening dat deze clubs structureel
subsidie dienen te krijgen. De wethouder heeft de afgelopen
maanden ook meerdere malen de wens geuit om binnen het Fonds
Cultuur flexibele middelen te creëren. De reden hiervoor was
dat op de totale cultuurbegroting van zo'n f 10 miljoen het
niet zo mag zijn dat geen vrij besteedbare middelen beschik
baar zijn. Dit zijn wij helemaal met de wethouder eens. Dat
deze middelen echter uit het minimale budget van het Fonds
Cultuur moeten komen bevreemdt ons. Wanneer je binnen deze
beperkte middelen ook nog eens flexibele middelen wilt cre-
eren, verdeel dit dan gelijkelijk over alle subsidies die
verstrekt worden aan theatervoorzieningen. In plaats van 20%
binnen het Fonds Cultuur kun je dan volstaan met 3 tot 5%.
Het argument in de raadsbrief dat organisaties als Hothouse,
Ooievaar en Opzet 20% gekort worden in 1995 enkel om daar al
vast aan te wennen vinden wij "kul".
41