De heer Tiaaeraans (weth)Voorzitter, mevrouw Dikken heeft
gevraagd, nadat zij heeft aangegeven dat haar fractie kan
instemmen met de keuze om de adviescommissie door het college
te laten kiezen, of het mogelijk is om nog eens even in de
commissie toe te lichten waarom de reeds door het college
gekozen mensen tot die commissie zijn toegetreden. Er is
uiteraard geen enkel bezwaar tegen om u die informatie te
geven.
Dat is ook de opmerking in de richting van de heer De Jong,
zij het dat er een faseverschil is, het college heeft reeds
een besluit genomen om deze mensen te benoemen. Voor dit jaar
en voor geen enkel jaar is er bezwaar tegen om aan te geven
waarom wij dat gedaan hebben. In voorkomende gevallen zullen
wij, gelet op de accenten die de raad wil leggen, ons beraden
en voor de juiste samenstelling van de commissie zorg dragen.
Mevrouw De Bruin stelt vast dat haar fractie het niet eens is
met een besluit wat eerder door deze raad is genomen. Ik neem
daar kennis van, zij het dat ook het college erkent dat de
organisaties waar mevrouw De Bruin over sprak, als het gaat
om de culturele bijdrage die deze organisaties in deze stad
leveren, niet ter discussie staan. De vraag is alleen hoe
structureel dan wel anderszins je dit wilt oplossen, waarbij
het belang van de functie erkend wordt. Alleen om nu op
voorhand te zeggen deze wel structureel en bijvoorbeeld
anderen niet, want dat is impliciet wat u doet, dat is een
slag te ver en ook in strijd met eerdere uitspraken.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over de moties.
(De hear De Jong: Foarsitter, wy lüke üs moasje yn.)
Aan de orde is de stemming over de motie ingediend door
mevrouw Dikken van de PvdA-fractie, mede-ondertekend door de
heer Greving van de GPV/RPF/SGP-fractie en de heer Feddema
van de WD-fractie.
De motie wordt verworpen met 13 tegen 22 stemmen. Voor stem
den de leden van de PvdA-fractie met uitzondering van het
college en de heer Den Oudsten, de WD-fractie en de
GPV/RPF/SGP-fractie.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over punt 19.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.met de aantekening van de PAL/GL-
52
fractie geacht wil worden tegen het Fonds Cultuur en de
Subsidieverordening Fonds Cultuur te hebben gestemd.
Punt 20 (bijlage nr. 5).
De Voorzitter: Aan de orde is Privatisering Onderwijs Servi
ce- en Adviesbureau van de Dienst Welzijn.
Mevrouw Dikken: Voorzitter, vanavond bespreken wij dan einde
lijk het resultaat van de onderhandelingen die zijn gevoerd
over privatisering van de afdeling Onderwijs. Een proces dat
door allerlei omstandigheden, die ik hier niet zal noemen,
nogal vertraagd is. Maar gelukkig kunnen wij constateren dat
het resultaat er mag zijn. Voor f 1,2 miljoen worden de taken
als voorheen uitgevoerd, nu zijn wij daar f 2,4 miljoen aan
kwijt. Een contactfunctionaris zorgt voor afstemming en
overleg tussen ASBO (de nieuwe stichting) en de gemeente. Een
wens ook van de politiek is gerealiseerd.
Ook het punt van de B3-status is voor alle partijen op een
goede manier geregeld. Wat dat betreft alleen maar positieve
geluiden.
Waar wij in de commissie nogal over hebben gesproken, zijn de
transitiekosten. Wat heb je er als gemeente voor over om de
Dienst Onderwijs te laten privatiseren. De bedragen, zo
hebben wij geconstateerd, zijn nogal discutabel, zoals ook
gezegd in de commissie. Er kan een ton bij en er kan ook een
ton af, een kwestie van onderhandelen dus. Wij gaan hier wel
mee akkoord omdat wij ook inzien dat een ambtelijke organisa
tie moet worden omgevormd tot een commercieel bedrijf en dat
kost nogal wat extra middelen. Wel vragen wij aan het college
eens te kijken naar de manier waarop je dit soort eenmalige
bedragen moet gaan begroten. Voor f 1,2 miljoen per jaar
worden de taken van het onderwijs uitgevoerd. De rest zijn
bijkomende kosten die ook anders gedekt kunnen worden, bij
voorbeeld in één keer uit de algemene reserve. Dat geeft een
zuiverder beeld van de werkelijke kosten.
Als laatste wil ik namens de PvdA-fractie de nieuwe Stichting
ASBO heel veel succes toe wensen.
De heer Terpstra: Mijnheer de voorzitter, de CDA-fractie
heeft een voorbehoud gemaakt in de commissie, dat was op
praktische overwegingen, niet op inhoudelijke.
Kijken wij naar het voorstel zoals dat er nu ligt, dan stel
len wij vast dat er inderdaad sprake is van afstoting van
uitvoerende taken. Dat spreekt ons zeer aan. Maar wat ons
53