de locatie de Stins, kiezen we ervoor om een school in een
te ruim jasje neer te zetten. We kiezen ervoor dat er loka
len overblijven. Dan komt er een andere financieringsvorm,
ook voor de school, van 1998 en dat betekent dat de scholen
dat geld ook op moeten hoesten voor die lege lokalen. Daar
kan mijn fractie niet achter staan. Wij vinden dat de ge
meente ten alle tijde verantwoordelijk is voor de leegstand
waar we deze nieuwe scholen nu mee opzadelen en dat er
adequaat gekeken moeten worden naar passende herinvulling
van die lokalen.
Een ander punt is, dat is ook tijdens de commissie door
andere fracties al aangegeven, de verkeersveiligheid in
Aldlan. Met name de MR van de Ljepper heeft zich er heel
erg druk om gemaakt, dat er zeker verkeersmaatregelen
genomen moeten worden. Wij pleiten er toch voor, ik zou
heel graag van wethouder Timmermans een toezegging daarover
willen hebben, dat de verkeersmaatregelen die al aan
gekondigd staan in het plan 1994-1995, voor de aanvang van
het nieuwe schooljaar gerealiseerd zijn, zodat op dat
moment ook de verkeersmaatregelen getroffen zijn.
Mevrouw Van Aasiers: Voorzitter, in de commissie is dit
onderwerp zeer uitgebreid aan de orde geweest, daarom zal
ik nu terugkomen op twee punten in de huisvestingsnotitie,
waarbij de WD-fractie een voorbehoud heeft gemaakt.
Ik zal het nog korter doen dan dat ik het in mijn hoofd
had.
Wij hebben een voorbehoud gemaakt voor wat betreft de
combinatie Goudenregenschool, Tjerk Hiddesschool en de
ZamenhofschoolIk kan mij zeer goed vinden in de argumen
tatie zoals mevrouw Dikken die nogmaals op tafel heeft
gelegd. Dus wij stemmen in met het collegevoorstel.
De tweede combinatie waarvoor wij een voorbehoud hebben
gemaakt, betreft de combinatie de Stins en de Ljepper. Ook
hier zijn de argumenten weer herhaald die ook in de ook in
de commissie genoemd zijn, daar wil ik dus niets aan toe
voegen. Alleen nog één punt wat voor ons erg belangrijk
geweest is bij de besluitvorming, dat onze voorkeur er
absoluut niet naar uitgaat dat wij leerlingen in de leef
tijdscategorie tot 12 13 jaar in dusdanige grote getale
op één locatie willen huisvesten, vijf- zeshonderd leer
lingen op één locatie, terwijl er een heel goed alternatief
voor aanwezig is. Dat herhaal ik hier bij deze dan nog een
keer. Dat is voor ons dus ook de doorslaggevende reden te
kiezen voor het collegevoorstel.
44
De heer GravingIn de commissie had ik al ingestemd met
het voorstel van het college. Ik wil hier nog mijn waarde
ring uitspreken voor de uitvoerige en zorgvuldige voorbe
reiding van dit besluit naar de dienst toe en het college
toe.
De heer De Jong (weth.): Voorzitter, alle sprekers hebben
gememoreerd, dat wij in de Commissie Welzijn zeer uitvoe
rig met elkaar van gedachten gewisseld over dit onderwerp.
Zoals mevrouw Dikken dat noemt, is dit de laatste ronde, zo
is het inderdaad ook. Alleen het is aan de andere kant ook
zo dat er nu duidelijkheid komt voor de scholen en dat heel
veel werk nu nog verzet zal moeten worden. Zij wenste de
mensen daar succes bijik wil me daar graag namens het
college bij aansluiten.
Overigens is het wel zo dat mevrouw Dikken gezegd heeft dat
wij scholen op termijn gaan sluiten. Laten wij wel even met
elkaar vaststellen dat wij nu de uitwerking hebben van dit
fusiebesluit wat de huisvesting betreft, dat het gaat om
het sluiten van scholen en tegelijkertijd aanwijzen van
dislocaties en dat doen we op 1-8-1995. Dat daar geen
misverstand over mag zijn.
Een algemene opmerking, dan beantwoord ik eigenlijk de
meeste sprekers die vanavond het woord hebben gevoerd, is
de financiële onderbouwing die door mevrouw Dikken ook hier
is aangedragen.
Een paar opmerkingen, ten aanzien van de situatie in Aldlan
west en oost is het zo, mevrouw De Bruin heeft er op gewe
zen, dat wij nu met elkaar kiezen voor leegstand in Aldlan-
west en Aldlan-oost, dat hebt u gememoreerd. Uitgangspunt
van het college is nog steeds om de hele operatie binnen de
daarvoor bestemde rijksvergoeding te laten plaatsvinden.
Als er gevraagd wordt, kunnen we het totale plaatje, want
zo versta ik dat wat de financiële onderbouwing betreft,
eens met elkaar in de commissie bespreken, dan wil ik dat
graag namens het college toezeggen. Ik twijfel alleen op
dit ogenblik eventjes of dat de eerstvolgende commissiever
gadering zou kunnen zijn op 23 maart, maar wellicht dat we
daar in het agenda-overleg eens naar moeten kijken. Wat mij
betreft zou het iets later kunnen.
Dat laat overigens onverlet dat het uitgangspunt voor het
college, dat heb ik net geformuleerd, helder is. Er staat
namelijk nogal iets op ons af te komen, voorzitter. Er ver
schijnt binnenkort een nota van de staatssecretaris, nota
lokaal onderwijsbeleid. Er is een wetsontwerp ingediend,
dat wetsontwerp ligt nu bij de Raad van State voor advies,
met betrekking tot de decentralisatie van de huisvesting.
45