instantie is genomen. Ik denk dat u zich èn moet realiseren
dat we bij de bezuiniging hebben gezegd, ook de meer
derheid in de raad heeft dat gezegd, op zichzelf willen we
de ijshal een jaar extra de tijd geven om te kijken of de
ijshal op eigen kracht zou kunnen draaien; vervolgens is
het Collegeprogramma gemaakt waarin gezegd is dat de ge
meente zelf intensief aan dat onderzoek zal moeten mee
werken. Daar is bij gezegd dat er geen extra middelen aan
gegeven zouden worden. Wat naar mijn idee door het College
programma gebeurd is, is dat er op zijn minst de indruk is
gewekt, dat de inzet van het gemeentebestuur zou zijn om de
ijshal open te houden. Ik denk dat het Collegeprogramma op
dat punt in ieder geval helder is geweest. Vervolgens is
het onderzoek geweest. Uit het onderzoek blijkt dat de
ijshal in principe op eigen kracht verder kan, dat de
gemeente in de toekomst geen extra middelen meer hoeft te
geven om de exploitatie rond te krijgen, alleen er is één
voorwaarde en dat is het achterstallig onderhoud. Daarvan
heeft het college dus nu gezegd dat daar een dekking voor
is, wat ons betreft stemmen we in. Natuurlijk geeft daar
ook de doorslag in dat de ijshal als voorziening in
Leeuwarden, ook door het college, gezien wordt als een hele
belangrijke voorziening in de stad, niet alleen voor Leeu
warders maar ook voor schaatsers uit de omgeving.
Dat is de enige motivering die ik kan geven om te laten
zien hoe het proces heeft plaatsgevonden, daarmee heb ik
gelijk iets over die f 82.000,- gezegd.
Dan de prioriteitsstelling van de sportwereld in Wirdum. Ik
ben net ingegaan op dat er voor Wirdum als zodanig niet
zoveel verandert. Wirdum heeft hoge prioriteit en blijft
die prioriteit ook houden. Wij hebben daar middelen voor
gereserveerd in de begroting. Als meneer Van Olffen zegt:
zorgt u er in ieder geval voor dat door allerlei voorberei
dingen in de ruimtelijke ordeningsfeer er geen vertraging
komt, dan denk ik dat ik daar "ja" op kan zeggen. Ik vind
dat hij het college daar ook aan moet kunnen houden, net zo
goed als Wirdum de raad er aan mag houden dat het sportveld
er dan ook in 1997 komt, want dat hebben we beloofd. Ik
neem ook aan dat dat gebeurt, dat de voorbereidingen op het
ter-rein van ruimtelijke ordening, die gebeuren moeten, in
ieder geval geen vertraging voor Wirdum voor de vervanging
van dat voetbalveld opleveren.
Het voorstel van de heer Greving om de f 82.000,die
vrijvallen nu in te zetten voor Wirdum. Uiteraard is dat
een afweging die de raad zal moeten maken. Het enige be
zwaar wat ik erbij heb, is dat wij dan in feite praten over
nieuw beleid. In mijn ogen is de procedure dat we over
60
nieuw beleid discussiëren op het moment dat de begroting
aan de orde is en dat we nu een beetje door de systematiek
heen gaan als we nu ter plekke zouden besluiten die
f 82.000,te benutten voor het naar voren halen van het
voetbalveld in Wirdum. Waar ik nog bij wil zeggen dat het
voor die f 82.000,niet kan en dat er dan waarschijnlijk
nog wat bij moet. Voor de rest is dat natuurlijk een
politieke afweging die de raad moet maken.
Mevrouw Inberg onderschrijft namens de D66-fractie de motie
van de CDA-fractie en zegt daarbij, stel dat het voor de
ijshal toch nog ongunstig zal uitpakken, dan moeten we als
raad alsnog besluiten daar extra middelen bij te doen. Ik
denk dat we dan op een heel omslachtige manier bezig zijn
en dat we gewoon nu op dit moment een goed besluit moeten
nemen. Het lijkt mij dan ook handiger, gezien de inschat
tingen waarvan wat ik net verteld heb, om nu ook voor het
totale bedrag als raad te besluiten.
De heer De Beer: Ik vind dat dit zo niet kan. Wij krijgen
nu een nieuw voorstel voorgeschoteld wat ons niet bekend
is. Wij beraden ons op de stukken die we toegestuurd hebben
gekregen. Tot vanavond zijn stukken nagezonden. Er is in de
commissie gevraagd of de wethouder dit alternatief, wat
toen voorgesteld is, wilde bekijken. Dat is ons niet toege
stuurd of hoe dan ook, dat is niet in ons bezit. Ik stel
voor dat we nu toch 5 minuten schorsen zodat wij in ieder
geval over de financiële dekking van het college kunnen
praten.
De heer Hoogeveen: Voorzitter, ik wil mij hier graag bij
aansluiten. In de raadsbrief stond dat ons ter vergadering
stukken zouden worden uitgereikt. Wij horen nu dat zij ter
inzage hebben gelezen. Wij willen graag eerst kennis kunnen
nemen van die stukken.
De Voorzitter: Ik begrijp dat dit procedurevoorstel breed
wordt ondersteund in de raad.
Ik schors de vergadering voor vijf minuten.
De Voorzitter schorst om 22.30 uur de vergadering.
De Voorzitter heropent om 22.45 de vergadering.
61