Mevrouw Inberg: Voorzitter, in de commissie heeft de heer
Feenstra dit voorstel ook al gedaan en dat leek toen een
heel redelijk voorstel dat voor beide partijen voordeel kon
hebben. Ik meen me ook te herinneren dat de wethouder in de
beantwoording zei dat dat is zeker waard was om op die ma
nier te bekijken. Wij hadden dan ook eigenlijk verwacht dat
er een voorstel op deze manier vanavond op tafel zou komen.
Het dekkingsvoorstel, wat nu gedaan wordt, is voor ons
nieuw. Ik heb begrepen uit de beantwoording van de wet
houder dat de nuancering die de D66-fractie heeft aange
bracht op de motie van de CDA-fractie, dat zij van mening
is dat dat te omslachtig is, dat we daar zeker geen geld
mee winnen. Daarnaast hebben we nu gekeken naar de stukken
die ter inzage liggen en zoals de heer Greving ook al zegt,
er staat een maximaal te besteden bedrag, dus wat dat be
treft zijn wij in houdershand.
Daarnaast heeft de wethouder nog aangestipt dat het BTW-
voordeel dubieus is, zoals dat in het voorstel genoemd is.
Uit de beantwoording van de wet-houder hebben wij toch de
indruk gekregen dat er toch te veel risico's aan het voor
stel van de CDA-fractie kleven. Wij zullen onze steun aan
de motie terugtrekken.
De heer Van Olffen: Voorzitter, er wordt door een aantal
fracties gezegd dat er geen extra middelen zijn, dat is
natuurlijk een schijndiscussie, want dat besluit is al
genomen. Daar hebben we het de hele avond over, om er extra
middelen in te steken, het gaat alleen om hoeveel. Het gaat
er nu steeds meer op lijken dat wij een van de weinige
fracties zijn die de ijshal echt wil ophouden. Wij hebben
ons heel consistent aan ons verhaal gehouden. Wij hebben
ons heel consistent aan de uitkomsten van het onderzoek
gehouden. Ik kan me in die zin een klein beetje vinden in
wat de heer Greving inbracht, zijnde dat je zou kunnen
nagaan of je het op verrekeningsbasis moet doen, als er
voordeel zou zijn te behalen. Ik krijg toch de indruk dat
het voorstel van de heer Feenstra niet helemaal juist is
doorgerekend, althans dat de uitkomsten ervan zeer
onduidelijk zijn. Laten we dan vaststellen dat we het
totaal bedrag beschikbaar stellen en indien mogelijk - en
het liefst in overleg met alle partij-en - te komen tot
versobering, maar als dat niet mogelijk is, moet het gewoon
doorgaan, want we vinden immers allemaal dat de ijshal open
moet blijven.
Het tweede punt, wat ik toch nog even wilde benadrukken, is
dat er is toegezegd de planologische ontwikkelingen in
Wirdum zo spoedig mogelijk in orde te maken. Maar wij zou
64
den het ook zeer op prijs stellen dat het, als het enigs
zins mogelijk is - dat heeft te maken met dat we ons toch
een klein beetje moreel verplicht naar Wirdum voelen - om
dan ook de renovatie van het voetbalveld een jaar naar
voren te halen. Dat zouden wij toch wel even willen beklem
tonen
Voor de rest steunen wij het collegevoorstel.
De heer Jacobse: Voorzitter, wij hebben een flink bedrag
uitgetrokken om een onderzoek te laten doen naar de moge
lijkheden en naar de stand van het achterstallig onderhoud.
Waar hebben we dat bedrag voor uitgegeven als een aantal
fracties meent dat zij zelf zoveel wijsheid in huis heeft
dat zij kan zeggen dat het wel voor een x-bedrag minder kan
als je het op een andere manier doet. Ik vind het fijn dat
ze die inschatting kunnen maken, maar voorlopig constateer
ik dat het bedrag, dat het college noemt, gebaseerd is op
cijfers en dat de voorstellen, zoals die bij motie zijn
ingediend tot op heden niet onderbouwd zijn. (De heer Krol:
Dat betekent dat elk onderzoek waar de heer Jacobse mee
werkt, hij dat vervolgens blindelings opvolgt en uitvoert.
De NLP is dan plotseling niet sober meer.) Dat betekent het
niet, dat betekent wel dat de raad ook de bewijsklasse zal
moeten hebben dat als het een neutraal objectief onderzoek
is geweest, dat dat anders is en dat zij dus met cijfers
zal moeten komen dat het inderdaad minder kan. De heer Krol
maakt een inschatting en dat vind ik heel gevaarlijk. (De
heer Krol: Het gaat niet om minder, het gaat er om dat
f 1.000.000,netto meer is dan wellicht nu het college
voorstel suggereert.) (Mevrouw De Haan (weth.): Het colle
gevoorstel is f 1 .175.000, De heer Krol maakt een in
schatting. Het is niet met de ijsclub overlegt of zij dat
ook zelf willen öf zij die mogelijkheden ook zien öf zij
die voordelen ook zien. Ik vind het niet juist ten opzichte
van die ijsclub om eenzijdig die overeenkomst te wijzigen,
zonder dat er cijfers aan ten grondslag liggen dat het ook
inderdaad goedkoper kan. Ik vind dat we er verstandig aan
doen om datgene wat we in de commissie ook met z'n allen
gezegd hebben, namelijk dat er eigenlijk niet aan dit be
drag gemorreld moest worden, dat dan ook zo te houden.
Mevrouw De Haan (weth.): Voorzitter, er is opgemerkt dat
het voorstel, wat het college naar aanleiding van het
verzoek uit de commissie uiteindelijk besloten heeft, te
laat bij de raad gekomen is. Ik kan mij dat op zichzelf
voorstellen, het was misschien beter geweest als wij dat
schriftelijk hadden bevestigd naar de raad toe. In plaats
65