fractie nog haar waardering uitgesproken voor, wat wij toen dachten, de openheid van het college. Vandaag de dag weten wij beter. Het Stadskantoor wordt in de Perspectiefnota niet als tegenvaller genoemd. Dat was dus onjuist en misleidend. Het college heeft willens en wetens bewust de raad noodzake lijke informatie onthouden. Voor de WD-fractie is dit reden om samen met de PAL/GL-fractie, de NLP-fractie en de GPV/RPF/SGP-fractie met de volgende motie te komen: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 8 mei 1995; constaterende: dat de bouw van het Stadskantoor tot overschrij dingen heeft geleid; - dat deze overschrijdingen niet zijn gemeld aan de raad van de gemeente Leeuwarden op het moment dat het College van burgemeester en wethouders van de overschrijdingen op de hoogte werd gesteld; dat ook in de maanden nadat het college op de hoogte was van overschrijdingen, gekozen is om de raad van de gemeente Leeuwarden niet over deze zaak te informeren; overwegende dat de raad het hoogste orgaan binnen de gemeente is; dat het van belang is dat de raad tijdig informa tie krijgt, wil de raad goed kunnen functioneren; - dat in onderhavige geval de raad, ondanks ver zoek, veel te laat is geïnformeerd; spreekt als haar mening uit: dat het politiek onacceptabel is dat het College van burgemeester en wethouders gemeend heeft op deze manier te moeten handelen en dat het college door op deze ma nier te handelen ernstig in gebreke is gebleven; besluit: het vertrouwen in het College van burgemeester en wet houders op te zeggen." De motie is ondertekend door de heer Brinks namens de PAL/GL- fractie, de heer Jacobse namens de NLP-fractie, de heer Greving namens de GPV/RPF/SGP-fractie en door mijzelf namens de WD-fractie. Voor wat de memorie van antwoord betreft, de problematiek is duidelijk omschreven en heel herkenbaar. Dat hier sprake is geweest van een sluipend proces is maar zeer de vraag. Bijna iedereen was zich de afstand college - raad - niet-college- partijen - collegepartijen bewust. Mevrouw De Haan, destijds nog fractievoorzitster van de Partij van de Arbeid, heeft 20 tijdens de bespreking van de Perspectiefnota 1995 zelf nog gesproken over een noodzakelijk groter draagvlak bij belang rijke politieke beslissingen. Dat het college juist op dit moment met deze getuigenis/aflaat komt, plaatst vraagtekens bij de geloofwaardigheid. In ieder geval is het voor wat betreft het incident informatievoorziening naar de raad mosterd na de maaltijd of misschien zou je beter kunnen zeggen als het kalf verdronken is, dempt men de put. Geloof waardig zou de memorie van antwoord kunnen zijn als het college uit eigen beweging opstapt en men zich zou inzetten voor een nieuw college dat zou kunnen rekenen op een breder draagvlak in de raad. Zolang dat niet het geval is, zijn het voor de WD-fractie ware woorden maar slechts op papier. Woorden die in het verleden al vaker gezegd zijn, maar niet hebben geleid tot een daadwerkelijke verandering. De heer Brinks: Voorzitter, de memorie van antwoord en het onderzoeksrapport van de commissie De Haan is in de commissie uitgebreid besproken. Op dit moment denk ik dat het vooral gaat om het beoordelen van het gevoerde beleid van de raad en het college. Het college komt met een memorie van antwoord en begint dan met een analyse van de bestuurlijke cultuur zoals die gevoerd is. De fractie van PAL/GL is van mening dat die analyse klopt. Er moet wat veranderen, dat is duidelijk en helder. Het gevoerde financiële beleid wat betreft het Stads kantoor en zeker wat betreft het inbouwen van controlemoge lijkheden bij de bouw van het Stadskantoor, is af te keuren en hebben wij middels een motie ook gedaan. Het niet informe ren van de raad is een ernstige bestuurlijke misser, dat heeft zelfs het college in de memorie van antwoord toegege ven. Naar de verantwoordelijkheden toe. De fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid heeft het hier ook al over gehad. De raad is verantwoordelijk en het college is verantwoordelijk, wij zijn als geheel verantwoor delijk. Maar daar is wel een hele grote nuancering in aan te brengen, de heer Krol deed dat, de raad is formeel verant woordelijk en - zoals de commissie De Haan zegt - in de juridische context formeel. Als je kijkt naar de verantwoor delijkheid van het college, het college is in de praktijk verantwoordelijk geweest voor èn de overschrijding maar vooral ook voor het niet informeren van de raad. Conclusie van de PAL/GL-fractie naar aanleiding van het onderzoeksrapport en naar aanleiding van de memorie van antwoord is dat er een motie van afkeuring van het gevoerde financiële beleid inzake de nieuwbouw van het Stadskantoor wordt ingediend, mevrouw Van Ammers heeft dat net gedaan. 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 11