Namens mijn fractie wil ik in ieder geval uitspreken dat wij ons er voor in willen spannen om in samenwerking met andere partijen, college, maar ook door eigen initiatieven het ver trouwen in het functioneren van het gemeentebestuur te ver sterken en te herstellen. De uitwerking van de aanbevelingen, waarmee de onderzoekscommissie het rapport afsluit, komt ook tegemoet aan dat streven. Wij zouden graag zien dat die aan bevelingen op zo kort mogelijke termijn in nauw overleg met de Commissie Bestuur en Middelen worden uitgewerkt in een plan van aanpak. De aanbevelingen zijn voor een deel gericht op het in de toekomst vermijden van cruciale fouten die zijn gemaakt bij het bouwproces van het Stadskantoor. Zo moet de Nota Organisatie grote bouwkundige projecten of de Nota Knottnerus, op grond van de informatie die het onderzoeksrap port biedt, herzien en vooral aangevuld worden. Wij geven het college in dit stadium al mee om die herziene nota niet al leen aan het oordeel van de raad te onderwerpen, maar ook aan een nader te bepalen vorm van externe deskundigheid, waarin specifieke kennis op het terrein van het bouwrecht sterk is vertegenwoordigd. In het verlengde daarvan zou ik van het college graag vernemen op welke wijze het college het gebrek aan die specifieke deskundigheid binnen het eigen gemeente lijk apparaat ongedaan wil maken. In de commissievergadering is al aangedrongen op het terug vorderen van betalingen die tijdens het bouwproces zijn ge daan, maar uitgaande van de verscherpte besteksbepalingen niet gedaan hadden hoeven worden of in ieder geval niet op het moment waarop ze gedaan zijn. Wij willen graag zo snel mogelijk in de commissie op de hoogte gesteld worden van de inspanningen die het college op dat front zal plegen. Ik wil de eerste termijn afsluiten met het eindoordeel van de PvdA-fractie. Dat eindoordeel wijkt niet af van het oordeel dat wij tot nu toe in de commissie hebben uitgesproken. Wij onderschrijven alle conclusies van het onderzoeksrapport. Ik heb aan het begin van mijn toelichting daar een nuancering bij gemaakt. Wij spreken uit dat het zwaartepunt van de poli tieke verantwoordelijkheid bij het college ligt, maar dat zeker voor wat betreft de start van het bouwproces en de be sluitvorming daarover de raad mede verantwoordelijk is. Het late informeren van de raad keuren wij ten zeerste af en dat is expliciet in een gezamenlijke motie, die straks door de CDA-fractie zal worden ingediend, opgenomen. Dat wij het college niet naar huis sturen is niet alleen ge legen in de medeverantwoordelijkheid van de raad, maar ook in het feit dat de huidige wethouders niet rechtstreeks verant woordelijk waren voor de overschrijding en de gang van zaken. Uit mijn toelichting tot nu toe moge blijken dat wij ons 12 ervan bewust zijn dat de kwestie Stadskantoor in strikte zin op korte termijn weliswaar niet meer bovenaan op de politieke agenda zal staan, maar dat er nog heel wat moet gebeuren om: 1. soortgelijke fouten als nu gemaakt zijn in de toekomst te voorkomen; 2. een vernieuwde meer open bestuurscultuur tot stand te brengen; 3. het vertrouwen in het functioneren van de gemeente te versterken. De PvdA-fractie wil graag aan de realisering van alle drie doelstellingen haar bijdrage leveren. Graag had zij dat gedaan vanuit de bestaande coalitie, maar de D66-fractie heeft vanmiddag besloten haar wethouder terug te trekken. Dat betreuren wij ten zeerste. Wij hebben de afgelopen weken en vooral de laatste dagen getracht via inhoudelijke besprekin gen en voorstellen een basis te vinden voor de voortzetting van de samenwerking. Wij waren bereid de D66-fractie tegemoet te komen door in te stemmen met de versterkte aansturing van het LIS-traject vanuit de portefeuille Bestuurlijke Vernieu wing. Daar lag ook de link met de aanzetten die vanuit het college zijn gedaan in de memorie van antwoord om tot een opener bestuurscultuur te komen. Deze tegemoetkoming hebben wij schriftelijk uitgewerkt, daar is niets geheimzinnings aan, hij is inmiddels aan de pers aangeboden. Helaas is deze tegemoetkoming door de D66-fractie uiteindelijk als onvol doende beoordeeld. De D66-fractie eiste een compromis waarbij naar onze oprechte overtuiging het zakelijk verband tussen de eindrapportage van de onderzoekscommissie en dat compromis niet aan te wijzen is en daarom door onze fractie ook is afgewezen. (De heer Jacobae: Mevrouw Waandera zegt dat zij een verkla ring heeft afgegeven aan de pera, ik zou het prettig vinden als wij die ook zouden kunnen krijgen. De heer Krol: Voorzitter, de CDA-fractie onderschrijft de conclusies en aanbevelingen van het rapport Stadskantoor, zij het dat wij de verantwoordelijkheid van de raad ietwat nuan ceren. Ik verwijs daarbij voor de argumentatie daarvan naar onze bijdrage in de diverse vergaderingen van de Commissie Bestuur en Middelen. Wij kiezen er voor om dat niet volledig over te doen. Dat betekent dat de projectorganisatie in zijn geheel een dikke onvoldoende verdiende, dat het college teveel heeft vertrouwd op de mondelinge mededelingen van de externe pro jectleider en dat het college gefaald heeft met betrekking tot de informatievoorziening naar de raad en de raad geduren de ten minste driekwart jaar informatie heeft onthouden op grond waarvan de raad eventueel had kunnen bijsturen. Een 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 7