ernstige fout die niet goed te praten valt. Het is duidelijk
wie daarvoor nu de verantwoordelijkheid draagt. Dat is het
huidige College van b. en w.mede als rechtsopvolgers van
het vorige college. Door de deelname aan die colleges voelt
de CDA-fractie zich in het bijzonder betrokken en verantwoor
delijk voor het gevoerde beleid daaromtrent. Het niet infor
meren van de raad en de suggestie gedurende een langere tijd
dat er geen overschrijding zou plaatsvinden heeft er mede toe
geleid dat tijdens de laatste verkiezingscampagne voor de
gemeenteraad in ieder geval onze fractie de burgers van de
gemeente heeft voorgehouden dat een overschrijding van het
bouwbudget niet zou plaatsvinden, mede gelet op die projec
torganisatie.
Met de informatie die wij nu hebben, moeten wij nu zeggen dat
wij dat niet hadden kunnen en mogen zeggen. Ik denk dat een
publiekelijk uitgesproken excuus daaromtrent op zijn plaats
is. Namens de CDA-fractie bij deze.
Moet, gelet op het voorgaande, daarom het college weg of
hebben wij geen vertrouwen meer in het huidige college?
De CDA-fractie vindt dat het huidige college kan blijven
zitten en het vertrouwen kan blijven genieten in ieder geval
voor wat de toekomst betreft. Waarom?
1. omdat de vier eerst verantwoordelijke wethouders, Kes-
sler, Koopmans, Heere en Vlietstra, inmiddels zijn ver
trokken;
2. het huidige college heeft blijkens de memorie van ant
woord volgens ons blijk gegeven van het feit ernstige
fouten te hebben gemaakt en heeft duidelijk gemaakt wie
daarvoor de uiteindelijke verantwoordelijkheid draagt;
3. er ligt op dit moment volgens de CDA-fractie een goed en
werkbaar Collegeprogramma, een program, mits goed uitge
voerd, waar de gemeente bij gebaat is;
4. omdat de CDA-fractie tijdens de commissiebehandeling een
aantal voorwaarden naar voren heeft gebracht die er mede
toe zullen bijdragen dat er op een andere manier gewerkt
zal gaan worden in relatie tussen raad en college, heb
ben wij de indruk dat excessen zoals het Stadskantoor
kunnen worden vermeden.
Die voorwaarden zijn terug te vinden in de gezamenlijke motie
van de CDA- en PvdA-fractie. Die wil ik nu indienen en voor
lezen.
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 8 en 9 mei 1995;
behandelende de memorie van antwoord met betrekking tot
het rapport onderzoek Stadskantoor;
overwegende:
dat het rapport onderzoek Stadskantoor voldoende
duidelijkheid biedt in de oorzaken die geleid
hebben tot de overschrijding op de begrote bouw
kosten;
dat door het College van burgemeester en wethou
ders is aangegeven dat de primaire verantwoorde
lijkheid ten aanzien van de controle op mogelijke
overschrijdingen en het voorkomen hiervan lag bij
het college;
dat door het College van burgemeester en wethou
ders is erkend dat bij de informatievoorziening
omtrent de gewraakte overschrijdingen door het
college een ernstige bestuurlijke fout is ge
maakt
- dat het college in haar memorie van antwoord aan
zetten gegeven heeft die moeten leiden tot een
verbetering in de relatie tussen college en raad,
en tot een verbeterde werkwijze in het bestuur
van deze gemeente;
dat deze aanzetten verdere uitwerking behoeven;
spreekt uit:
dat de door het college gevolgde procedure inzake de
informatievoorziening in deze zaak ten zeerste wordt
afgekeurd;
besluit
het college de opdracht te geven in nauwe samenspraak
met de Commissie Bestuur en Middelen de aanzetten zoals
in de memorie van antwoord weergegeven nader uit te
werken in een plan van aanpak, waarbij de nu volgende
punten in acht genomen dienen te worden:
1. het monistisch karakter van het gemeentebestuur
dient betere invulling te krijgen, waarbij het
primaat hoort te liggen bij de raad;
2. binnen het kader van LIS dient een gedragscode te
worden opgesteld waarin de rollen, verantwoorde
lijkheden van college, raad en ambtelijk apparaat
duidelijk worden vastgelegd; deze gedragscode
wordt voor de aanvang van de zomervakantie door
vertegenwoordigers van alle fracties, daarbij
ondersteund door het ambtelijke apparaat en zono
dig gesteund door specialisten op bestuurlijk en
juridisch terrein van bijvoorbeeld de VNG, opge
steld en aan de raad voorgelegd;
3. de volledige mandaat- en delegatieregeling met
betrekking tot het college en het ambtelijk appa
raat wordt onderzocht en aangepast aan het uit
gangspunt dat het primaat dient te liggen bij de
raad;
4. er zal een regelmatige voortgangsrapportage en
evaluatie van LIS moeten plaatsvinden in de Com-
15