De Voorzitter heropent om 21.25 de vergadering.
De Voorzitter: De vergadering is heropend, het woord is aan
mevrouw Waanders.
Mevrouw Waanders: Voorzitter, ik heb er toch behoefte aan
om in tweede termijn nog te reageren op uitspraken die door
andere partijen zijn gedaan en met name de uitlatingen van
de heer Krol van de CDA-fractie.
De heer Krol heeft aangegeven dat het CDA ten onrechte aan
de kant zou zijn geschoven als oud vuil. Hij heeft een re
constructie gegeven en dat getypeerd als zijn beleving van
de werkelijkheid. Het lijkt mij terecht dat een subjectieve
kwalificatie aan die beleving wordt gegeven, want onze be
leving is toch een andere.
Het telefoongesprek waarover de heer Krol spreekt zou niet
in strijd zijn met de afspraak die gemaakt was daags na de
laatste onderhandelingsbijeenkomst. Naar ons idee is het
dat wel degelijk geweest. Na afloop van de laatste openbare
onderhandelingsbijeenkomst, die nog steeds te maken had met
het samengaan van partijen, hebben de drie partijen die in
principe met elkaar een akkoord hadden gesloten al te ken
nen gegeven dat zij niet echt gelukkig waren met de uit
komst van die onderhandelingen, omdat het streven nog
steeds gericht was op vier partijen. Daags daarna hebben
die drie partijen, CDA, PAL/GroenLinks en de Partij van de
Arbeid dan ook uitgesproken dat alsnog een poging onderno
men zou worden om toch tot een vier-partijen college te
komen. Toen is ook uitgesproken dat zowel D66 als WD wel
kom waren als het ging om een samenwerkingsverband aan te
gaan dat zou moeten uitmonden in een nieuw college. Wat dat
betreft was een expliciete voorkeur niet meer aan de orde.
Wij hebben wel gezegd, omdat van twee partijen een eerste
optie lag waarin de WD voorkwam en niet D66, dat in eerste
instantie de Partij van de Arbeid het gesprek zou voeren
met de WD en in tweede instantie met D66. Dat is ook ge
beurd. Het feit dat het CDA op het moment dat het signalen
ontving dat D66 vergaderde en de inzet van die vergadering
was om alsnog deel te nemen aan een college met de andere
drie partijen.??? Dat telefoontje, dat heb ik ook gecontro
leerd dat is niet een wild gerucht geweest waarop de Partij
van de Arbeid een besluit heeft genomen, dat hebben wij ook
nagevraagd bij D66 zelf, is wel degelijk van invloed ge
weest op het uiteindelijke standpunt van D66 dat luidde:
geen deelname aan een coalitie waarin die drie partijen
vertegenwoordigd zouden zijn. Wat dat betreft gaat het dus
inderdaad om een andere beleving. Daaraan wil ik nog toe
22
voegen dat vorige week maandag, toen dus bekend was dat D66
op dat moment vergaderde met de inzet zoals ik die juist
noemde, dat toen nogmaals is uitgesproken dat wij af moes
ten van het uitspelen van partijen tegen elkaar. D66 had al
eerder te kennen gegeven geen wedloop aan te willen gaan
met de WD. Wij hebben toen ook te kennen gegeven dat wij
ons daar iets bij voor konden stellen, dat wij dat dus niet
meer moesten doen. Op z'n minst had het CDA op dat moment
moeten melden dat het telefoontje al gepleegd was en dat de
WD al benaderd was en gemaand was om te vergaderen. Boven
dien heeft de heer Krol in dat telefoontje ook namens de
PvdA-fractie gesproken en gezegd dat die voorkeur ook bij
de PvdA nog steeds aanwezig was. Ik wil hier toch nadrukke
lijk melden dat wij absoluut geen stok hebben gezocht om de
hond te kunnen slaan. Wat ik er wel aan toe wil voegen is
dat juist op dat moment dat de onderhandelingen in een
enorme impasse verkeerden, waar de partijen nog steeds
streefden naar een vier-partijen college, dat de kans daar
op steeds geringer, dat die laatste kans tot voorzichtig
heid maande van alle drie partijen. Het feit dat het CDA
die voorzichtigheid niet heeft betracht en in die zin -
zoals ik dat juist heb uitgelegd - wel degelijk heeft bij
gedragen aan de uiteindelijke standpuntbepaling van D66,
dat is voor ons, met name ook op het moment waarop het
plaats vond, van belang geweest bij ons besluit om het CDA
los te laten. Ik wil er ook wel aan toevoegen dat als iets
dergelijks zich in een compleet andere situatie had voorge
daan, die manoeuvre, om het zo nog maar even te noemen,
lichter gewogen was bevonden door onze fractie.
De heer Krol heeft al aangegeven dat zijn beleving een
andere is, maar dit is onze beleving en die is niet op ge
ruchten gebaseerd, maar die is op feiten gebaseerd en het
is nagevraagd ook bij andere fracties. Ik heb het besluit
genuanceerd en ik heb ook aangegeven waarom het moment
waarop het plaatsvond en het moment waarop wij dat besluit
namen om het CDA te laten vallen, dat dat zo belangrijk is
geweest. Tegelijkertijd moet ik vaststellen dat nu het het
CDA duidelijk is dat zij niet deel zal nemen aan het nieuwe
college, zij zich snel opwerpt als het geweten van de raad.
Dat blijkt in eerste instantie uit het feit dat de heer
Krol namens het CDA te kennen geeft dat wethouders uit het
oude college niet kunnen terugkeren in een nieuw college.
Dat is toch vrij opmerkelijk, omdat dat tot vorig week
dinsdag geen enkel probleem was voor de fractie. Ik refe
reerde ook aan de uitspraak die de heer Krol deed toen hij
bekend maakte dat het CDA zijn eigen wethouder, de heer
Bilker, terug trok dat dat uitsluitend een verantwoorde
lijkheid van het CDA was en dat hij zich niet wilde mengen
in de verantwoordelijkheid van andere partijen. Kennelijk
23