nuanceerd wordt. (De heer Terpatra: De heer De Jong zit te schudden. Hij heeft herhaaldelijk naar mij beweerd dat hij 'a nachts na half twee pas gehoord heeft dat er een tele foontje was. Hoe kern hij nu volhouden dat het telefoontje een rol heeft gespeeldhij heeft toch zelf de vergadering bijgewoond of ia dat gebeurd nadat hij weg waa?) (De heer Hoogeveen: Ik zal atraks melden wat er in onze fractie ge beurd ia.) Hij achten het onwaarschijnlijk dat alleen op grond van dat ene telefoontje dit soort dingen zouden zijn gebeurd. Vervolgens hebben wij een opvatting met betrekking tot wethouders die wel of niet terugkeren, mevrouw Waanders noemt dat al dan niet geloofwaardig of het geweten van de raad. Wij hebben met betrekking tot onze eigen wethouder een eigenstandige beslissing genomen. Wij hebben de Partij van de Arbeid gevraagd hetzelfde te doen, ik begrijp dat dat niet gebeurt. Wij zullen straks, wanneer wij om een schorsing hebben gevraagd, mededelen wat wij daarmee zullen gaan doen. Het is een misverstand dat wij tegen vijf wethouders zijn, maar wij denken dat het verstandig is om ook naar buiten toe te zeggen dat het niet gaat om werkdruk alleen, maar dat het ook gaat om een wat makkelijker verdeling over vier partijen wanneer de Partij van de Arbeid vasthoudt aan twee wethouders. Wij hebben gezegd: "Zeg dat dan, draai daar niet omheen, maar zeg gewoon, wij hebben er vijf nodig." Uiteraard willen wij altijd met de Partij van de Arbeid praten, maar ik denk dat wij ook zo reëel moeten zijn dat dit een politiek feit is waar wij natuurlijk niet meer omheen kunnen. Wij willen uiteraard best praten over hoe wij het nu verder met elkaar zullen moeten doen, dat is geen enkel probleem. De heer Hoogeveen: Voorzitter, het was, voordat deze colle geonderhandelingen startten, voor ons al duidelijk dat het moeilijke collegeonderhandelingen zouden worden. Immers, een jaar geleden hebben wij ook geprobeerd om te komen tot een college, ook daar was het maken van een samenstelling, die van iedereen de voorkeur had, niet eenvoudig. Ook deze keer weer zijn de collegeonderhandelingen moeilijk geble ken, ik heb daar in mijn eerste termijn al het een en ander over gezegd. Vrij scherp wordt er nu, vooral van de zijde van de CDA-fractie, over telefoontjes gesproken. De heer Krol spreekt over een telefoontje dat ik met de heer Ja- cobse zou hebben gepleegd. Ik heb ook een telefoontje met de heer Jacobse gepleegd en ook met de heer Greving, maar 26 daar is een iets andere situatie aan de hand. Wat er ge beurd is, is dat wij op de dinsdagavond van de collegeon derhandelingen hebben gezegd, wij willen graag onze eigen afweging kunnen maken of wij wel of niet deelnemen aan een college PAL/GroenLinks, Partij van de Arbeid en CDA met D66 samen. Feitelijk konden wij die afweging niet maken omdat de voorkeur voor de WD op tafel lag en ik heb ook toen al tegen mensen gezegd: het beeld dat wij samen met de WD- onderhandelaar de heer Brok een sprintje over de Nieuwestad zou moeten trekken om te kijken wie als eerste aankomt, dat sprintje zou ik graag een keer met hem willen trekken, maar niet in dit kader. Alleen al de manier waarop de heer Brok nu kijkt, geeft mij vertrouwen in de winst. Dat is niet de manier waarop wij in de raad willen komen. Dat is ook de reden waarom wij hebben gezegd: op deze manier doen wij dus niet mee. Feitelijk is gebleken dat ook die maandag op die manier nog partijen tegen elkaar werden uitgespeeld. Niet door het contact dat ik met de heer Jacobse of met de heer Greving heb gehad, maar door het contact dat anderen met de WD-fractie hebben gehad. Op het moment van onze fractie vergadering wist ik niet of dat een contact met de CDA- fractie of met de PvdA-fractie was geweest, dat bleek pas later. Maar dat is natuurlijk wel iets dat feitelijk aan de orde is geweest, waardoor wij onze afweging nog steeds niet zuiver konden maken. Dat zijn de werkelijke telefoontjes die door ons gepleegd zijn. Duidelijk is dat de vertrouwensbasis van dit college breder is dan dat van het college dat vorige maand haar mandaat terug gaf. Het is nog steeds een te kleine vertrou wensbasis, dat blijkt ook vanavond. Dat betekent dat er heel hard gewerkt zal moeten worden aan de echte verbete ring van de bestuurscultuur. Dat kan je niet in een maand van collegeonderhandelingen doen, daar heb je veel meer tijd voor nodig en daar heb je bovendien ook wat meer rust voor nodig dan de situatie waar wij de afgelopen maanden in zaten. Dat was ook de reden waarom de D66-fractie bij de programmabesprekingen zei van, laten wij nu niet direct allerlei detailmaatregelen treffen, maar laten wij eerst eens kijken of wij duidelijk met elkaar in beeld hebben wat nu die cultuur is en wat wij daaraan willen gaan verbete ren. Wij hebben er vertrouwen in dat dit college daar hard aan zal gaan werken, dat zal veel vragen van alle raadsle den in deze gemeenteraad. Wij hopen dat iedereen daar toch, ondanks alles wat er gebeurd is, aan wil gaan meewerken. De heer Beers: Voorzitter, er zijn hier vanavond door een aantal fracties detectiveverhalen geschreven, maar ze halen het niet bij de verhalen van de grote Leeuwarder detective- 27

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 14