Te behandelen:
Punt omschrijving bijlage bis.
1Opening
2. Mededelingen 2
3. Verkiezing wethouders 2
De Voorzitter: De vergadering is geopend.
Ik stel u voor de agenda ter hand te nemen.
Punt 2.
Mededelingen
De Voorzitter: Er zijn geen mededelingen, behalve twee
berichten van verhindering van de leden mevrouw De Bruin en
de heer Bilker.
Punt 3.
De Voorzitter: Aan de orde is
Ik geef dit punt in algemene
de raad te vragen in hoeverre
voorstel in willen gaan.
Verkiezing wethouders.
bespreking door de leden van
zij in algemene termen op dit
Mevrouw Waanders: Voorzitter, op 8 mei j.l. deed zich een
heel bijzondere gebeurtenis voor. Het voltallige college
gaf het mandaat terug aan de raad, nadat de niet-coalitie-
partijen hadden aangekondigd een motie van wantrouwen in te
dienen en de D66-fractie had besloten haar wethouder terug
te trekken. Die bestuurscrisis was door de PvdA-fractie
niet gewenst, maar het was wel een voldongen feit. Onze
inzet was toen om zo snel mogelijk op grond van een aange
past collegeprogramma tot een nieuw college te komen dat op
een brede steun in de raad zou kunnen rekenen. Snel is het
proces niet verlopen, niettemin zijn wij verheugd dat van
avond na een langdurige en moeizame onderhandelingsperiode
een nieuw college geïnstalleerd kan worden waarin vier par
tijen uit de Leeuwarder raad vertegenwoordigd zijn en dat
op een heel breed draagvlak, in totaal 27 zetels, in de
raad steunt.
De PvdA-fractie heeft op grond van bestuurlijke vernieu
wingsargumenten èn in overeenstemming met een raadsbreed
2
verlangen vanaf de start van de onderhandelingen aangegeven
te streven naar een verbreding van het college. Wat ons
betreft zou die verbreding niet alleen vertaald moeten
worden in een toename van het aantal partijen dat aan het
college deelneemt. De verbreding zou bij voorkeur ook
betrekking moeten hebben op het politieke spectrum.
Kortom, de wens ging uit naar een vier partijen college,
waarin links en rechts nadrukkelijk vertegenwoordigd zouden
zijn. Een college van PAL/GroenLinksWD, D66 en Partij
van de Arbeid komt aan beide vormen van verbreding tege
moet. De PvdA-fractie steunt dan ook van harte deze nieuwe
coalitie.
Voorzitter, tot het laatste stadium in de onderhandelingen
hebben wij voor voortzetting van de samenwerking met het
CDA gekozen. Pas in het laatste stadium hebben wij moeten
concluderen dat door toedoen van het CDA een vier-partijen
college alleen nog mogelijk was als wij het CDA zouden
loslaten. Wij zijn er ons terdege van bewust dat met de
nieuwe coalitie een eind is gekomen aan een periode van
meer dan vijftig jaar waarin de PvdA en het CDA in coali
tieverband hebben samengewerkt. En hoewel traditie op
zichzelf nooit een doorslaggevend argument mag zijn bij de
keuze van coalitiepartners, of bij voorkeuren daarvoor, wil
ik vanavond nogmaals benadrukken dat de breuk in die samen
werking geenszins als een verlossing wordt betiteld door
mijn fractie.
Voorzitter, de programmatische onderhandelingen hebben niet
geleid tot revolutionaire veranderingen in het Collegepro
gramma, dat was ook niet te verwachten. Het Collegeprogram
ma was nog maar een jaar geleden door een grote meerderheid
van de raad integraal dan wel op hoofdlijnen onderschreven.
Het nieuwe Collegeprogramma bevat wel een aantal aanvullin
gen door verschillende fracties aangeleverd en veelal
bedoeld om de relevantie van beleidsterreinen en beleids
maatregelen te benadrukken en te concretiseren. Het is niet
verwonderlijk dat de meeste aanvullingen betrekking hebben
op de hoofdprioriteiten van het gemeentelijk beleid en op
de bestuurlijke vernieuwing als randvoorwaarde voor de
beleidsvoorbereiding en de beleidsuitvoering. Het is even
min verwonderlijk dat de inbreng van de PvdA-fractie bij de
bijstelling van het Collegeprogramma zich vooral richt op
de bestuurlijke vernieuwing. Tijdens de raadsvergadering
van 8 mei j.l. heb ik namens de fractie aangegeven dat wij
graag een bijdrage willen leveren aan de verbetering van de
bestuurscultuur, dan heb ik het met name ook over de rela
tie tussen raad en college en de verbetering van de relatie
tussen bestuur en burgers, om het vertrouwen van burgers in
3