wij inderdaad te maken hebben met een waterleidingbedrijf dat stevig in zijn schoenen staat, in financiële zin zijn vol doende voorzieningen voor een aantal risico's ingebouwd. Dat laat inderdaad de vraag open of het zo moet zijn dat een dergelijke instelling er financieel kapitaalkrachtig zeer goed voor staat. Ik heb de vraag gesteld namens het college of het niet zo is dat waar de huidige dividenduitkering absoluut niet in verhouding staat (die is namelijk vrijwel nul) tot de waarde van de aandelen of het niet verstandig is om eens te kijken of het dividend verhoogd zou kunnen worden in de richting van de gemeentes dan wel de tarieven zouden kunnen worden aangepast. De toezegging is gedaan door de directie, gesteund door de raad van commissarissen, dat ten behoeve van de begroting van 1996 voorstellen zullen worden gedaan die inzicht verschaffen in de waarde en de positie van het bedrijf en de mogelijkheden die het biedt. Dat is te meer ook van belang omdat wij, zoals u wellicht bekend is, moeten nadenken over de vraag of er fusies moeten gaan plaatsvinden tussen verschillende soorten nutsbedrijven en ook dan is het goed om de werkelijke waarde van het bedrijf in te schatten wanneer je gaat fuseren. De heer Krol: Ik neem aan, voorzitter, dat wij op de hoogte worden gehouden van datgene wat de heer Timmermans gezegd heeft De tweede vraag. Tijdens de discussie omtrent de nota Tuskenspul betreffende de bestuurlijke vernieuwing in Friesland is ook aan de orde geweest de problematiek van het Stadsgewest. Vanuit de Leeu warder raad zijn vraagtekens gezet bij het toch wel wat vrij blijvende karakter van de samenwerking binnen dat Stadsge west. Gemeenten die zich bedreigd voelden door een mogelijke herindeling riepen toen in koor dat er meer en beter zou moeten worden samengewerkt binnen het Stadsgewest. Kijkend naar de discussie in Boarnsterhim op dit moment aangaande de mogelijke vestiging van groot-winkelbedrijven in de buurt van Grou, is dat een regelrechte bedreiging voor de ontwikke lingen in Leeuwarden en levert geen bijdrage aan het oplossen van de werkloosheid in onze gemeente. Voorzitter, over samen werking in het Stadsgewest gesproken. De vraag is dan, hoe is op dit moment de stand van zaken omtrent het voorgaande in relatie tot het Stadsgewest? Kunnen de mogelijke ontwikkelingen bij Grou, welke nadelig zijn voor Leeuwarden, worden tegengegaan? Wat heeft het college daar tot nu toe aan gedaan? De Voorzitter: De stand van zaken kan als volgt worden inge kleurd. In eerste instantie is er een gesprek geweest op verzoek van het college van Boarnsterhim met het college van Leeuwarden. De delegatie bestond uit de heren Timmermans en ondergetekende, op het provinciehuis onder leiding van de beide gedeputeerden die betrokken zijn, Economische Zaken en Ruimtelijke Ordening. Dat gesprek is heel helder geweest, het heeft opgeleverd dat alleen de gemeente Leeuwarden aan zet is om zo'n eventueel project voor Friesland binnen haar grenzen op te tuigen. Wij hebben ook als antwoord gegeven dat wij daarmee bezig zijn, dat is het ruimtelijke ordenings econo mische beleid zoals u dat kent: één de Centrale, twee eventu eel in beperkte mate een paar overige lokaties. Maar het accent ligt op de Centrale om die uit te bouwen voor de korte en middellange termijn. Voor de rest is de structuurschets ook duidelijk over deze materie. Maar het allerduidelijkst is dat zowel de rijksoverheid als de provinciale overheid dit voluit zo stellen. Over de stand van zaken in het Stadsgewest wil ik graag de heer Timmermans het woord geven, maar in ieder geval is duidelijk dat het Stadsgewest niet competent is. De gemeente Leeuwarden is volledig aan zet en wij hebben uitgestraald dat graag te willen doen, uiteraard in overleg met de inspecteur Economische Zaken, de inspecteur Ruimtelijke Ordening en het provinciaal bestuur en te zijner tijd, na besluitvorming hier, met een duidelijk raamplan ter zake van de Centrale te komen De heer Tiazeraani (weth.Voorzitter, het punt van de GDV- vestiging bij Grou is als mededeling aan de orde gekomen in het overlegplatform Stadsgewest. Daarbij is toen vastgesteld dat het verstandig was om in eerste instantie, zoals de burgemeester ook al heeft aangegeven, de desbetreffende gemeentebesturen samen met het provinciaal bestuur daarover van gedachten te laten wisselen. Het is naar dat forum ver legd, als ik het zo mag zeggen. Die discussie is gevoerd en zal op dit moment denk ik niet feitelijk onderwerp van be spreking zijn in het overlegplatform Stadsgewest. Mocht het zo zijn dat het gemeentebestuur van Boarnsterhim toch meent hiermee door te moeten gaan, dan kan je ook de vraag in algemene zin stellen, wat het betekent als een partij door gaat waar de andere partijen collectief zeggen dat dat niet passend is in de lijn die ook in het Stadsgewest is vastge legd. Dan zullen wij het daarover moeten gaan hebben. Dit is één voorbeeld. Wij hebben hier enige tijd geleden eenzelfde soort discussie gehad toen het ging over de vaststelling van het woningmarktplan. Mocht het zo zijn dat men buiten de 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 3