afspraken treedt, die wij gezamenlijk hebben gemaakt, dan hebben wij een nieuw bestuurlijk feit en dat kan consequen ties hebben voor de benadering en houding die de gemeente Leeuwarden heeft als het gaat over het samenwerkingsverband Stadsgewest De heer Peenstra: Ik heb nog een derde vraag, voorzitter, geacht college. Onlangs heeft de Arnhemse rechter bepaald dat gemeenten geen overheids BV's of NV's mogen oprichten met het doel hierin hun afvaldiensten onder te brengen. Deze werkzaamheden dienen openbaar te worden aanbesteed op basis van Europese richtlij nen. Leeuwarden is ook een van die gemeenten die op zoek zijn naar de mogelijkheid om hun afvaldienst wellicht onder te brengen in een geprivatiseerde NV of iets dergelijks. Onze vraag is nu of wij in dit stadium verder moeten gaan met privatisering van onder andere het deel reiniging uit Stads beheer of moeten wij ons geheel uitleveren aan de private sector met het risico op dit moment wellicht enigszins goed koper, maar op de langere duur misschien het omgekeerde. Met een goed management, gemotiveerd personeel, etc. moet het mogelijk zijn dat dit zelf uit te voeren is. Het lijkt ons voor de zekerheden van het personeel nodig dat hier zo spoe dig mogelijk een besluit over genomen wordt, dan kan er misschien ook binnenkort weer nieuw personeel worden aangeno men voor de reinigingsdienst. Werken met een aantal mensen van 29 op 52 formatieplaatsen, lijkt ons zeer moeilijk. Door overbelasting van de overgebleven werknemers kunnen alleen maar nog grotere problemen ontstaan. Graag uw reactie hierop. De heer Brinks (weth.): Voorzitter, de heer Feenstra heeft gelijk als hij zegt dat het Arnhemse Hof heeft gezegd dat de geprivatiseerde reiniging van Arnhem niet zomaar de reini- gingstaken van de gemeente Arnhem had mogen krijgen, zij hadden dat Europees moeten aanbesteden. Wij zijn hier bezig met een onderzoek naar verzelfstandiging in welke vorm dan ook van Stadsbeheer, waaronder ook de reiniging valt. Dat onderzoek is nog gaande. Het zal duidelijk zijn dat voor ons en voor gemeenten in gelijksoortige situaties een behoorlijke terughoudendheid betracht moet worden met betrekking tot verzelfstandiging. Maar het onderzoek is op dit moment nog gaande. Het lijkt mij goed - en dat kan ik ook toezeggen - dat wij in de commissievergadering van 5 juli de projectlei der van de verzelfstandiging aan het woord laten over de stand van zaken met betrekking tot het onderzoek van de ver zelfstandiging, zodat u dan in die commissievergadering volledig op de hoogte gesteld kunt worden. De heer Ten Hoeve: Mijnheer de voorzitter, een tijdje geleden heb ik u persoonlijk, als hoofd van de politie, een aantal vragen gesteld, op verzoek van mijn fractie wil ik dat graag nog eens in het openbaar over doen. Ik ben door een aantal ondernemers en bewoners van de Tuinen aangeschoten over de grote overlast die op dit ogenblik plaatsvindt op de Amelandspijp door drugs- en drankgebrui kers. Een paar jaar terug is het binnenterrein achter de Kanselarij gesloten, daar vonden vervelende situaties plaats. De groep die zich daar ophield heeft zich verplaatst naar de bushalte en daar is de oplossing bedacht dat de banken, waarop deze groep zich bevond, zijn weggehaald. Daarmee leek het probleem opgelost. Maar dat is natuurlijk niet het geval. Intussen is in mijn beeld in dat gebied nog meer gebeurd, de Mitra is verplaatst en in dezelfde hoek vindt de opvang door het Leger des Heils plaats, de methadonverstrekking. Als je verder in de buurt rond kijkt, zitten er op Droevendal, in de Korfmakersstraat, de Wortelhaven, de Sacramentstraatde Tuinen en Nieuweburen allemaal koffieshops of zaken die daarmee gelijk te stellen zijn. Al met al maakt dat zich op de Amelandspijp op dit ogenblik een kern van mensen ophoudt, die zich in een bepaalde toestand bevindt. Dat is voor de winkeliers en ook voor de mensen die daar winkelen een hele bedreigende situatie. Ik heb het voor een deel zelf aan de lijve meegemaakt en ik merk dat er angst bij de mensen is. Wat ik wil vragen is dat er, voor zover er wettelijke moge lijkheden zijn, - ik realiseer mij dat dat vaak heel moeilijk is en dat dat vaak ook inhoudt het verplaatsen van het pro bleem - er toch in die zin opgetreden wordt dat er voor èn de mensen die daar winkelen een veilig klimaat ontstaat - mensen worden gewoon van de bank weggejaagd of er worden opmerkingen toegevoegd - èn dat de winkeliers zich niet meer bedreigd voelen. De volgende vraag die ik heb is dat wanneer er klachten zijn, er op een goede en adequate manier op gereageerd wordt. Wanneer er een halve dag iemand dronken op straat ligt, moet er denk ik toch op een goede manier actie ondernomen worden. Ten slotte wilde ik vragen of er bekeken kan worden - voor bepaalde gebieden in de binnenstad geldt dat - of er hier wanneer er sprake is van hinderlijk alcoholgebruik niet de APV, artikel 248 gebruikt kan worden om zeker in dit gebied, maar het kan misschien ook gelden voor eexn groter gebiad in de binnenstad, dit soort situaties ongedaan te maken. 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 4