De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 8 (bijlage nr. 108). De Voorzitter: Aan de orde is Verordening woninggebonden subsidies 1995. Mevrouw De Jong: Voorzitter, met ingang van 1 januari 1995 is het Besluit Woninggebonden subsidies, de BWS, gewijzigd. Het is duidelijk dat wij wat aan de late kant zijn om vanavond hierover een besluit te nemen, want wij zijn ondertussen wel een half jaar verder. Voorheen kende de BWS vier afzonderlijke budgetten die onder ling niet uitwisselbaar waren. Nu is er één budget waarbij de middelen naar eigen inzicht verdeeld en besteed kunnen wor den. Het heet dat het nieuwe besluit meer beleidsruimte en meer maatwerk kan leveren. Wel zijn er een aantal voorwaarden waarmee rekening gehouden moet worden bij het verdelen van die middelen, maar die worden in de raadsbrief al genoemd. Omdat het toegekende budget niet hoog is, moeten er keuzes worden gemaakt. Er is gekozen voor het niet meer toekennen van subsidie van premie koop- en huurwoningen die duurder zijn dan f 159.000, Het bouwen van koopwoningen tot f 159.000,blijft gesubsidieerd. Op zich staan wij hier zondermeer achter. Wel maken wij ons zorgen over het bedrag dat aan de individuele bewoners wordt toegekend. In de oude regeling namelijk nam het subsidiebedrag toe naarmate het inkomen lager was. Het kwam voor dat bedragen tot f 35.000, werden toegekend aan bewoners. Nu met het nieuwe besluit geldt dat er geen gedifferentieerd bedrag meer wordt toege kend afhankelijk van het inkomen, maar één vast bedrag van f 10.000,Dit geldt voor inkomens tot f 51.000,volgens de raadsbrief f 58.000, Wat dat betreft is voor deze inkomensgroepen de maatregel een verslechtering. Wij begrij pen dat het budget dat toegekend is, krap is en dat er nog meer maatregelen mee moeten worden uitgevoerd, bijvoorbeeld het toekennen van subsidie aan huurwoningen (overigens gelden hiervoor geen vaste bedragen). Ook snappen wij wel dat het bedrag van f 10.000,enigszins wordt gecompenseerd door de wijze van uitbetaling. Voorheen werd het bedrag jaarlijks uitbetaald over meerdere jaren en in het nieuwe besluit wordt 14 het bedrag ineens toegekend, een bedrag dat dan fiscaal niet is belast. Toch willen wij de wethouder vragen om deze maat regel met name na een bepaalde tijd te evalueren en zo moge lijk bij te stellen, afhankelijk van de effecten van deze maatregel. Als bijvoorbeeld door deze maatregel beduidend minder goedkope koopwoningen worden gekocht door mensen met lage inkomens, omdat het toegekende subsidiebedrag te laag is, zou een wijziging van deze maatregel op zijn plaats zijn. Straks zullen mogelijk in Heechterp dergelijke woningen wor den gebouwd. Het is de bedoeling om in die wijk ook door stroming van huur- naar koopwoningen te bevorderen. Mogelijk is dat een moment waarop de effecten van deze maatregel zichtbaar worden, er is dan weinig of veel belangstelling voor mensen met lage inkomens voor deze huizen. Wij zouden graag een antwoord van de wethouder hierop willen. De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, mijn opmerking gaat over punt 3 en 4 van het besluit en dat betreft de voortzet ting van de huidige situatie in verband met het machtigen van bevoegdheden van de raad aan het college. Om de zaak nu niet op slot te zetten gaan wij akkoord met dit voorstel, maar wij hopen te zijner tijd, en dat moet eigenlijk niet te lang duren, die hele zaak eens op een rijtje te kunnen zetten. De heer Timmermans (weth.Voorzitter, mevrouw De Jong heeft een aantal opmerkingen gemaakt die ook in de lijn van het denken van het college liggen. Wij hebben een keuze moeten maken met betrekking tot het feit dat wij veel minder subsi diemiddelen hebben gekregen en ook een aantal randvoorwaarden van het rijk ons dwingen om beperkingen aan te leggen. Ik denk dat zij gelijk heeft dat wij heel goed in de gaten moeten houden of de doelstelling die wij hebben geformuleerd, met name in Heechterp waar wij spreken in het kader van een verantwoord strategisch woningmarktplan voor doorstroming binnen de wijk, om in ieder geval te kijken of daar een aantal goedkope koopwoningen kunnen worden gerealiseerd. Over die doelstellingen zijn wij het eens. Wij hebben de indruk dat met deze bedragen aannemers/ontwikkelaars bereid zijn op basis van deze subsidieregeling en de kennis die zij hebben van de markt tot bouwplannen te komen. Als dat niet het geval mocht zijn, hebben wij er alle belang bij om opnieuw naar deze situatie te kijken en eventueel met voorstellen voor wijziging van dit besluit te komen. Die toezegging heeft u. De opmerking van de heer De Beer past in recent gemaakte andere opmerkingen in deze. 15

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 8