als doel de sturingsmogelijkheden van de raad te vergroten,
een initiatief dat mijn fractie van harte toejuicht. Het
gaat er nu om dat wij de grote lijn uitzetten voor het te
voeren beleid in 1996 en daaropvolgende jaren in de be
leidsperiode
De nota heeft voor het eerst ook een missie, de ambitie om
het evenwicht in Leeuwarden te herstellen. De gemeentelijke
overheid schept daarvoor de randvoorwaarden. De samenleving
geeft er invulling aan en daarbij wil Leeuwarden betrokken,
toegankelijk en ondernemend zijn.
De fractie van GPV/RPF/SGP vindt deze omschrijving mat en
zwak. Er komt te weinig in uit welke bevoegdheden en ver
antwoordelijkheden de overheid heeft ten opzichte van de
burgers en de samenleving. Voor ons is het uitgangspunt dat
de overheid in dienst van God staat en bij haar beleid
gebonden is aan de universele wet van God, waarvan een
samenvatting is gegeven in het gebod van de liefde tot God
en tot de naaste. De gemeentelijke overheid heeft tot taak
recht en gerechtigheid in de samenleving te handhaven en de
christelijke grondslagen van de samenleving te beschermen,
zij moet de burgers beschermen door handhaving van openbare
orde en veiligheid. Zij moet daarnaast voorzieningen tref
fen die nodig zijn voor een goede economische en sociale
ontwikkeling van de gemeente en voor haar deel bijdragen
aan het duurzame beheer van de schepping. Ook moet zij voor
de inwoners de mogelijkheden bevorderen, waardoor deze hun
maatschappelijk taak zo goed mogelijk kunnen vervullen.
Daarbij zullen zwakken en hulpbehoevenden bijzondere aan
dacht krijgen. De gemeente bevordert bij de burgers het
verantwoordelijkheidsbesef voor de medeburgers en de schep
ping. In het kader van de noodzakelijke sociale en bestuur
lijke vernieuwing is een voortdurende bezinning op de
afbakening van verantwoordelijkheden van de overheid en
burgers gewenst. Dat plaatst ons in een geheel ander en
breder perspectief, waarbij ook verder wordt gekeken dan
een beleidsperiode van vier jaar. Kernpunten daarbij zijn
dat Leeuwarden als centrumgemeente voldoende ontplooiings
mogelijkheden krijgt van hogere overheden en streeft naar
verbreding van het economisch draagvlak. Het gaat niet
alleen om herstel van evenwicht, maar vooral ook om uitbouw
en ontwikkeling. Herstel van evenwicht kan leiden tot
nivellering en dat is desastreus omdat het prikkels tot
initiatieven wegneemt. Belangrijker is het, het bieden van
ontplooiingsmogelijkheden voor iedere burger en daarbij
bijzondere aandacht te geven aan de zwakkeren in de samen
leving.
Het economisch perspectief.
De vooruitzichten voor onze gemeente zijn nog steeds be
26
dreigend, daarom zal veel aandacht gegeven moeten worden
aan de bestrijding van werkloosheid en het scheppen van
nieuwe reguliere banen. Dat maakt een versterkt beleid
noodzakelijk. Zowel ontwikkeling van infrastructuur als
acquisitie in samenwerking met het bestaande bedrijfsleven
verdienen hoge prioriteit. Onze doelstelling is het werk
loosheidspercentage in een periode van tien jaar op het
landelijk niveau te brengen. Een groter deel van de burgers
moet door een baan zich in eigen levensonderhoud kunnen
voorzien, nieuwe bedrijven van starters en bedrijven met
groeipotentie moeten gekoesterd worden. De inzet van banen
plannen, ook in de marktsector, kan hierbij een belangrijk
hulpmiddel zijn. Wij zullen op moeten houden met het
stroomlijnen van banenplannen onderling, dat had ons bijna
300 Melkert-2 banen gekost.
Bij de ontwikkeling van een MTC zullen wij ook de bedrijven
moeten toetsen op hun bijdrage aan het scheppen van werkge
legenheid. Om voldoende eigen middelen vrij te maken voor
nieuw beleid zal er herijking moeten plaatsvinden van
bestaand beleid. Nu sociale vernieuwing minder prioriteit
heeft, ook in de landelijke politiek, zullen wij een herij
king van alle onderdelen in het sociale vernieuwingsfonds
moeten aanvatten. Daarbij moet tevens het buurt- en wijk-
werk geëvalueerd worden.
De financiële ruimte.
Eindelijk weer wat ruimte voor nieuw beleid, maar laten wij
niet te vroeg juichen. Die ruimte komt niet vrij door orde
op zaken te stellen in de eigen begroting, maar komt tot
stand door verruiming van de uitkering uit het Gemeente
fonds en een structurele meevaller door verkoop van aande
len Telekabel. Die twee zaken te zamen zijn nog onvoldoende
voor het scheppen van ruimte voor nieuw beleid. De lijst
van mee- en tegenvallers voor 1995 bedraagt f 3,2 miljoen
negatief, dat is veel te veel. Is er wel echt sprake van
perspectief? Hieruit blijkt opnieuw dat wij nog steeds te
maken hebben met een vertekend beeld door te optimistische
ramingen. Nu de begroting voor 1996 wordt opgesteld, wil ik
krachtig benadrukken dat reëel moet worden begroot en geen
lasten naar de toekomst worden verschoven. Ik heb grote
verwachtingen op dit punt van het nieuwe management.
Om de komende jaren ruimte voor nieuw beleid mogelijk te
maken is een vergroting van de efficiency van het eigen
ambtelijke apparaat noodzakelijk. Het is jammer dat deze
operatie vermengd wordt met de oude taakstellingen. Daar
door wordt de werkelijke omvang en de voortgang ondoorzich
tig gemaakt. De ruimte die daardoor ontstaat voor nieuw
beleid is pas op termijn te realiseren, maar bedraagt na
27