schreven als WD-fractie, daar mag u ons ook aan houden. Dat wil niet zeggen dat de WD-fractie dit college een vrijbrief heeft gegeven voor de komende drie jaren. Wij zullen als dat nodig is dit college bij de les houden, dat doen wij ook heel graag en zodra wij merken dat het libera le gehalte tot praktisch nihil is gedaald in dit college, dan spreken wij elkaar opnieuw. De heer Beers: Ik zou eerst iets aan de heer Brok willen vragen. Hij had het over een libertarische fractie? (De heer Brok: Ja.) Ik zie de fractie van PAL/GroenLinks graag als een libertijnse fractie, waaronder ik versta dat wij wel degelijk aandacht hebben voor het individu, maar ook zeker een heel belangrijk punt is solidariteit daarbij. Daarbij aanhakend denk ik dat het op dit moment volstrekt niet aan de orde is om nieuwe bezuinigingen te wensen, met name in de richting van de heer Greving denk ik dat het volstrekt onverstandig is om op dit moment sociale vernieu wing aan te spreken, buurt- en wijkwerk. Wij kiezen daar op dit moment niet voor, wij moeten naar onze mening de ruimte zoals die in de Perspectiefnota genoemd wordt gebruiken. Voor de komende jaren willen wij met name in de richting van de vermogenspositie kijken. Ik zou daarvoor toch graag een termijn willen horen, aangezien we daar toch al twee drie jaar mee bezig zijn, als ik mij niet vergis, om dat te onderzoeken. Het lijkt mij dat op korte termijn toch moge lijk moet zijn om daar uitsluitsel over te geven. Ik ben niet van plan om alle fractie langs te lopen. Ik denk dat ik met een aantal algemene punten een heleboel duidelijk kan maken in de verschillende richtingen, met name op het punt van lastenverlichting. De PAL/GroenLinks-fractie staat zeker niet afwijzend tegen over lastenverlichting, maar wij vinden wel dat wij ons moeten realiseren dat als wij lastenverlichting willen dat dit zeker een substantiële - en dat betekent dus als struc turele en in de portemonnee zeker voelbare - lastenverlich ting moet zijn. Wij zien de financiële ruimte daarvoor op dit moment nog niet. De maakbaarheid van de samenleving, de klassenstrijd en dat soort dingen, ik denk dat wij daar in een ander verband nog eens verder over moeten praten. Wat het aanpassen van de missie betreft, denk ik dat als het college een herformulering wenst in de richting zoals de D66-fractie dat heeft geformuleerd - een toekomstig en nieuw evenwicht - dan zullen wij daar zeker heel positief tegenover staan. Wat de bestuurlijke vernieuwing betreft ben ik heel be 44 nieuwd naar een discussie daarover met de heer Terpstra, wij zullen elkaar, en de andere fracties, daarover zeker spreken. De heer Jacobse: Voorzitter, velen hebben met meer of minder woorden gezegd dat de mens wat centraler moet staan, velen hebben daarbij ook aangegeven dat dan de nadruk moet liggen op de sociaal zwakkeren. Op zichzelf zijn wij daar niet op tegen, maar het lijkt ons goed dat wij die term, wat wij onder sociaal zwakkeren verstaan, nog eens met elkaar goed doorspreken. Nu het college wat linkser van signatuur is geworden, lijkt het mij ook goed nog eens aan te geven dat het beleid, die ingeslagen weg, niet moet betekenen dat de gemeente meer inkomensbeleid moet gaan ontwikkelen, sterker nog, wij vinden dat het aantal inkomensafhankelijke subsidies, tarieven en dergelijke zou moeten worden afgebouwd. (Mevrouw Waandera: De heer Jacobse zei dat hij zich wel kon vinden in extra aandacht voor de zwakkeren in deze samenle ving. Eén van de manieren is het toepassen van het minima beleid en de instrumenten die daarvoor zijn. Dat heeft te maken met inkomensafhankelijke tarieven, ook die je elders toepast. De heer Jacobse zegt dat je dat vooral niet moet doen, terwijl dat nu juist een prima instrument is om mensen die aan de onderkant van de samenleving staan en op een minimum inkomen zijn aangewezen tegemoet te komen Sociaal zwakkeren is in mijn optiek iets anders dan finan cieel economisch zwakkeren. Vandaar dat ik ook gezegd heb dat je die term wat nader zou moeten omschrijven, wat je daaronder verstaat. Je moet dus ook de instrumenten op specifieke groepen toesnijden. Het is niet per definitie zo, denk ik, dat een uitkeringstrekker ook een sociaal zwakkere is Voorzitter, u heeft gezegd dat wij de discussie over de missie binnenkort voortzetten. Ik vind dat jammer. Ik had gehoopt dat - en als zodanig hebben wij dit ook voorbereid - wij vandaag tot besluitvorming zouden komen. Ik heb nu de indruk dat het eerste gedeelte een beetje een brainstormen de bijeenkomst van de raad is en dat vind ik toch zonde, zowel voor de tijd van de gemeente als van de personen. Als wij brainstormende discussies willen hebben dan zijn daar andere gremia voor. Mevrouw De Haan zegt dat er diverse manieren zijn om nieuw geld te creëren voor bepaalde zaken. Eigenlijk zou er een permanente opdracht moeten zijn om nieuw beleid te finan cieren uit oud beleid. Dat hebben wij in de commissie ook 45

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 23