de publiciteit geweest. Er wordt op de lijst van mee- en
tegenvallers ten behoeve van de begroting van 1995 een
bedrag vermeld van f 5 ton als tegenvaller voor de Harmo
nie. Nu is het rijk voornemens om de BTW binnen de culture
le sector te verlagen van 17,5 naar 6%. De VNG heeft be
zwaar gemaakt tegen een plan van rijkswege om een deel van
die belastingverlaging ten goede te laten komen aan een
apart fonds. De VNG vindt, dat lijkt ons terecht, dat de
belastingverlaging op lokaal niveau past in het streven om
de drempel voor deelname aan cultuur zo laag mogelijk te
houden. Mijn vraag aan het college is of zij zich al een
mening gevormd heeft over de manier waarop de voorgenomen
belastingverlaging zou moeten of kunnen bijdragen aan beide
doelstellingen, zowel het wegwerken van het exploitatiete
kort als het verlagen van de drempel voor deelname aan
culturele activiteiten.
Bestuurlijke vernieuwing en de bedrijfsvoering.
De motie luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 26 juni 1995;
besluit:
1. van de middelen voor nieuw beleid 1996 een
structureel bedrag van f 100.000,beschikbaar
te stellen ten behoeve van bestuurlijke ver
nieuwing en bedrijfsvoering van de gemeente;
2. de middelen voor bestuurlijke vernieuwing met
voorrang aan te wenden voor:
a. maatregelen die gericht zijn op vernieu
wende vormen van inspraak en participa
tie van burgers bij beleidskeuzes en
evaluatie van beleid;
b. maatregelen die de communicatie tussen
gemeente en burgers in kwalitatieve en
kwantitatieve zin verbeteren;
3. de middelen voor bedrijfsvoering met voorrang
aan te wenden voor opleidingen en trainingen
van ambtelijke medewerkers ten behoeve van een
verbeterde bedrijfsvoering;
4. nodigt het college uit met nadere voorstellen
te komen;
en gaat over tot de orde van de dag."
De motie is ondertekend door de heer Den Oudsten van mijn
fractie.
Wat de bestuurlijke vernieuwing betreft heb ik vanochtend
op het belang daarvan gewezen en ik heb ook gereageerd op
opmerkingen die gemaakt werden over dat dat helemaal geen
58
geld hoeft te kosten. Ik heb in de vorige ronde aangegeven
waarom wij vinden dat je daar toch middelen voor beschik
baar zou moeten stellen. Ik heb nog één suggestie die ik
hieraan toe zou willen voegen en die naar mijn idee geen
geld hoeft te kosten. Het lijkt ook heel simpel, maar
misschien wel belangrijk, namelijk dat toezeggingen die
tijdens raadsvergaderingen worden gedaan en zeker bij
zittingen als deze in een lijst van toezeggingen worden
opgenomen en dat die bij de volgende raadsbehandeling aan
de orde komen als agendapunt. Onze ervaring is namelijk wel
eens - en dan gaat het er niet om allerlei verwijten in de
richting van mensen te maken, misschien is het ook wel voor
de hand liggend - dat wanneer dit niet wordt vastgelegd, er
dan een heleboel toezeggingen wel eens uit beeld willen
verdwijnen. Dan komen fracties later tot de ontdekking dat
met die toezegging niets is gedaan. Vandaar mijn verzoek.
Als het gaat om middelen voor de bedrijfsvoering, opleiding
en training van ambtelijke medewerkers, wil ik daar nog één
opmerking aan toevoegen. Wij vinden het van belang dat er
een goede bedrijfsvoering komt conform de uitgangspunten en
maatregelen die in het kader van LIS zijn vastgelegd, dat
daarvoor opleiding en trainingen van leidinggevenden, staf
en uitvoerenden medewerkers vereist is, ligt ook voor de
hand. Wij zijn dan ook bereid om extra middelen in te
zetten voor dat doel, maar wij willen tegelijkertijd graag
op korte termijn inzicht in de reëel besteedbare bedragen
die nu beschikbaar zijn voor opleidingen. Het is voor ons
namelijk wat ondoorzichtig geworden, voor de vorige reorga
nisatie zijn middelen beschikbaar gesteld voor opleiding en
training, er zijn reguliere budgetten voor scholing en
training en ook in het kader van LIS zijn middelen ter
beschikking gesteld. Overigens zijn wij het wel eens met de
opmerking die in de Perspectiefnota wordt gemaakt dat
Leeuwarden in vergelijking met andere gemeenten een rela
tief klein bedrag aan opleidingen per medewerker besteedt.
Moties zal ik nu niet meer indienen. Ik heb nog wel een
aantal opmerkingen te maken.
Ten eerste betreft dat de extra bestuurskosten voor een
bedrag van f 1,5 ton die noodzakelijk zijn voor de uitbrei
ding van het college met een vijfde wethouder. Het spreekt
voor zich dat wij daarmee akkoord gaan.
Er is een suggestie door de heer Den Oudsten gedaan tijdens
de college-onderhandelingen, namelijk om de Commissie voor
de Rekening opdracht te geven om binnen de begroting van de
bestuurskosten voor een deel ruimte te vinden voor die
extra kosten die gemaakt worden voor de extra wethouder.
Die suggestie willen wij graag overeind houden.
59