streeks tegemoet komend aan marktsector en bedrijfsomge
ving. Er zitten een aantal projecten Hemrik in, een project
Leeuwarden-West. Dat zal u ook in het najaar worden voorge
legd.
(De heer Greving: Dat betekent wel dat de acquisitiefunctie
niet versterkt kan worden?)
Een derde opmerking is dat versterking acquisitiefunctie,
dat ziet u ook in de bijlage, gezien het feit dat er in de
lopende personele post middelen voor klaar liggen, recht
streeks kan worden ingevuld. Die hoeft niet meer apart te
worden benoemd. Toen wij de Perspectiefnota voor u samen
stelden was dat nog wel het trefwoord, maar in de bespre
king in de Commissie Economische en Sociale Zaken hebben
wij breder draagkracht ontmoet voor het onmiddellijk inzet
ten van die gelden van het voormalige hoofd Bureau Econo
misch Zaken. Dat kunt u zien als blijvend onderdeel van
deze beleidsintensivering.
Ter zake van de portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
nog één opmerking over het rampenplan en de manier waarop
daar in 1995 en in 1996 mee wordt omgegaan. Dit betreft
inderdaad een intensivering van het oefenen. De aanpassing
op basis van de vergelijking met de Friese gemeenten, het
uniformeren van de rampenbestrijdingsplannen heeft nu
plaatsgevonden. Er is nu al een klein bedrag in de begro
ting opgenomen om een goed draaiboek te maken voor die
oefeningen. In 1996 zal dat ook daadwerkelijk tot een
vergroting van de activiteiten leiden. Wij kunnen daarmee
uit de voeten, gezien uw uitspraken en de totaalmotie.
Mevrouw De Haan: Mijnheer de voorzitter, ik begin met de
nieuwe motie en de moties die er nog liggen.
De nieuwe motie, waar ik uit efficiency-oogpunt blij mee
ben. Ik constateer dat in de nieuwe motie, als je dat
vergelijke met het collegevoorstel er een verschuiving
plaatsvindt, waarbij de meerderheid van de raad, die de
moties indient, zegt wij willen in 1996 iets meer voor het
milieu uittrekken en wij willen iets minder uittrekken voor
Bestuurlijke Vernieuwing, waarbij de inhoudelijke keuzes
voor Bestuurlijke Vernieuwing ook iets scherper gemaakt
worden. Dat is een keuze die wij respecteren. Wat voor mij
van belang is, is dat de indieners van deze motie er voor
kiezen om in ieder geval binnen het budget te blijven. Voor
mij was het ook even de vraag of wij het over 1996 hebben
of over het totaal. Ik begrijp uit de woorden van mevrouw
Waanders dat in feite het collegeplaatje, als het over de
verdeling van de prioriteiten gaat, in middelen overeind
96
blijft en dat deze motie een aanscherping is voor 1996. Dat
betekent dus dat wij over de komende jaren weer voor werk,
weer voor milieu, weer voor leefbaarheid extra nieuwe
middelen gaan inzetten, ook ongeveer in deze verdeling, dat
wij per jaar natuurlijk kunnen bijsturen, dat blijft, maar
dat we in de komende jaren nog veel meer kunnen doen dan
alleen de accenten die aangegeven zijn. Ik ga er op deze
manier mee om dat de raad zegt, op de lange termijn blijven
wij ook voor werk, leefbaarheid, milieu extra middelen
inzetten en voor dit jaar maken wij een aanscherping zoals
wij die nu in de motie hebben vastgelegd. In die zin kan
het college daar bij de voorbereiding van de begroting voor
1996 ook mee uit de voeten en stemmen wij daar dus ook mee
in.
Een opmerking die gaat over de f 150.000,voor de vijfde
wethouder. Wij hebben als college gezegd dat wij dat eigen
lijk niet willen beschouwen als een tegenvaller die je
normaal op je lijstje van mee- en tegenvallers opneemt,
omdat wij daar met z'n allen toch heel bewust voor gekozen
hebben, dus laten wij het vanuit de post nieuw beleid ook
financieren. De raad zegt nu: wij willen het in ieder geval
eenmalig in 1996 dekken ten laste van nieuw beleid en
daarna moet er een andere financiering komen, waarbij die
andere financiering op dit moment niet concreet is. Er is
opdracht gegeven aan het college - zo beschouw ik het - om
te kijken in de post Bestuurskosten of daar nog wat te
bezuinigen valt. Ik wil met alle plezier voor de raad een
overzicht geven van wat er in de post Bestuurskosten zit en
nog eens kijken of daarop te bezuinigen valt. Ik vraag mij
serieus af of wij uit die post structureel een vijfde
wethouder kunnen dekken. Ik denk dat door echt eenmalig de
vijfde wethouder te dekken wij wat onvoorzichtig met dek
king omgaan. Wat dat betreft voel ik wat meer voor het
verhaal dat de heer Hoogeveen in eerste instantie hield,
zolang wij geen dekking hebben zetten wij het onder nieuw
beleid en reserveren wij middelen uit nieuw beleid voor die
vijfde wethouder. Op het moment dat wij andere dekking
vinden kan dat anders. Maar met eenmalige dekking riskeren
wij tegenvallers in de toekomst. Overigens zeg ik toe dat
wij dat overzicht van bestuurskosten zullen leveren en dat
wij zullen kijken of daar wat te besparen valt. (Mevrouw
Vaanders: Het gaat om de reservering voor 1996, dus mocht
het niet lukken om bij het doorspitten van de post Be
stuurskosten alternatieve dekking te vinden, dan moeten wij
terugvallen op die reservering en wellicht ook voor de
jaren daarna opnieuw nieuw beleid en dan structureel vast
stellen. Maar wij willen de moeite doen om dat op een
alternatieve manier te dekken. Als je zou zeggen, wij halen
97