ding te houden in de Commissie Bestuur en Middelen van wat er allemaal aan vast zit. Ik ben het dan met de heer Gre- ving eens dat voordat je zover bent dat je dat ook helemaal uitgeduscussieerd hebt, dat wellicht niet voor de begroting kan maar in ieder geval dit jaar moet. Wat ik er aan toe wil voegen is dat het nooit een soort eindplaatje wordt, maar dat je altijd een soort tussenbalans maakt van hoe je daarmee omgaat. (De heer Beera: Zegt de wethouder daarmee in ieder geval voor de bespreking van de begroting beginnen met het inzicht verschaffen in de vermogenspositie?) Ik denk dat wij dat heel goed kunnen doen in de eerste verga dering na de vakantie van de Commissie Bestuur en Middelen, dat is dus voor de begrotingszitting. Dan hebben wij in ieder geval een beeld van wat er in die discussie allemaal thuis hoort. De moties van de NLP-fractie, ik neem aan dat die niet ingetrokken zijn. De NLP vraagt thans nog geen beslissing te nemen over de invulling van de gelden voor nieuw beleid 1997, 1998 en 1999. Ik ben daar vanochtend ook al even op ingegaan. Ik denk dat wij er als college juist voorstander van zijn om dat wel te doen, met inachtneming van het feit dat je per jaar daar bijstellingen in kunt aangeven. (De heer Jacobae: De wijze waarop de collegepartijen daar invulling aan hebben gegeven, dat heeft de wethouder ook al gezegd, volgend jaar daar nog nadere accenten in te leggen, geeft ons aanleiding om die motie in te trekken.) Het viel mij op dat in de ronde hiervoor de meeste partijen het toch nog hebben over de invulling van f 1 miljoen, terwijl wij vanuit het college steeds praten over f 4 miljoen. Dan kan je namelijk ook veel meer doen dan als je alleen over 1996 praat. Die motie wordt dus ingetrokken. De tweede motie gaat over voorstellen tot bezuinigingen. Daar ben ik net bij de CDA-fractie op ingegaan. Het college is dat niet van plan, is wel van plan om met voorstellen te komen over hoe je uiteindelijk die herschikking tot stand zou kunnen brengen. Ik heb daar vanochtend wat voorbeeldjes van genoemd. De derde motie van de NLP-fractie om met voorstellen te komen om de Onroerend Zaak Belasting in 1996 met f 3,75 miljoen te verlagen, dat ligt voorlopig niet in de bedoe ling. Pas op het moment dat wij echt in staat zijn om meer ruimte te maken voor nieuw beleid, kan ook eventueel de lastenverlichting omhoog, zij het dat het een politieke keuze blijft om dat te doen. 100 Verder heb ik geconstateerd dat zowel bij de NLP-fractie als bij de heer Greving er een aantal andere accenten liggen en dat is natuurlijk wel logisch. Ik denk dat ook voor de verschillende coalitiepartners geldt dat als zij individueel reageren als fractie, ze dan net iets meer voor het ene en voor het andere zouden willen uittrekken als het gaat om nieuw beleid. Ik neem daar kennis van en ik wacht verder af wat de raad daarover besluit. Ik denk dat wij als college die discussie in de raad maar laten komen en de moties in stemming brengen. Dan voeren wij verder uit wat de raad ons opdraagt in dit kader. De heer Timmermans (weth.Voorzitter, mevrouw Waanders heeft namens de PvdA-fractie aandacht gevraagd voor het te ontwikkelen integrale plan voor de binnenstad van Leeuwar den onder het motto "Nieuwe Stad" en met name de mogelijk heden aangewezen om daar de NUON-sponsormiddelen bij te betrekken. Dat is gevolgd door een motie van de CDA-fractie waar bij voorkeur wordt uitgesproken de jaarlijkse bijdrage van NUON voor de uitvoering van dat plan te gebruiken. Ook de WD-fractie heeft een motie over de binnenstad ingediend met betrekking tot de voorbereidingskosten van f 2 ton. Daar wordt weliswaar geen relatie gelegd naar NUON-midde- len. Ik denk dat het college de wens om de NUON-middelen te betrekken zeker bij de voorbereiding van de besluitvorming zal betrekken. Dat lijkt een wat afstandelijk antwoord, dat is niet de bedoeling. De enige reden die wij daarvoor heb ben is dat wij een afspraak hebben dat wij, voordat wij praten over het aanwenden van de sponsormiddelen, dat ook met de sponsor zullen bespreken. Het zal u duidelijk zijn dat het college op zichzelf de combinatie binnenstad en sponsormiddelen van NUON zeer onderschrijft. Het past ook in het criterium dat daaraan gekoppeld is, namelijk dat het moet gaan om plannen voor bovenlokaal/bovenstedelijk be lang. Met andere woorden, de voorkeur van de CDA-fractie zoals die in de motie is aangegeven wordt onderschreven en wij zullen in ieder geval de f 2 ton die de WD-fractie voorstelt met betrekking tot de voorbereidingskosten in dat kader daarin brengen. Dan rapporteren wij u daarover op korte termijn. De heer De Jong (weth.): Voorzitter, ik wilde ingaan op een aantal aspecten die in de bijdragen van de fracties met betrekking tot het speerpunt Zorg zijn genoemd. Allereerst de huisvestingssituatie van het Blijf van mijn Lijf-huis, ook in de combi-motie wordt daarover gesproken. Ik denk dat het nu duidelijk is dat de raad heel breed een 101

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 51