element, dat is er door de raad althans in de motie uitge
haald, is het interne gedeelte. Wij zullen moeten kijken op
welke wijze wij verder dekking kunnen vinden.
Het laatste onderdeel van de combi-motie gaat over de
budgetten die er zijn voor de opleidingskosten. Wil het
college inzicht geven in welke middelen er zijn regulier in
incidenteel? Het lijkt mij verstandig dat wij die discussie
verder voeren straks voorafgaand aan de begrotingsbehande
ling in de raad.
(Mevrouw Waanders: Ik heb nog een vraag gesteld over de
Opstap- en Opstapje-projecten en het probleem dat zich
daarbij voordoet
Ik ben daar niet op ingegaan. Het is inderdaad zo dat de
rijksmiddelen daarvoor stoppen met ingang van 1997 en dat
in het kader van de Perspectiefnota wordt voorgesteld om
extra middelen te reserveren. Anderzijds is het zo, maar ik
heb daar nog geen duidelijke uitspraak van de raad over
gehoord op dit ogenblik, dat als daar geen nieuw beleid
voor wordt gereserveerd, dan zullen wij in de loop van dit
jaar met de HWL om de tafel moeten gaan zitten om te kijken
in hoeverre we het Opstap- en Opstapje-project veel meer
binnen het huidige subsidiecontract financieel vorm kunnen
gaan geven. Dat is dan een aandachtspunt bij nieuwe con
tractonderhandelingen met de HWL. Ik heb de suggestie
begrepen en wat mij betreft nemen wij die mee. Het lijkt
mij verstandig om daar in de commissie nog eens op terug te
komen
Mevrouw Van Aaaers: Bij de motie die is ingediend door de
CDA-fractie bij het negende aandachtspuntje wordt gesproken
over de sportaccommodatie in Wirdum. In de meerjarenraming
is dekking voor de verbetering van de accommodatie in 1997
en 1998 opgenomen. De dienst heeft uitgerekend dat wanneer
dat naar voren wordt gehaald, dat in 1996 al wordt gestart,
dat ons f 250.000,kost. Uit nieuw beleid kunnen wij dat
inmiddels niet meer halen, dat is duidelijk, maar er zou
wel een alternatieve dekking mogelijk zijn, want bij de
discussie over de ijshal bleek structureel f 80.000,vrij
te vallen in de begroting Sport en Recreatie. Die zouden
wij eventueel kunnen aanwenden voor 1995 en 1996 ter voor
bereiding van de sportvelden in Wirdum. Als de raad daar nu
mee akkoord zou gaan, dan zouden wij daar binnenkort mee
kunnen starten. Ik denk gezien de voorbereidingen die men
nog moet treffen dat wij niet voor halverwege 1996 daarmee
aan de gang kunnen gaan. Maar dan zouden wij daar dus
inderdaad een start mee kunnen maken. Voor het jaar 1997 is
104
er al een bedrag opgenomen in de dienstbegroting. Dat zou
dus een dekking kunnen zijn, mijnheer Terpstra. (De heer
Terpatra: Uitstekend mevrouw Van Ammers, ik vind het fijn
dit te horen. Het zal u bekend zijn dat er in 1997 een
bedrag van f 168.000,-- vrijvalt en in 1998 van f 82.000,-.
Dan hebben wij zelf extra ruimte. Het was bij ons ook
hoogstens een stuk voorfinancieringhet kwam in de meerja
renplanning weer terug.) Maar wij gaan er dan vanuit dat
wij in 1995 f 80.000,hebben, in 1996 f 80.000, maar
dat wij pas met de realisering van het plan ook daadwerke
lijk kunnen beginnen half 1996, want er moeten natuurlijk
nogal wat voorbereidingen getroffen worden. (De heer Terp
atra: Wij zijn erg gelukkig met deze oplossingdit bete
kent dat er geld vrijkomt voor andere dingen.) Ik ben daar
ook heel blij mee.
Dan lag er voor mij nog een vraag over de Harmonie van de
PvdA-fractie en een opmerking van de heer Greving over de
Harmonie
Voor wat betreft de BTW-verlaging van 17,5 naar 6%, vertel
ik niets nieuws als ik nu zeg dat er op dit moment nog
slechts een voorstel ligt van Staatssecretaris Nuis. Zoals
het nu staat, heb ik gehoord dat het kabinet er positief
tegenover staat, maar dergelijke maatregelen moeten eerst
in EEG-verband worden besproken. Over de termijn waarop dat
gebeurt, kan ik absoluut niets zeggen. Het kan nog wel ge
ruime tijd duren. (De heer Van Olffen: Het voorstel is toch
dat het zou ingaan op 1 januari 1996?) Volgens mij is dat
niet helemaal zo, maar de heer Van Olffen heeft ook gerefe
reerd aan stukken van de VNG. (Mevrouw Waanders: De VNG
heeft op het voornemen van het rijk gereageerdwant er was
een ander voornemen van het rijk aan gekoppeld om een apart
fonds in te richten, waarbij dan die belastingverlaging
voor een deel teruggestort zou moeten worden en waar dan
andere subsidies uit plaats zouden vinden. De VVG heeft
gezegd dat dat nu juist niet moet gebeuren, de culturele
instellingen moet je laten profiteren van dat voordeel om
de toegankelijkheid van de culturele manifestaties te
vergroten.Maar daar is nog geen uitspraak over gedaan.
Mocht dat voorstel te zijner tijd aangenomen worden, dan
denk ik dat wij ons niet direct rijk moeten rekenen, want
die BTW-verlaging zou namelijk niet voor 100% de Harmonie
ten goede komen. Dit heeft onder andere te maken met de
afspraken die de Harmonie gemaakt heeft met gezelschappen
omtrent de verdeling van de kaartverkoop in verband met de
risicospreidingBijvoorbeeld een verdeling van 20% 80%,
ik noem maar iets. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat
je daar altijd aan moet vasthouden, daar zou je best wel
eens opnieuw naar kunnen gaan kijken. Ik denk dat je er
105