Punt 13 (bijlage nr. 126).
De Voorzitter: Aan de orde is Gemeentelijke bijdrage basis
educatie Leeuwarden 1995.
Mevrouw Dikken: Alhoewel wij in de commissie hier ook uitge
breid op in zijn gegaan, zijn er naar aanleiding van het
fractie-overleg, dat ik afgelopen donderdag heb gehad, toch
nog een aantal vragen. Die wilde ik wel graag beantwoord
hebben
Het gaat met name om de financiering. Als je namelijk kijkt
naar de financiering en de gemeentelijke bijdrage en daar
tegenover de rijksbijdrage, dan is de gemeentelijke bijdrage
nogal hoog. Ik zou graag een overzicht willen hebben van hoe
dat zit in andere gemeenten, want wij betalen heel veel aan
basiseducatie en andere gemeenten zouden dat dan gelijk
moeten doen. Daar zou ik wel graag iets over willen weten,
ook als je kijkt naar de gemeentelijke middelen ten opzichte
van de wachtlijsten, die wij hier nog steeds hebben, want het
blijkt toch nog niet voldoende te zijn om de wachtlijsten op
te lossen. Want daar gaat in wezen ook de gemeentelijke
bijdrage over.
Wat ons betreft lijkt het ons heel verstandig om in de komen
de tijd, voordat wij het weer hebben over het nieuwe plan,
eens samen met het ROC na te denken over de inzet van het
geld en wat het oplevert en ook nog eens opnieuw te kijken
naar de problematiek wat betreft de wachtlijsten en of er ook
andere mogelijkheden zijn. Daar heb je dan de vergelijking
met andere gemeenten ook voor nodig, maar dat wil ik zelf ook
wel voor een deel doen.
Een andere vraag is, is dat er in een tijdschrift (ik heb het
bij me, BVE-informatie) een kort artikel stond dat er f 53,5
miljoen extra is voor taallessen. Ik zou graag willen weten
hoe hoog het bedrag is dat wij als gemeente krijgen en of dit
ook gekort wordt op de gemeentelijke bijdrage.
De heer De Jong (weth.Voorzitter, de opmerking die mevrouw
Dikken namens haar fractie maakt over de gemeentelijke bij
drage, zij zegt dat die rijkelijk hoog is. Ik wil daar wel
tegenover stellen dat wij dat met elkaar als raad hebben
vastgesteld in het verleden en tot nu toe heb ik geen andere
verhalen daaromtrent gehoord.
Als zij vraagt hoe dat zit in vergelijking met andere gemeen
ten, wil ik wel eens kijken of wij daar wat overzichten van
kunnen krijgen.
12
Die wachtlijstenproblematiek is een probleem dat wij jaren
geleden hebben aangevat en daar heeft het rijk ook zijn
verantwoordelijkheid genomen. Het bedrag dat in het besluit
staat bij de raadsbrief, die f 210.000,wordt toegekend.
Dat bedrag is ondertussen ook binnen en wordt weer ingezet.
Wij hebben, noodgedwongen in feite, de groepsgrootte van 8
naar 12 moeten leggen, omdat je daarmee in ieder geval nog
iets kunt doen. Daarmee daalt dan ook de gemiddelde bijdrage
op de cursistenplaats naar f 2.800,
Hoe wij verder die wachtlijstenproblematiek kunnen opvangen
is een beetje afhankelijk van de ontwikkelingen die er aan
zitten te komen. Eigenlijk is dit wat onvoorspelbaar. Wij
hebben geconstateerd dat wij het afgelopen jaar een flinke
toestroom hebben gekregen met name naar de decentrale opvang
vanuit het AZC. Op dit ogenblik is die toestroom weer wat
minder, maar de wachtlijst is nog steeds twee k drie maanden.
Ik denk dat wij met de instelling nog eens goed moeten kijken
hoe wij dat kunnen oplossen.
Wat betreft de vraag van mevrouw Dikken naar de f 53 miljoen,
ik ken dat artikel niet en kan haar op dit ogenblik dus ook
geen antwoord geven op de hele concrete vraag die wordt
gesteld. Ik zou willen voorstellen dat ik die vraag meeneem
naar de dienst en dat zij daar te zijner tijd antwoord van
mij op krijgt. Dat lijkt mij op dit moment het handigste wat
ik dan doen.
Mevrouw Dikken: Dat het terugkomt in de commissie sowieso,
maar het lijkt mij wel verstandig dat de dienst daar achter
aan gaat, want ik weet niet op watvoor termijn dit soort
gelden vrijkomen. Ik zou mij kunnen voorstellen dat je als
gemeente Leeuwarden, omdat je toch nog wel een wachtlijstpro
blematiek hebt, als een haas naar Den Haag gaat om in elk
geval aanspraak te maken op dat geld, want ook voor ons lijkt
mij dat van belang.
De heer Krol: Mag ik mevrouw Dikken vragen wat zij bedoelt
met de hoogte van het geld dat wij uitgeven aan basiseduca
tie. Suggereert zij nu dat het te hoog is en omlaag moet of
zegt zij als wij ten opzichte van andere gemeenten toch
redelijk hoog uitpakken dan moet het naar beneden toe? Wat
wil zij nu eigenlijk bereiken?
(Mevrouw Dikken: Ik wil bereiken dat die wachtlijsten wegge
werkt worden en daarvoor hebben wij èn een bijdrage van het
rijk nodig, maar hebben wij ook als gemeente gezegd dat wij
taallessen voor allochtonen van groot belang vinden en willen
dat dat heel snel gaat gebeuren voor inburgeringscontracten
13