Mevrouw De Bruin: Misschien mag ik de heer Greving eraan herinneren dat er twee vergaderingen zijn geweest waarin dit voorstel besproken is. Tijdens die eerste vergadering, dat was al ver voor de vakantie, hebben de meeste partijen een voorbehoud gemaakt, maar tijdens de laatste bespreking hebben wij in ieder geval geen voorbehoud gemaakt en naar mijn weten hebben veel meer partijen geen voorbehoud gemaakt. (De heer Greving: Het college is met een nieuw voorstel teruggekomen, daar heeft mevrouw De Bruin gelijk in.) De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de heer Greving van de GPV/RPF/SGP-fractie geacht wil worden tegen het voor stel te hebben gestemd. Punt 11 (bijlage nr. 139) De Voorzitter: Aan de orde is Algemene Bijstandsverordening. De heer Roekiman: De Algemene Bijstandswet bestaat nu ruim 30 jaar. In 1965 is de ABW in het leven geroepen ter vervanging van de Armenwet. Sindsdien is de ABW zodanig in ontwikkeling dat er thans sprake is van een wet die zeer moeilijk beheers baar en uitvoerbaar is. Een van de belangrijke kritiekpunten op de huidige Bijstandswet is de ingewikkelde regelgeving. Deze kritiek geldt met name voor de normsystematiek die gekenmerkt wordt door een verregaande verfijning met als gevolg dat de huidige ABW ten minste 32 uitkeringsnormen kent. Op 1 januari 1996 wordt de nieuwe ABW van kracht. Na vier jaar politiek geharrewar en onder twee verschillende regeringen kreeg de nieuwe ABW zijn vorm en wel onder verant woordelijkheid van de CDA minister De Vries en de PvdA minis ters Ter Veld en Wallage. Het zal niemand ontgaan zijn dat GroenLinks heftig geprotes teerd heeft tegen de uitgangspunten en de uiteindelijke vorm van de nieuwe ABW. Met name het uitgangspunt van het kunnen delen van de woonlasten vormde een reden voor afkeuring van de nieuwe ABW. Dit is eveneens een motief dat niet de gehele fractie van PAL/GL zal instemmen met de vaststelling van de Algemene Bijstandsverordening. 20 Aanvankelijk was de bedoeling van de nieuwe wetgeving dat de ABW eenvoudig en inzichtelijk zou worden. Over bezuinigingen op de uitkering werd nimmer gesproken. Aan het wetsvoorstel van de herinrichting van de Algemene Bijstandswet lagen een aantal uitgangspunten ten grondslag, te weten: de ingeboekte besparing van f 380 miljoen op de bijstandsuitgave moet niet worden bereikt door het uitkeringsniveau te verlagen doch door een beter uitvoerbare wet tot stand te brengen waarbij gemeenten onder meer de mogelijkheid krijgen om door middel van maatwerk de ruis uit het systeem te halen en de uitkering op het juiste niveau vast te stellen. De nieuwe ABW die op 1 januari 1996 van kracht zal gaan betekent wel degelijk een financiële verslechtering voor de uitkeringsgerechtigden. Gemeenten kunnen niet anders dan de nieuwe ABW uitvoeren. Op grond van de nieuwe ABW moeten de gemeenten op een aantal punten enig beleid formuleren met betrekking tot de hoogte van bijstandsuitkeringen voor bepaalde categorieën uitke ringsgerechtigden. Het gevolg hiervan is dat er gemeentelijk toeslagenbeleid geformuleerd moet worden. De enige beleids vrijheid die gemeenten hebben, is het bepalen van de hoogte van toeslagen die zij verstrekken aan uitkeringsgerechtigden. Het uitgangspunt van de PAL/GL-fractie was om iedere uitke ringsgerechtigde een maximale toeslag te verlenen met de achterliggende gedachte geen verslechtering ten opzichte van de huidige normsystematiek. Door een inspanningsverplichting die de VNG met het rijk is aangegaan heeft ook de gemeente Leeuwarden zich min of meer verplicht om f 1,6 miljoen te gaan bezuinigen. Deze bezuiniging moet van het rijk gereali seerd worden op het bijstandsterrein. De keuze is nu, dan wel de inspanningsverplichting naast je neer leggen met als gevolg handhaving van de huidige normsystematiek en normuit kering van uitkeringsgerechtigden maar ook sanctie van het rijk, dan wel binnen de wettelijke kaders de maximale ruimte benutten die er in zit voor uitkeringsgerechtigden en zo op safe spelen. De PAL/GL-fractie heeft gekozen voor het laat ste. Deze keuze is ingegeven door de constatering dat voor uitstel geen politieke meerderheid aanwezig is. Op basis van deze constatering hebben een aantal raadsleden de afgelopen week gewerkt aan een voorstel waar binnen de maximale ruimte benut wordt om uitkeringsgerechtigden te ontzien en waar wellicht een politieke meerderheid voor te vinden is. Voor de PAL/GL-fractie was met name de inkomensachteruitgang van kamerbewoners een punt van zorg. In de motie die wij zo meteen zullen indienen namens de vier collegepartijen is ook voor deze groep een voorziening getroffen. Voor uitkeringsge rechtigden die te maken hebben met onontkoombaar onevenredige woonlasten is het noodzakelijk dat er een voorziening komt in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 11